Trainingskunde les 1 De sportprestatie
1 / 48
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat maakt een training, voor jou en GOEDE training?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wat zijn
Prestatiebepalende factoren?
Prestatiebepalende factoren?
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Onder CLUSK (conditie) verstaan we?
A
Concentratie-Lenigheid-Uithoudingsvermogen-snelheid-kracht
B
Coördinatie-Lenigheid-Uithoudingsvermogen-snelheid-kracht
C
Concentratie-Lenigheid-Uitputting-snelheid-kracht
D
Coördinatie-Lenigheid-Uithoudingsvermogen-souplesse-kracht
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Vaardigheid om effectief en efficient te bewegen
de strategie die je gebruikt om je
vaardigheden met het hoogst haalbare
resultaat toe te passen
Tactiek
Techniek
Slide 17 - Sleepvraag
Tactiek =
Techniek =
Techniek =
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Onder CLUSK (conditie) verstaan we?
A
Concentratie-Lenigheid-Uithoudingsvermogen-snelheid-kracht
B
Coördinatie-Lenigheid-Uithoudingsvermogen-snelheid-kracht
C
Concentratie-Lenigheid-Uitputting-snelheid-kracht
D
Coördinatie-Lenigheid-Uithoudingsvermogen-souplesse-kracht
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Wat wordt er bedoelt met efficiënt bewegen?
A
Dat een beweging veel energie kost
B
Dat ik heel snel kan bewegen
C
Dat ik veel evenwicht heb
D
Dat een beweging weinig energie kost
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Video
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Welk plaatje geeft het evenwichtsorgaan weer?
A
B
C
Slide 33 - Quizvraag
Welke factoren hebben een negatieve invloed op coördinatie?
A
Vermoeidheid - Ouderdom - Hoogte/watervrees
B
Vermoeidheid - getraindheid - Hoogte/watervrees
C
Vermoeidheid-Ouderdom-Lenigheid
Slide 34 - Quizvraag
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Video
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Video
Onvoldoende bewegelijkheid
in een gewricht
Teveel bewegelijkheid
in een gewricht
Hypomobiliteit
Hypermobiliteit
Slide 42 - Sleepvraag
Welke blessures komen vaak voor onder hypermobiele sporters?
Slide 43 - Open vraag
Wat betekent het woord ‘spiertonus’?
A
Spierscheuring
B
Spierlenigheid
C
Spierspanning