Horizon College
Word de beste versie van jezelf

Leerlingbezoekdag 2022 AFP

WELKOM
3 Kader
Welkom

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even voorstellen....

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vakken krijg ik voor deze opleiding?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de zorg iets voor jou ?
Tekst of plaatje

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel speeksel maak je in een dag?
A
50 ml
B
100 ml
C
500 ml
D
1000 ml

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koude pasta eten is goed voor je darmen
A
nee, ze raken alleen maar overprikkeld
B
nee, de darmbacteriën houden niet van koud voedsel
C
ja, de darmbacteriën verteren koude pasta beter dan warme
D
ja, het vocht kan er zo beter uit

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je als kind veel buikpijn of een prikkelbare darm, wat is dan een risico voor later?
A
autisme
B
dementie
C
suikerziekte
D
psychose

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

mond
  • verteren betekent klein maken
  • alleen kleine stoffen kunnen door de darm naar binnen
  • verteren gebeurt ook door het gebit
  • er is steeds bij betrokken: een orgaan, sap en verteringstoffen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

speeksel
  • klieren in de mond maken speeksel (sap)
  • sommige doen dat 24/7
  • sommige doen dat wanneer er eten aankomt
  • de klieren bestaan uit dekcellen tegen elkaar aan
  • via een buisje komt het speeksel in de mond (exocrien)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

enzym
  • voedsel kan niet opgenomen
  • de bouwstenen ervan wel
  • dit is een heel traag proces
  • ons lichaam heeft versnelstoffen (enzymen) die het afbreken versnellen
  • iedere stof heeft zijn eigen enzym
  • in speeksel zit amylase
  • dit zet zetmeel om in glucose

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maag
  • de maag heeft sterke spieren
  • de maag kneedt het voedsel
  • het heeft veel maagplooien, waarin de klieren zitten
  • de klieren maken maagsap als het voedsel eraan komt

Slide 13 - Tekstslide

Maag model laten zien aan iedereen.
maagsap
Het maagsap bestaat uit...
  • slijm (bescherming, vloeibaar houden van voedsel)
  • maagzuur (doodt bacteriën, bewerkt eiwit)
  • enzym pepsine (verteert eiwit tot bouwstenen aminozuren)
  • IF (helpt vitamine B12 op te nemen)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

darmen
  • de dunne darm heeft veel enzymen om alle stoffen nog eens te verteren
  • de oppervlakte is bezaaid met darmvlokken (villi)
  • dit zorgt voor een enorm oppervlak
  • de darmen geven het brein een signaal te stoppen met eten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opname
  • de bouwstenen worden opgenomen door de darmen
  • glucose, aminozuren en glycerol komen daarna in bloed of lymfe
  • via de poortader (vena portae) komen alle bouwstenen terecht bij de lever

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lever
  • de lever verzamelt alle bouwstenen
  • hij maakt van de bouwstenen grote stoffen, zoals eiwitten, suikers en vetten
  • de lever maakt gal
  • de lever ontgift
  • de lever zorgt voor warmte

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

resten
  • restanten gaan verder in de dikke darm (colon)
  • die haalt het vocht eruit zodat het restant indikt
  • in de dikke darm leven ook veel bacteriën (darmflora), die voor ons nuttige taken verrichten

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welk medicijn heeft risico op diarree?
A
paracetamol
B
antibiotica
C
amfetamine
D
neusdruppels

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat gebeurt er als de darmen niet meer goed werken?
A
stijgt de bloeddruk
B
is er bloed in de ontlasting
C
raak je verstopt
D
heeft de ontlasting een grijswitte kleur

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ziekte van Crohn
  • de wand reageert niet goed op de omgeving (resten, bacteriën)
  • de wand van de dikke darm is steeds ontstoken
  • er ontstaan zweertjes en kloofjes
  • er is een risico op darmkanker

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ziekte diabetes
  • de alvleesklier maakt insuline
  • de cellen zijn niet gevoelig voor insuline
  • glucose blijft in het bloed
  • de cel krijgt geen brandstof en gaat hiervoor vet gebruiken
  • glucose wordt uitgeplast
  • afbraak van vet wordt uitgeademd (acetonlucht)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat kan iemand niet meer als deze een darmziekte heeft?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat kan iemand niet meer als deze suikerziekte heeft?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

noem het orgaan en een ziekte van het orgaan...

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf kort de ideale werkplek van je buur en post hiervan een foto ( licht die toe).

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

wat ga je onthouden?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesevaluatie
Noem 3 zaken die je onthouden hebt uit deze les.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies