24-07-08 Dermatica
1 / 61
Lesduur is: 240 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wie heeft er kerntaak 3 wp 3 in te leveren?
BPV beoordeling blok 2?
Slide 2 - Tekstslide
Nog vragen naar aanleiding van de les van vorige week?
Slide 3 - Tekstslide
Wie heeft er een leerzame casus vanuit de praktijk?
Van welk ziektebeeld is er sprake, is dit af te leiden uit de medicatie? Welke leefstijladviezen zijn van belang.
Dit is leerzaam om verbanden te leggen, daarnaast mooie voorbereiding KZD Spec. doelgroepen.
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Hfst 5 , 6 en 7 zijn al eerder aanbod geweest.
Slide 7 - Tekstslide
Verschil tussen desinfecteren en steriliseren.
Hygiëne begint bij de grondstof en eindigt bij persoonlijke hygiëne (met daartussen bereidingsapparatuur en werkruimte).
Steriele toedieningsvormen: oog, middenoor, parenteralia, blaasspoeling, wondspoeling.
Membraanfilter: Maten: 0,2 µm - 0,45 µm - 1,2 µm (poriëngrootte) → 0,2 µm houdt bacteriën tegen (bacterie=0,4 µm)
Slide 8 - Tekstslide
Etiketfout sterkte. 2,5mg/ml = 0,25%
Hoe berekenen ze dit, welke manier is voor wie het makkelijkst?
Inf: volwassenen oogdruppels 2.5 mg/ml in suspensie 1 druppel 2x per dag.
2x1 ODS= 4 druppels totaal per dag.
20gtt = 1 ml
flesje van 5 ml > 5x20= 100 gtt/5ml
100gtt/4gtt= 25 dagen.
Slide 9 - Link
Herken je de informatie van de thuisarts over glaucoom van vorige week?
Nuttige informatie voor een EU uitgifte.
Welke hulpmiddelen zijn er om het druppelen goed te laten gaan?
Slide 10 - Tekstslide
Inf: volwassenen oogdruppels 2.5 mg/ml in suspensie 1 druppel 2x per dag.
Waar vind je de algemene informatie over een bereiding?
A
FNA
B
KNMP Kennisbank
C
Informatorium Medicamentorum
D
LNA - procedures
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Aqua Communis is......
A
kraanwater
B
steriel water
C
water voor injectie
D
water zonder mineralen
Slide 12 - Quizvraag
Water van goed microbiologische kwaliteit = arm aan m.o.
Er is verschil tussen chemische en microbiologische kwaliteit. Voorbeelden van goede microbiologische kwaliteit:
- goed doorstromend water
- gezuiverd water dat voor gebruik is gekookt of gefiltreerd door membraanfilter
- vers gedestilleerd water.
Het bepalen van het gewicht van een verpakking of gebruiksvoorwerp noem je.......
A
kalibreren
B
communiceren
C
tarreren
D
deleten
Slide 13 - Quizvraag
Op een elektronische balans kun je het gewicht van de verpakking uitschakelen door na de weging van de verpakking de balans weer op nul te zetten.
Welke functie heeft cellulose microcrystallinum bij het bereiden van capsules?
A
Het is de werkzame stof
B
Hulpstof, om de stromingseigenschappen te verbeteren
C
Vulstof, deze heeft goede stromingseigenschappen
D
Deze grondstof wordt niet gebruikt bij capsules
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Tabletten worden bewaard op een droge plaats bij kamertemperatuur. Wat versta je onder kamertemperatuur?
A
20 - 30 graden Celsius
B
15 - 25 graden Celsius
C
0 - 25 graden Celsius
D
10 - 25 graden Celsius
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Amoxicillinedrank van 50mg/ml is tijdelijk niet leverbaar. De dosering is 3xdgs 7,5ml. Je kunt wel de sterkte 125mg/ml afleveren. Hoeveel wordt de dosis per keer?
A
3 ml
B
4 ml
C
5 ml
D
6 ml
Slide 16 - Quizvraag
7,5 ml x 50mg/ml = 375 mg amox per keer.
375/125 = 3 ml
Oogdruppels worden aseptisch (steriel) gemaakt, in welke kast voer je dan deze bereiding uit?
A
Zuurkast
B
Afzuigkast
C
Plof-kast
D
LAF-kast
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Er wordt gekozen om een product niet zelf te bereiden in de apotheek i.v.m. de risico's. Waar spreken we hier van?
