Horizon College
Word de beste versie van jezelf

LE 4.1 les 3 - spijsvertering

Trainingskunde P3 + P4
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Trainingskunde P3 + P4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar hebben we het de laatste les over gehad?
timer
2:00

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel slagen klopt het hart per minuut in rust?
timer
0:30
A
60-70
B
30-40
C
120-180
D
90-110

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar vertrekt het zuurstof rijke bloed naar het lichaam?
timer
0:30
A
Rechter kamer
B
Linker kamer
C
Rechter boezem
D
Linker boezem

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

longblaasjes
longen
brochien
brochiolen
luchtpijp

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt het zuurstof arme bloed binnen in het hart?
timer
0:30
A
Rechter kamer
B
Linker kamer
C
Rechter boezem
D
Linker boezem

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voordeel aan ademhaling door de neus is:

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ademen via NEUS of via de MOND?
IN DE NEUS:

Lucht wordt vochtig gemaakt

Lucht wordt verwarmd

Lucht wordt gezuiverd

Lucht wordt gekeurd

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor dienen kransslagaders
timer
0:30
A
Zuurstofrijk bloed naar het lichaam te laten stromen
B
Zuurstof arm bloed naar de longen
C
Zuurstof rijk bloed naar het hartspier
D
Zuurstof arm bloed naar het hartspier

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als we inademen wat nemen we dan op?
timer
0:30
A
H20/zuurstof
B
H20/ water
C
O2/ Zuurstof
D
O2/ Water

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt borstademhaling?
timer
1:30

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
Korte termijn
Inzicht in de spijsvertering   
Lang termijn
De basis als trainer

Slide 12 - Tekstslide

Het doel van de les benadruk ik aan het begin. Zo weten zij het belang voor eigen en dit versterkt de intrinsieke motivatie.
2

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:14
Weggever: waarvoor zorgt de spijsvertering?
timer
1:00

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt gal gemaakt?
timer
0:30
A
Lever
B
Maag
C
Alvleesklier
D
Dunne darm

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze organen spelen allemaal een rol bij onze spijsvertering
01:00
Hoe lang duurt de spijsvertering ongeveer van mond tot kont?
timer
0:30
A
6-8 uur
B
12- 18uur
C
24- 48 uur
D
56-70 uur

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

De slokdarm is een gespierde buis van ongeveer 30 cm die loopt van keel tot maag. 

de spieren zorgen er actief voor dat voedsel naar je maag gaat. 

bij de overgang van de slokdarm naar maag zit een klein sluitspiertje. Dit spiertje zorgt ervoor dat de maaginhoud niet omhoog komt.

Slide 19 - Link

Laten zien als thuisstudie 

https://quiz.ntr.nl/quiz/show_question/quiz_id/149/question_id/1462/?PHPSESSID=jf17lbsudigpj3r7r7ujrepru6

Website 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedsel komt na de mond in de:
A
Endeldarm
B
Alvleesklier
C
Schildklier
D
Slokdarm

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedsel komt na de slokdarm in de:
A
Endeldarm
B
Alvleesklier
C
Maag
D
Dikkedarm

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedsel komt na de maag in de:
A
Endeldarm
B
Dunne darm
C
Lever
D
Dikkedarm

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedsel komt na de maag in de:
A
Endeldarm
B
Dunne darm
C
Lever
D
Dikkedarm

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lever vormt gal, wat wordt opgeslagen in de galblaas. Als je vet eet, dan trekt je galblaas samen om zo de gal in je dunne darm los te laten.
De galvloeistof zorgt in de dunne darm voor een goede afbraak van de vetten.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De darm inhoud is minder zuur dan de maag omdat de gal de maaginhoud neutraliseert 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lever nodig?
  • Koolhydraatstofwisseling: overschot opgeslagen wordt als glycogeen. Glycogeen kan tijdens inspanning (bijvoorbeeld tijdens sporten) weer omgezet worden naar suikers.
  • Eiwitstofwisseling: De lever kan van deze aminozuren nieuwe eiwitten maken. Deze eiwitten kunnen vervolgens weer door je lichaam gebruikt worden.


Vetstofwisseling: Je lever kan verzadigde vetzuren omzetten naar onverzadigde vetzuren.

Ontgiften en reinigen: Je lever kan deze schadelijke stoffen onschadelijk maken (alcohol en medicijnen) en vervolgens afvoeren via de galvloeistof of urine.

Opslag: Behalve glycogeen (zie koolhydraatstofwisseling) kunnen ook andere stoffen (tijdelijk) opgeslagen worden in je lever. De lever laat ze vervolgens los als je lichaam ze nodig heeft. Bijvoorbeeld:
Vetten.
Minozuren.
Vitamines.
Mineralen.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk:
Opdracht & vragen spijsvertering maken 52 t/m 66 maken 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies