Branche 1 BIG

Branche 1 BIG

Doelen les 1 

Kennismaken met elkaar

Uitleg programma BIG herregistratie

Uitleg Digibib

uitleg lesmodules 

Pauze

vervolg Doelen

• Je kan de CanMedsrollen uitleggen adhv voorbeelden uit jouw dagelijkse praktijk
• Je weet wat (het model van) positieve gezondheid inhoudt 
• Je kent een aantal klinische redeneerhulpmiddelen in relatie tot vroegsignalering
• je kent het verschil tussen gvo en vai 
• je kan het ase model verklaren en toepassen

CanMeds rollen 

1. zorgverlener
2. communicator
3. samenwerkingspartner
4. reflectieve ebp professional
5. gezondheidsbevorderaar
6. organisator
7. professional en kwaliteitsbevorderaar

definitie positieve gezondheid

Bij Positieve Gezondheid is de afwezigheid van ziekten en beperkingen niet meer het uitgangspunt, maar het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren. Het gaat om veerkracht in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.

www.allesisgezondheid.nl

www.zorgvoorbeter.nl

casus 9 stappenplan 

maak de opdracht van het opdrachtenvel 

ASE model

Het ASE model

hulpmiddel om factoren op weg naar gedragsverandering in kaart te brengen

Externe variabelen

• Leeftijd
• Geslacht
• Opleiding
• Opvoeding
• Persoonskenmerken

Attitude (is redelijk stabiel)

Je houding moet positief zijn om gedrag te veranderen
Voor- nadelen afwegen om goede keuze te maken. (positieve punten verbinden) 

Sociale invloed

Mening van anderen, wie stimuleren of houden jou juist tegen?

Wat vinden zij of wat DENK jij dat zij vinden?

Eigen effectiviteit

Geloof in jezelf, wat denk je zelf te kunnen.

Vaardigheden en barrières

Gebrek aan vaardigheid (fysiek? kennis? irreële doelen?)

Barrières: wat houd je tegen?

Hierdoor kan intentie er wel zijn maar lijdt niet tot ander gedrag. (Goede voornemens)

Van intentie naar gedrag

De intentie om iets te willen veranderen, maar hoe zorg je dat het ook daadwerkelijk uitgevoerd word? (positieve punten zijn hierin belangrijk)

Gedragsverandering

Gedragsverandering

Gedragsverandering hierbij is.... belangrijk:

1. Extrinsieke motivatie
2. Omgeving
3. Intrinsieke motivatie
4. discipline