A
Bronmaatregelen
B
Afscherming
C
Persoonlijke beschermingsmaat-regelen
D
Ventilatiemaatregelen
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke onderstaande zin hoort tot de P-zinnen?
A
Is irriterend voor de ogen
B
Zeer licht ontvlambaar
C
Etsende/bijtende stof
D
Draag een mondmasker en handschoenen
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Dermatica
Slide 20 - Woordweb
Wat weet je ervan?
Waar let je op?
Welke vormen van dermatica zijn er?
Wat zijn de verschillen tussen de verschillende vormen?
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Indifferente crèmes en zalven
Slide 23 - Tekstslide
Natte huid→ veel water dat verdampt en neemt dan vocht mee uit de huid.
Droge huid→ sluit de huid af, vocht kan daardoor niet verdampen, hydrateert op die manier de huid. Over het algemeen: nat met nat en droog met droog behandelen.
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Dispergeren is het afwrijven van een stof=stof fijn verdelen, vooraf fijngemaakt. Stoffen die niet/ onvoldoende oplossen = dispergeren (fijngemaakt). Deeltjesgrootte 90 of gemicroniseerd anders vooraf fijnwrijven.
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 27 - Tekstslide
constituentia= basis
Slide 28 - Tekstslide
Hydrofobe→basis bestaat uit vetten
Makkelijk te mengen in kunststof of rvs mortieren → middels gelijke delen.
Verwarmen op waterbad.
Slide 29 - Tekstslide
Vaste vetten → lipofiele stoffen.
Vaak hebben FNA preparaten een combinatie van deze stoffen.
Slide 30 - Tekstslide
Drie manieren om farmacon toe te voegen: oplossen, mengen en afwrijven.
Slide 31 - Tekstslide
Let goed op wat er op het recept staat, bijv. basis voor
Bereidingsprotocol uitprinten in Protype. In het FNA staat beschreven op welke wijze je stoffen kunt toevoegen.
Slide 32 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 33 - Tekstslide
lange lipofiele staart met een hydrofiel hoofd.
Slide 34 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 35 - Tekstslide
O/W kan verdund worden met water (laatstgenoemde is de buitenste fase)
W/O kan verdund worden met olie of vet.
Cetiol V→ goed smeerbaar
Sorbinezuur→ conserveermiddel
Sorbitol→ gaat de uitdroging van crème tegen
Slide 36 - Tekstslide
Boven een bepaalde concentratie breekt de emulsie bij verwerking van bepaalde stoffen, er ontstaan dan oliedruppels (bijv. alcohol, salicylzuur) zie tabel onverenigbaarheden
Slide 37 - Tekstslide
Vetten hoeven niet geconserveerd te worden→ bacteriën kunnen niet groeien in vetten.
Gezuiverd water bederft sneller dan kraanwater ivm het ontbreken van zouten die de bacteriegroei remmen.
Afleveren in tubes→ gaat bacteriegroei en indrogend effect tegen.
cetrimide→ zo mogelijk combineren met 0,1% dinatriumedetaat (antioxidant) , versterkt de werking.
Chloorhexidine-digluconaat→ onverenigbaar met carbomeer, neerslag ontstaat vaak pas na enige tijd.
Propyleenglycol→ in hogere concentraties kan huidirritatie voorkomen; vooral onder occlusie en in huidplooien.
Methylparahydroxybenzoaat en propylparahydroxybenzoaat zijn goed vetoplosbaar en daarom minder geschikt voor conservering van crèmes, echter wel voor gels en oplossingen. Kan overgevoeligheid op de huid geven, Propylparahydroxybenzoaat wordt alleen in combinatie met methylparahydroxybenzoaat gebruikt; ze versterken elkaars werking.
Slide 38 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 39 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 40 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 41 - Tekstslide
Cetomacrogolzalf → bevat meer emulgator, daardoor beter geschikt voor toevoegingen dan koelzalf of cetomacrogolcrème met vaseline.
De basis voor cetomacrogolzalf en crème kan worden gebruikt bij balneotherapie= therapie voor een zeer droge huid.
Slide 42 - Tekstslide
Cera Lanette SX=oude naam, de preparaten daarna vernoemd
De emulgator van Lanettecrème is stabieler dan die van cetomacrogolcrème. Bij Lanette II speciale bereiding in acht nemen, altijd eerst FNA raadplegen, daarna LNA procedures. In Protype gestandaardiseerd CBV, let wel op autorisatieparaaf.
