Geschiedenisleraar.nl
Dé link tussen verleden en heden

Antwoorden examenopdrachten H5: De Koude Oorlog

Historisch Overzicht 
vanaf 1900


De Koude Oorlog
Antwoorden examenopdrachten
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 9 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Historisch Overzicht 
vanaf 1900


De Koude Oorlog
Antwoorden examenopdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Antwoord
Uit het antwoord moet blijken dat Ben Goerion (in 1948) de oprichter/architect was van de nieuwe/onafhankelijke staat Israël.

Slide 2 - Tekstslide

Antwoord
D (de NAVO in 1949)

Slide 3 - Tekstslide

Antwoord
Voorbeeld van een juist antwoord is (twee van de volgende): 
  • de invoering van de parlementaire democratie / afschaffing van de dictatuur
  • de invoering van kapitalisme/de markteconomie (of een voorbeeld daarvan) 
  • de invoering van democratische vrijheden / grondrechten / rechtsstaat (of een voorbeeld daarvan) 
  • de opleving van nationalisme (of een voorbeeld daarvan) 
  • de toetreding (van sommige voormalige Oostbloklanden) tot de EU/NAVO 
  • landen vallen uit elkaar (bijvoorbeeld Tsjecho-Slowakije) 
  • er ontstaat werkloosheid 
per juist gevolg 1 punt

Opmerking 
Alleen als de gevolgen duidelijk verschillend zijn, mogen scorepunten worden toegekend.

Slide 4 - Tekstslide

Antwoord
Voorbeeld van een juist antwoord is:
  • Deze periode staat bekend als de Koude Oorlog 
  • Het lied gaat over een (dreigende) kernoorlog/de wapenwedloop/totale vernietiging/de spanning tussen Oost en West
Beide antwoorden zijn 1 punt

Slide 5 - Tekstslide

Antwoord
D (In beide gevallen voelen de Verenigde Staten zich bedreigd)

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord
Uit het antwoord moet blijken dat de jongeren die deelnamen aan de fakkeloptocht behoorden tot de Communistische Partij/elite / waren geselecteerd door de overheid / protesteerden tegen de (communistische) partij waartoe zijzelf behoorden.

Slide 7 - Tekstslide

Antwoord
D (1 - 3 - 2)

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord
2 (= DDR), 3 (= Tsjecho-Slowakije), 5 (= Hongarije) en 6 (= Roemenië)

indien vier antwoorden juist 2 punten
indien drie antwoorden juist 1 punt
indien minder dan drie antwoorden juist 0 punten

Slide 9 - Tekstslide