Horizon College
Word de beste versie van jezelf

Bijeenkomst 3 vitale functies H+

wat zijn vitale functies
1 / 65
volgende
Slide 1: Woordweb
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 65 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 480 min

Onderdelen in deze les

wat zijn vitale functies

Slide 1 - Woordweb

De vitale functies van de mens zijn de lichaamsfuncties die de mens in leven houden
vitale functies zijn;
De vitale functies van de mens zijn de lichaamsfuncties die de mens in leven houden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat zijn de belangrijkste vitale organen en hun functie

Slide 3 - Open vraag

Ademhaling
Circulatie
Temperatuur
bewustzijn

ademhaling

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke onderdelen bestaat de lucht die wij inademen
A
20 % zuurstof
B
2 % kooldioxide
C
78 % stikstof
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

doel AH observeren
Zorgvragers met een stoornis of een te verwachten stoornis van de ademhaling

Slide 9 - Tekstslide

Het ademhalingscentrum, dat ligt in het verlengde merg, regelt de ademhaling.
Normaal verloopt de ademhaling automatisch. Wel kun je de ademhaling tot op zekere hoogte beïnvloeden. Je kunt sneller of langzamer, dieper of minder diep ademen. Ook is het mogelijk je adem een tijdje in te houden

borst en buikademhaling
Bij beide vormen wordt de borstkas ruimer gemaakt zodat de longen zich kunnen ontplooien.
Bij de borstademhaling gebeurt dit voornamelijk door de tussenribspieren.
Bij de buikademhaling door het middenrif en de buikspieren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

controle ademhaling,
wat en hoe observeer je?

Slide 11 - Woordweb

snelheid
regelmaat
diepte
geluid

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoeveel ademhalingen per minuut heb je gemiddeld?
A
14
B
26
C
6
D
10

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wanneer kan een een hoge ademhaling ontstaan?

Slide 14 - Open vraag

Hoge ademfrequentie kan voorkomen bij: koorts, lichamelijke inspanning, emotie, hart- en longafwijkingen.

wanneer kan een lage ademhaling ontstaan?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

protocol ademhaling tellen 
  1. zoek het protocol op voor ademhaling tellen.
  2. bestudeer deze
  3. pas het protocol toe middels het oefenen met elkaar en in de praktijk

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pols tellen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de hartslag;
Geeft een indruk van de algemeen lichamelijke toestand van een zorgvrager

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hartslaghhaobserveren? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hartslag observeren? Waarom?

Hartafwijking
Aandoening aan de hersenen
Gebruik van medicijnen
Na operatie
Bij bewusteloosheid
Na verstikking

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is het doel
van de pols tellen?
en bij wie doe je dit?

Slide 21 - Woordweb

  • Doel Het verkrijgen van informatie over de bloedcirculatie en hartfunctie
  • Bij wie Zorgvragers bij wie je de hartfrequentie wilt vaststellen

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Als je de "pols telt" krijg je informatie over de hartfunctie en circulatie.
welke van de onderstaande informatie meet je?
A
de frequentie van de hartslag, het aantal slagen per minuut
B
de regelmaat van de hartslag, regulair of irregulair
C
de gelijkmatigheid en kracht van de hartslag
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 24 - Quizvraag

  • De frequentie van de hartslag (het aantal slagen per minuut)
  • De regelmaat van de hartslag (regulair of irregulair)
  • De gelijkmatigheid van de hartslag (elke hartslag gevuld met een zelfde hoeveelheid bloed)
  • De kracht van de hartslag

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

wat zij de observatie punten
bij het tellen van de pols

Slide 26 - Woordweb

  • Frequentie, dit is het aantal hartslagen per minuut.
  • Ritme, de hartslagen volgen elkaar op met gelijke tussenpozen.
  • Gelijkmatigheid, gelijkmatigheid als alle hartslagen even krachtig voelbaar zijn.
  • Spanning en volume, spanning is afhankelijk van de elasticiteit van de slagaders. Het volume is de hoeveelheid bloed die bij elke hartslag in de slagaders wordt gepompt.
waar kan je de pols voelen
en hoe doe je dit

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wanneer is de "pols" verhoogd?
A
bij inspanning
B
bij koorsts
C
bij heftige emoties
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar meet je de "pols"?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aandachtspunten meten van de pols
  • Let op regelmaat en kracht hartslag.
  • Op verschillende plaatsen kan de hartslag in een slagader worden geteld: pols, slaap, hals, arm, lies, enkel, voet.
  • Tel een onregelmatige pols gedurende een minuut.
  • De polsslag kan variëren onder invloed van inspanning, ziekte, pijn of stress.
  • Afwijkingen in frequentie, ritme of kracht melden aan de arts.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat en waar rapporteer je je meting van de pols

Slide 35 - Open vraag

  • Rapporteren van de pols in het zorgleefplan;
  • Frequentie
  • Ritme
  • Volume
  • Indien afwijkend -> melden
  • P; 68 irr / krachtig
  • P; 104 r/zwak

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreek je van lage of hoge pols

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Klachten bij lage hartslag
duizeligheid
flauwvallen
vermoeidheid
concentratiestoornissen
geheugenstoornissen

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wanneer spreek je van een Hoge hartslag

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

protocol pols tellen 
  1. zoek het protocol op voor pols tellen.
  2. bestudeer deze
  3. pas het protocol toe middels het oefenen met elkaar en in de praktijk
  4. hoeveel hartslagen heb jij? en je mede(student)

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

temperatuur meten

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is de normale lichaamstemperatuur?
A
38 graden
B
37 graden
C
36 graden
D
40 graden

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wanneer spreek je van koorts?
A
38 graden en lager
B
36 graden en lager
C
40 graden en hoger
D
38 graden en hoger

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

meten van de temperatuur
Normale lichaamstemperatuur tussen 36,5 °C en 37,5 °C
Ondertemperatuur (hypothermie)
 onder 36,1 °C
Verhoging (subfebriele temperatuur)
 tussen 37,5 °C en 38 °C
Koorts 38 °C en hoger
Overtemperatuur (hyperthermie) boven 41 °C

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke manieren van
temperatuur meten zijn er?