Slide 43 - Tekstslide
Trometamol toegevoegd aan carbomeer (zout, reageert zuur) om de ph te neutraliseren.
Met aminen neutraliseert carbomeer ook→alcoholgel.
Gels toegepast op natten en of jeukende huidaandoeningen, kan ook op behaarde hoofdhuid. Indrogend effect dus niet op droge (hoofd)huid.
Slide 44 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waar zou jij een zalf in verpakken ?
A
fles
B
pot
C
tube
D
afhankelijk van de zalf
Slide 45 - Quizvraag
Voor FNA kijk verpakking.
Afhankelijk van de basis.
Welke voordelen heeft een tube boven een pot?
Houdbaarheid, indroging en kans op overgebruik.
Wat bepaalt of een crème een O/W of een W/O crème is?
A
Het conserveermiddel
B
De basis van de crème
C
De verhouding tussen het water en vet gedeelte in een crème icm emulgator
D
Geen van deze antwoorden klopt
Slide 46 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een patiënt spuit 3x per dag 17 IE insuline. De insuline ampullen bevatten 400 IE per 3 ml. Hoeveel ampullen lever je af voor 3 maanden?
A
12 ampullen
B
13 ampullen
C
14 ampullen
D
15 ampullen
Slide 47 - Quizvraag
3x17 = 51 IE/dag totaal
400/51= 7,8 dagen
90/7,8 = 11,5 = 12 ampullen
Slide 48 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 49 - Tekstslide
Wees je ten alle tijden bewust van het soort stoffen waar je mee werkt. Voor je eigen veiligheid, maar ook die voor je omgeving.
Volg altijd de richtlijnen, maar blijf zelf ook goed nadenken.
Week van het water om mensen op te roepen hun medicijnen in te leveren.
Slide 50 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 51 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Als ik op vakantie ga met het vliegtuig neem ik mijn medicijnen mee in...?
Mijn handbagage
Mijn reiskoffer
Slide 52 - Poll
Handbagage, eventueel koeltas met koelelementen.
Op die manier raakt het niet kwijt als je koffer zoek raakt, maar ook de temperatuur in laadruim kan wel dalen tot -40 graden.
Actueel medicijnpaspoort handig bij diefstal, kwijtraken, of bezoek arts.
Originele verpakking met bijsluiter.
moet u een Schengenverklaring of een Engelstalige medische verklaring voor medicijnen aanvragen. Dit hangt af van het land waar u naar toe gaat. Opiaten zijn bijvoorbeeld slaapmiddelen, sterke pijnstillers, ADHD-medicijnen of medicinale cannabis.
Slide 53 - Tekstslide
Wanneer mensen dus op vakantiegaan en gnm blootgesteld worden aan flinke temperatuurschommelingen, heeft dit invloed op de houdbaarheid.
Slide 54 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Is het verhaal van vandaag duidelijk geweest?
Ja
Nee
Slide 55 - Poll
Of is het nog een doolhof?
Welke vragen heb je nog over de lesstof ?
Slide 56 - Open vraag
Welke behoefte heb je nog naast vakantie?
Uitleg voorbereiden Kennisexamen Kt3.
Oefen met FNA voorschriften.
Oefen met rekenen.
Steeds terug naar de casus, soms staan de antwoorden en letterlijk in.
Moet kunnen berekenen hoeveel grondstof er nodig is.
Hoeveel ml je af dient te leveren.
Omrekenen van % naar mg/ml
Omrekenen van mg/ml en benodigde hoeveelheid stof. Bijv. 450 mg/3ml = 150mg/. Hoeveel werkzame stof zit er in bijv. 20 ml?
Slide 57 - Tekstslide
Wie heeft zich er in verdiept en vragen?
Slide 58 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 59 - Tekstslide
Kinderdosering zoek je op in kinderformularium.
Meestal komt dit overheen met Informatorium, nu is er verschil.
Slide 60 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 61 - Tekstslide
25 mg/ml = 9,6 ml per dag is 4,8 ml
50 mg/ml 4,8 ml per dag is dus 2, 4 ml per keer
Afgesproken qua afronding bij range:
tot 1 ml op 2 decimalen nauwkeurig
tot 3 ml op 1 decimaal nauwkeurig
> 3ml afronden op een hele of halve ml, naar boven.
Bij een range nooit onder de range uitkomen!