LET OP:
Formuleer je leerdoel altijd met:
(S) (T) (S)
Ik kan......(benoem wat je wil kunnen) . .....(benoem wanneer je dat wil kunnen) door...........(noem
(M)
wat je concreet gaat gaat doen) zodat ......... (als je achter deze zin staat en het is haalbaar dan heb je (R) en (A)
Ik kan einde periode 3 samenwerken door 2 x tijdens een overleg initiatief te nemen zodat ik meer inbreng heb tijdens overleggen