Slide 45 - Woordweb

  • rectale meting (in de anus)
  • orale meting (in de mond)
  • tympanische meting (in het oor)
  • axillaire meting (onder de oksel)
  • inguinale meting (in de lies)

rectale temperatuurmeting
  • meest betrouwbare meting
  • Rectale temperatuur controle niet bij;
  • recente operatie aan het rectum of prostaat;
  • verwondingen aan het rectum of perineum.
  • Voorzichtigheid is geboden bij:
  •   diarree
  •  aambeien.
.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tympanische tempcontrole
Gebruik voor iedere meting een schoon lensdopje.
Meet niet in het oor waarop gelegen is.
In geval van afwijkende meting, de meting na 5 minuten herhalen.
Indien een exacte temperatuurmeting noodzakelijk is, dan temperatuur opnemen met behulp van een rectaal thermometer.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat doe je bij koorts?

Slide 50 - Woordweb

Bed)rust
Omgevingstemperatuur, toevoegen wegnemen van warmte
Licht dempen
Voeding en vocht
Hygiëne
Medicatie
Preventie en observatie
Psychische ondersteuning

wat doe je bij koorts
Bed)rust
Omgevingstemperatuur, toevoegen wegnemen van warmte
Licht dempen
Voeding en vocht
Hygiëne
Medicatie
Preventie en observatie
Psychische ondersteuning

Slide 51 - Tekstslide

Bedrust, koorts, hoge stofwisseling vraagt veel energie en lichaamsactiviteit geeft warmte
Omgevingstemp, koude rilling warmte toevoegen, kruik, dekens, en bij warmte afvoeren,
Licht, gevoeligheid voor licht neemt toe bij koorts
Voeding, veel drinken, kleine veelvuldige porties
Vocht, transpireren,bouillon, vruchtensappen
Hygiëne, wassen, transpiratie schone kleding en dekens
Koortswerende medicatie
Preventie bed complicaties
Observatie t, pols,
Psychische steun

protocol temperatuur meten
  1. zoek het protocol op voor het meten van de temperatuur
  2. bestudeer deze
  3. pas het protocol toe middels het oefenen met elkaar en in de praktijk
  4. wat is jou temperatuur?
  5. hoe heb je deze gemeten

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bloeddruk meten

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk, tensie 
  • Betekent het meten van de druk van het bloed in de slagaders
  • De bloeddruk wordt uitgedrukt in mmHg (millimeter kwikdruk)


Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

RR meten
De bloeddruk wordt altijd aan dezelfde arm gemeten nadat deze minimaal 5 minuten heeft gerust.
Let op volle blaas!!
geen bloeddruk meten aan:
een gewonde of oedemateuze arm
een verlamde arm (bijv. bij CVA)
een arm waar een infuus inzit
een arm waar een okseltoilet is uitgevoerd.

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Systole en diastole 
Systolische (bovendruk) is de samentrekking van het hart
 (RR 120)

Diastolische druk (onderdruk) ontspanningsfase van het hart.
 (RR 80)


Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het meten van de RR

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 59 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hypertensie, hypotensie 
Een te lage bloeddruk wordt hypotensie genoemd, een te hoge bloeddruk wordt hypertensie genoemd.

De waarde van de bloeddruk is voor een ieder verschillend.
De bloeddruk stijgt met het vorderen van de leeftijd.

Slide 60 - Tekstslide

De hoogte van de bloeddruk is afhankelijk van verschillende factoren:
„ de kracht van de hartkamersamentrekkingen;
Hoe beter de pomp werkt hoe krachtiger de samentrekking is.
„ de elasticiteit van de slagaderwanden;
Bij het ouder worden neemt de elasticiteit af en de bloeddruk wordt wat hoger.
„ de weerstand in de perifere bloedvaten;
Bloeddruk is in de grote bloedvaten hoger dan in de kleine bloedvaten. Een vernauwing in de
vaten heeft ook invloed op de kleine vaten en verhoogt de druk die nodig is om het bloed
erdoor te pompen.
„ het bloedvolume;
Een afname van het bloedvolume (zoals bij een bloeding) zal leiden tot een verlaging van de
bloeddruk.
„ de viscositeit van het bloed
Bij het bepalen van hypertensie of hypotensie is met name de diastole leidend
Een heel lage bloeddruk kan betekenen dat de hersenen te weinig zuurstof krijgen
Een te hoge bloeddruk is een risicofactor voor het ontwikkelen van hart- en vaatziekten

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wanneer mag je
geen RR meten

Slide 63 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Contra-indicaties;
Er wordt echter geen bloeddruk gemeten aan: 


  • een gewonde of oedemateuze arm;
  • een verlamde arm (bijv. bij CVA);
  • een arm waar een infuus inzit;
  • een arm waar een okseltoilet is uitgevoerd.

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

protocol bloeddruk meten
  1. zoek het protocol op voor het meten van de bloeddruk
  2. bestudeer deze
  3. pas het protocol toe middels het oefenen met elkaar en in de praktijk
  4. wat is jou bloeddruk?
  5. hoe heb je deze gemeten?

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies