Horizon College
Word de beste versie van jezelf

Keuzedeel AE 2022 H.1+2+3 plus


Ik volg het keuzedeel ...
A
Algemene economie
B
Bedrijfseconomie
1 / 50
volgende
Slide 1: Quizvraag
Algemene economie 1Lower Secondary (Key Stage 3)

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Ik volg het keuzedeel ...
A
Algemene economie
B
Bedrijfseconomie

Slide 1 - Quizvraag

E= 117
M= 102

Tekst
A
Overschot op de betalingsbalans
B
Tekort op de betalingsbalans

Slide 2 - Quizvraag

Bij een overschot op de betalingsbalans zal de koers van een munteenheid . . .
A
stijgen
B
dalen

Slide 3 - Quizvraag


Bij een begrotingstekort =
A
B > O
B
O > B

Slide 4 - Quizvraag

Het begrotingstekort wordt uitgedrukt in een percentage van . . .
A
het bbp
B
de beroepsbevolking

Slide 5 - Quizvraag

Bij een spaaroverschot (er wordt meer gespaard dan dat bedrijven willen investeren ofwel S > I)
A
daalt de rente
B
stijgt de rente

Slide 6 - Quizvraag


Door inflatie daalt het . . .
A
nominaal inkomen
B
reëel inkomen

Slide 7 - Quizvraag

Nominaal inkomen =
inkomen gemeten in . . .
A
koopkracht
B
geld

Slide 8 - Quizvraag


loon + pacht + interest + winst
A
objectieve methode
B
subjectieve methode

Slide 9 - Quizvraag


Kraanwater is een voorbeeld
van een . . .
A
vrij goed
B
economisch goed

Slide 10 - Quizvraag


Een ander woord voor
conjunctuur is . . .
A
de productiecapaciteit
B
de vraag naar goederen

Slide 11 - Quizvraag

Als de vraag naar goederen > productiecapaciteit dan is er sprake van . . .
A
Onderbesteding
B
Overbesteding
C
Bestedingsevenwicht

Slide 12 - Quizvraag

Bij oversteding:
De lonen zullen gaan . . .
A
stijgen
B
dalen

Slide 13 - Quizvraag

Bij overbesteding:
overschot of tekort aan arbeidskrachten?
A
tekort
B
overschot

Slide 14 - Quizvraag

Als de olie- en gasprijzen stijgen en worden doorberekend in de prijzen ...
A
monetaire inflatie
B
kosteninflatie
C
bestedingsinflatie

Slide 15 - Quizvraag

Om de inflatie in de EU af te remmen zou de ECB de rente moeten . . .
A
verlagen
B
verhogen

Slide 16 - Quizvraag

Door een rentestijging zal de geldhoeveelheid . . .
A
toenemen
B
afnemen

Slide 17 - Quizvraag

Een renteverhoging door de ECB verhoogt of verlaagt de economische groei in de EU?
A
verhoogt
B
verlaagt

Slide 18 - Quizvraag

Is een renteverhoging door de ECB is goed of slecht voor beursklimaat?
A
slecht
B
goed

Slide 19 - Quizvraag


De arbeidsmarkt is een . . .
A
concrete markt
B
abstracte markt

Slide 20 - Quizvraag

Op de arbeidsmarkt zijn de bedrijven de . . .
A
vragers naar arbeid
B
aanbieders van arbeid

Slide 21 - Quizvraag

Werkloosheid wordt uitgedrukt in een percentage van . . .
A
het bbp
B
de beroepsbevolking

Slide 22 - Quizvraag

Op de arbeidsmarkt zijn de gezinnen de . . .
A
vragers naar arbeid
B
aanbieders van arbeid

Slide 23 - Quizvraag

Als het aanbod van arbeid toeneemt bij een gelijkblijvende vraag naar arbeid dan zullen de lonen . . .
A
stijgen
B
dalen

Slide 24 - Quizvraag


Er ontstaat werkloosheid als . . .
A
Aa > Av
B
Av > Aa

Slide 25 - Quizvraag

Als consumenten meer willen kopen/consumeren dan dat de productiecapaciteit aankan ontstaat er
A
monetaire inflatie
B
kosteninflatie
C
bestedingsinflatie

Slide 26 - Quizvraag

Door inflatie neemt de koopkracht van het inkomen . . .
A
toe
B
af

Slide 27 - Quizvraag

Als bij AH, door het gebruik van de zelfscan-kassa's, het aantal kassières afneemt dan . . .
A
stijgt de arbeidsproductiviteit
B
daalt de arbeidsproductiviteit

Slide 28 - Quizvraag

Met het aanbod van arbeid (Aa) bedoelen we de . . .
A
werkgelegenheid
B
de beroepsbevolking

Slide 29 - Quizvraag

Doordat de ECB elke maand miljarden euro's in de economie 'pompt' ontstaat er ...
A
bestedingsinflatie
B
kosteninflatie
C
monetaire inflatie

Slide 30 - Quizvraag


De euro is een . . .
A
gecentraliseerde munteenheid
B
gedecentraliseerde munteenheid

Slide 31 - Quizvraag

In welk land is de bitcoin (BTC) een wettig betaalmiddel naast de dollar?
A
Venezuela
B
El Salvador

Slide 32 - Quizvraag


De bitcoin is een . . .
A
gecentraliseerde munteenheid
B
gedecentraliseerde munteenheid

Slide 33 - Quizvraag

Het aanbod van de hoeveelheid bitcoins staat . . .
A
wel vast
B
niet vast

Slide 34 - Quizvraag


Een dure euro maakt de import ...
A
goedkoper
B
duurder

Slide 35 - Quizvraag

Door inflatie neemt de werkgelegenheid in een land . . .
A
toe
B
af

Slide 36 - Quizvraag

Is de werkgelegenheid in personen groter of kleiner dan de werkgelegenheid in arbeidsjaren?
A
groter
B
kleiner

Slide 37 - Quizvraag


Door inflatie worden schulden . . .
A
groter
B
kleiner

Slide 38 - Quizvraag


Beleggen in aandelen en crypto 's is . . .
A
risicovol
B
risicomijdend

Slide 39 - Quizvraag


De quartaire sector is . . .
A
commerciële dienstverlening
B
niet-commerciële dienstverlening

Slide 40 - Quizvraag

Berekening van het nationaal product door:
NP = C + I + O + E - M
A
subjectieve methode
B
objectieve methode

Slide 41 - Quizvraag

Zijn de of de inkomens of de vermogens in Nederland het meest ongelijk verdeeld?
A
inkomens
B
vermogens

Slide 42 - Quizvraag

Het begrotingstekort en staatsschuld mogen volgens de EMU-normen zijn
A
begrotingstekort 3% staatsschuld 60%
B
begrotingstekort 60% staatsschuld 3%

Slide 43 - Quizvraag

Landen met een hoge staatsschuld betalen relatief een hoge of lage rente als ze geld willen lenen ...
A
hoge rente
B
lage rente

Slide 44 - Quizvraag

In welke provincie is de werkloosheid in Nederland het hoogst?
blz. 115
A
Groningen
B
Zeeland

Slide 45 - Quizvraag

De Nederlandse economie kunnen we typeren als een
A
open economie
B
gesloten economie

Slide 46 - Quizvraag

Hogere hypotheekrentes zorgen voor
A
hogere huizenprijzen
B
lagere huizenprijzen

Slide 47 - Quizvraag

Door een zwakke euro wordt de import van olie en gas
A
goedkoper
B
duurder

Slide 48 - Quizvraag

Door automatisering zal de arbeidsproductiviteit
A
afnemen
B
toenemen

Slide 49 - Quizvraag

De wereldoliemarkt is een
A
abstracte markt
B
concrete markt

Slide 50 - Quizvraag