Lesdoelen:
Student kent 10 koolsoorten bij naam.
Student kent 5 stengelgroenten bij naam.
Student kent 7 uigewassen bij naam.
Student kent 10 vruchtgewassen bij naam.
Student kent 10 peulvruchten bij naam.
Student kent 4 zeegroente bij naam.
Student kent 5 spruitgroente bij naam.