Horizon College
Word de beste versie van jezelf

3.5 Verhoudingen, breuken en percentages

Welkom!

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
 
Gezamenlijke start 3.5 met oefenopgave 
Zelfstandig werken aan opdrachten
Gezamenlijk afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de leerdoelen?
 Je leert het verband tussen verhoudingen, breuken en percentages.


Tip! Vind je dit lastig of wil je meer oefenen:
kijk dan naar basisvaardigheden 16 tot en met 20

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leer je rekenkaart te gebruiken
... van de ...
... van de 100

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van verhouding naar breuk / procent 
In paragraaf 3.1 leerde je verhoudingen zo klein mogelijk te maken:  2 van de 10 is  1  staat  5. 

Voor de overgang naar procenten  druk je de verhouding/breuk uit met het totaal/noemer   100

1 van  5 = 20 van de 100 
1/5 = 20/100
20 %

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van verhouding naar breuk / procent 

Op de rekenkaart staat de volgende regel:




51=10020
(2 van de 10 )                         1 van de 5. 


                     1:5            2:10            20:100       20%             

x 2
x 10
x20

Slide 6 - Tekstslide

Oranje verhouding is een tussenstap

Na de laatste regel het begrip procent uitleggen Pro Centum = per 100 
% omschrijven als een 100
Percentage berekenen
 
3 van de 5 mensen houdt van friet, d.w.z.  60 van de 100 mensen, dus 60 %  

% uitrekenen kan ook met een rekenmachine:
Typ in:   3 : 5 x 100% = 60%

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave oordoppen
- Welke verhouding staat in de tekst? 
- Schrijf deze verhouding als breuk en als percentage

35 % van de mensen denkt dat het draagcomfort van oordoppen onvoldoende is: 
- Schrijf het percentage als verhouding en als breuk
- Als er 300 mensen meededen aan het onderzoek, om hoeveel mensen gaat het hier dan? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor het einde van de les
Maak opdracht 9

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Thuis
Kamers

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Voor volgende les
Maken:  
Alle opdrachten 3.5 verhoudingen, breuken en percentages 

Volgende les: 
3.6 gemengde opdrachten maken en vragen voor de toets 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies