In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H1
37,5 : 0,75 =
3,9 x 4,125 in ongeveer:
2 1/3 x 150 =
€91.674.340 : 495.200 is ongeveer .......
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 1.3
Gewichten
Doel:
Je kent de regels mbt rekenen met gewichten
Je kunt deze toepassen
Slide 2 - Tekstslide
Kan het dametje met de centimeter meten
Nu de overstap naar gewicht
Schrijf het trappetje van de gewichtsmaten op een blaadje
Slide 3 - Tekstslide
Planning
Introductieweek
1.1 + 1.2
1.3 + 1.4
1.5 + 1.6
1.7 + 1.8
Proeftoets
basisvaardigheden 1, 2, 3 en 10
Slide 4 - Tekstslide
15 mg is ... gr
A
1,5
B
150
C
0,15
D
0,015
Slide 5 - Quizvraag
2 eieren wegen 162 gram hoeveel eieren passen in een kg
A
+/- 6
B
+/- 8
C
+/- 10
D
+/- 12
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Hoeveel maanden is een kwartaal?
A
2
B
3
C
4
D
6
Slide 8 - Quizvraag
7 Minuten is = ....... seconden
A
42
B
4200
C
420
D
4900
Slide 9 - Quizvraag
Max is 4 jaar en heeft de griep. Zijn vader heeft ook de griep. Max krijgt op een dag drie keer een dosis paracetamol. Zijn vader neemt de maximale dosis op deze dag. Hoeveel gram meer paracetamol neemt vader meer dan Max?
A
225 gram
B
2,25 gram
C
5250 gram
D
52,50 gram
Slide 10 - Quizvraag
90 km / h = ....... m/s (3F)
A
15
B
25
C
35
D
45
Slide 11 - Quizvraag
Ochtend is ....... middag is .....
A
PM / AM
B
AM / PM
C
PM / CET
D
AM / CET
Slide 12 - Quizvraag
Kilo = 1000 mega= 1000 000 giga = 1 miljard
Bytes - KiloBytes- MegaBytes - GigaBytes - Terra Bytes
Volt
Hertz
Slide 13 - Tekstslide
Een foto is gemiddeld 4,35 MB groot.
Rond je antwoord af op een geheel getal. Anna heeft een fototoestel met deze geheugenkaart.