Horizon College
Word de beste versie van jezelf

quiz personeelsbeleid selectie

Wanneer kun je het beste een open vraag stellen?
A
Als je graag het antwoord ja of nee wilt krijgen
B
Als je veel informatie wilt krijgen
C
Als je je gesprekspartner een bepaalde kant op wilt sturen
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
PersoneelsbeleidMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wanneer kun je het beste een open vraag stellen?
A
Als je graag het antwoord ja of nee wilt krijgen
B
Als je veel informatie wilt krijgen
C
Als je je gesprekspartner een bepaalde kant op wilt sturen

Slide 1 - Quizvraag

Waarom is het stellen van vragen belangrijk (kies de juiste antwoorden)
A
Om interesse te tonen
B
Om het gesprek te sturen
C
Om informatie te krijgen
D
Om sfeer te creëren

Slide 2 - Quizvraag

Een gesloten vraag begint meestal met een 'w' of een 'h', zoals wie, waarom en hoe.
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Welke vraagsoorten kun je gebruiken om je gesprekspartner in het gesprek een bepaalde richting op te sturen?
A
Open vraag
B
Keuzevraag
C
Suggestieve vraag
D
Gesloten vraag

Slide 4 - Quizvraag

U wilt toch ook het liefst zo veel mogelijk voordeel en zo min mogelijk kosten? Dit is een voorbeeld van
A
Een open vraag
B
Een keuzevraag
C
Een suggestieve vraag
D
Een controlevraag

Slide 5 - Quizvraag

Mag ik u vragen wat u het belangrijkste vindt? Dit is een
A
Controlevraag
B
Gesloten vraag
C
Open vraag
D
Keuzevraag

Slide 6 - Quizvraag

Welke fiets vindt jij het mooist, deze blauwe of die grijze? Dit is een
A
Controlevraag
B
Gesloten vraag
C
Open vraag
D
Keuzevraag

Slide 7 - Quizvraag

Welke tijd komt u het beste uit, 14:00 uur, 15:00 uur, 15:30 uur of 16:15 uur? Is dit een goede keuzevraag?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de reden dat je vragen niet te vaak met Waarom moet beginnen?
A
Dit zorgt voor verwarring
B
Dit verkort de duur van het gesprek
C
Dit kan aanvallend overkomen

Slide 9 - Quizvraag

Waar staan de letters L,S,D voor in LSD-techniek?
A
Laten praten, samenvoegen en doornemen
B
Langzaam, simpel en doordacht
C
Luisteren, samenvatten en doorvragen

Slide 10 - Quizvraag