In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Introductie
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier mensen in de Middeleeuwen gebeurtenissen en verschijnselen om hen heen probeerden te verklaren.
Onderdelen in deze les
De Middeleeuwen
Geloof en bijgeloof
Slide 1 - Tekstslide
Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier mensen in de Middeleeuwen gebeurtenissen en verschijnselen om hen heen probeerden te verklaren.
Slide 3 - Tekstslide
Hoger, beter, mooier
In de Middeleeuwen waren de meeste mensen in Europa christenen
Mensen wilden erg graag na hun dood in de hemel komen.
Om hun God te eren bouwden ze hoge kerken.
Ook konden ze zo laten zien hoe rijk de stad was.
Het geld voor de bouw kwam van de gilden, of van de handel in aflaten.
Met een aflaat kon je je zonden afkopen om tóch in de hemel te komen
Slide 4 - Tekstslide
Hoger, beter, mooier
De bouw van de dom (latijn: domus, huis) in Keulen is begonnen in 1248, maar de kerk was pas in 1880(!) klaar. De bouw lag vaak jaren stil omdat het geld op was, of omdat delen van de kerk tijdens de bouw instorten. De beide torens van de kerk zijn ongeveer 160 meter hoog.
Slide 5 - Tekstslide
Bijgeloof
Er gebeurden veel dingen om hen heen die zie niet begrepen: natuurrampen, hongersnoden, ziektes en overlijden.
De mensen vroegen hulp aan de kerk, maar die kon hen niet altijd helpen
Daarom waren de mensen erg bijgelovig: ze probeerden met wittemagie ervoor te zorgen dat dingen toch goed gingen.
Slide 6 - Tekstslide
Heksen
Dingen die misgingen waren vaak de schuld van mensen die zich bezighielden met zwarte magie.
Er werd gezocht naar een zondebok, iemand die je de schuld kunt geven.
Deze zondebokken werden vaak gevonden in mensen die andere gewoonten hebben.
Zo werden sommige vrouwen (én mannen) van hekserij beschuldigd.
Slide 7 - Tekstslide
Vervolging van heksen
Om heksen te 'ontmaskeren' werden de meest vreselijke ondervragingen en proeven gebruikt.
Zo werden heksen gewogen of in het water gegooid om te kijken of ze te licht waren (en dus bleven drijven).
Heksen werden verbrand om er zeker van te zijn dat de duivel werd uitgedreven.
Vermoedelijk zijn er in Europa ongeveer tussen 1450 en 1650 ongeveer 60.000 mannen en vrouwen als 'heks' terechtgesteld. Opvallend is dat de heksenvervolging eigenlijk pas aan het einde van de Middeleeuwen plaatsvond.
Slide 8 - Tekstslide
Joden
In de Middeleeuwen vonden de mensen de Joden 'vreemd' en 'onbetrouwbaar'.
Zo zouden zij het drinkwater hebben vergiftigd met de pest.
Joden moesten vaak in andere delen van de stad wonen (getto's), mochten geen eigen grond bezitten en ze mochten geen lid zijn van een gilde.
Daarom hadden ze vaak beroepen als: handelaar, bankier of juwelier.
Soms waren Joden verplicht een herkenningsteken te dragen.
Als er in een middeleeuwse stad de pest uitbrak of er was een misdrijf gepleegd, dan werden de Joden vaak als schuldigen aangewezen. Het gevolg was een pogrom: een uitbarsting van Jodenhaat. De huizen van de Joden werden geplunderd en vernield. De Joden zelf werden mishandeld.
Slide 9 - Tekstslide
De rol van de kerk
De kerk deed erg weinig aan de vervolgingen van Joden en heksen
Het christelijke geloof was het enige ware geloof: alle andere geloven waren ketters en moest worden vernietigd.
Voor veel christenen waren het Joden geweest die Jezus hadden gekruisigd: dit konden ze niet vergeten.
Slide 10 - Tekstslide
Begrippen uit deze les
aflaat
witte magie
zwarte magie
bijgeloof
zondebok
pogrom
Slide 11 - Tekstslide
Jaartallen uit deze les
1450-1650: hoogtepunt van de Europese heksenvervolging
Slide 12 - Tekstslide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 13 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen