Horizon College
Word de beste versie van jezelf

Ouderavond proeflesje remindlearning

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMentorles+3Middelbare schoolMBOvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6Studiejaar 1-4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Module-inzicht: Je kunt overal beter in worden.
Lesinzicht: Je kunt beter worden in onthouden door te associëren en visualiseren. 

Benodigdheden: Voor deze module hebben de leerlingen 2 lege blaadjes nodig.

Relevante pagina's uit het Slim Jezelf Zijn-boek: p. 32-33

Extra informatie
Deze les gaat over de wondere wereld van het geheugen. De techniek die in deze les wordt aangeboden is het visualiseren van informatie. Deze techniek is met weinig oefening al toe te passen, maar met veel oefening wordt het een ware superkracht. Daarom is het een mooie manier om leerlingen te laten ervaren dat leren iets is waar je beter in kunt worden.

Leerdoelen
Aan het einde van de les...
  • kan je uitleggen wat 'visualiseren' is.  
  • weet je hoe je het bedenken van plaatjes kunt gebruiken om iets te onthouden.

Slide 2 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Vraag of alle leerdoelen duidelijk zijn voor iedereen.


  • Er verschijnen zo na elkaar 10 woordparen in beeld (zoals trui - fiets)

  • Onthoud welke woorden bij elkaar horen
    (zonder ze op te schrijven) 
De woordparentest

Slide 3 - Tekstslide

  • Lees de instructie op de slide voor.
  • Leg alvast uit hoe het straks overhoord gaat worden
Extra informatie
In het filmpje (op de volgende slide) komen één voor één 10 woordparen in beeld. Aan de leerlingen de taak om deze te onthouden. Vervolgens zal bij het tweede filmpje telkens één van de twee woorden worden getoond en moeten de leerlingen het andere woord opschrijven.
Voorbeeld: het woordpaar is trui - fiets. Dan krijgen de leerlingen bij het tweede filmpje alleen het woord 'trui' te zien en moeten zij dus het woord 'fiets' opschrijven.

Slide 4 - Video

  • Speel het filmpje af.
  • Zorg ervoor dat de leerlingen niet meeschrijven en het voor zichzelf doen.

  • Pak je pen en papier

  • Schrijf het woord op dat hoort bij het woord 
op het scherm. 
We gaan overhoren!

Slide 5 - Tekstslide

  • Lees de instructie op de slide voor.
  • Leg alvast uit hoe het straks overhoord gaat worden
Extra informatie
In het filmpje (op de volgende slide) komen één voor één 10 woordparen in beeld. Aan de leerlingen de taak om deze te onthouden. Vervolgens zal bij het tweede filmpje telkens één van de twee woorden worden getoond en moeten de leerlingen het andere woord opschrijven.
Voorbeeld: het woordpaar is trui - fiets. Dan krijgen de leerlingen bij het tweede filmpje alleen het woord 'trui' te zien en moeten zij dus het woord 'fiets' opschrijven.

Slide 6 - Video

  • Speel het filmpje af.

Kijk je antwoorden na
6. Oor - Bed
7. Appel - Bikini
8. Afrika - Boom
9. Rood - TV
10. Dokter - Oven

1. Zon - Kat
2. Poster - Chocola
3. Thee - Foto
4. Olifant - Plant
5. Gras - Paraplu

Slide 7 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen hun antwoorden nakijken. 
Wat heb je gedaan om de
woordparen te onthouden?

Slide 8 - Woordweb

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
  • Vraag door op een aantal verschillende 'technieken' en hoe dit voor de leerlingen werkte.
Extra informatie
Leerlingen zijn zich vaak niet bewust van het feit dat ze een strategie of techniek toepassen als ze onthouden. Hun huidige aanpak is zo'n sterke gewoonte geworden dat ze zich niet meer bewust zijn van de andere opties die ze hebben om iets te onthouden. Door hierover met de leerlingen in gesprek te gaan worden ze zich bewust van het feit dat er meer mogelijk is dan ze nu denken en dat andere leerlingen andere (misschien wel betere) strategieën gebruiken. Voor meer onthoudtechnieken raden we Joshua Foer's boek 'Het Geheugenpaleis' aan als naslagwerk.

Slide 9 - Tekstslide

Extra informatie
Tijdens het ervaren krijgen leerlingen wetenschappelijke theorie en slimme leertips uitgelegd waar ze vervolgens mee aan de slag gaan. Het doel is dat ze ontdekken hoe de aangeboden kennis, technieken en/of strategieën voor hen werken. Hierin is het belangrijk dat de leerlingen het zelf gaan ervaren. Alleen dan kunnen ze kiezen wat ze hier verder mee willen doen. Voor meer informatie, zie p. 12 en 13 van het Slim Jezelf Zijn-boek.

Visualiseren  
Het bedenken van een plaatje in je hoofd noemen we 'visualiseren'.  Dit kan heel handig zijn wanneer je iets wilt onthouden: je hersenen zijn namelijk heel goed in het bedenken en onthouden van plaatjes. 

Probeer je maar eens in te beelden dat er nu een roze olifant het lokaal inloopt... 


Slide 10 - Tekstslide

  • Leg uit wat visualiseren inhoudt, aan de hand van de tekst op de slide. 
  • Wie zag er allemaal toch een roze olifant? Of een ander soort olifant?
  • Vraag eventueel de leerlingen om aan andere voorwerpen (bijvoorbeeld gereedschapskist, hangmat, bureau) te denken en vraag of/wat ze voor zich zien. 
Extra informatie
Veel zullen ondanks het woordje 'niet' toch een roze olifant voor zich zien. Dit laat zien hoe sterk het denken in beelden is, dat gaat veel sneller dan het verwerken van woorden. Hier kan je dan ook slim gebruik van maken om dingen makkelijker te onthouden. 

Denken in plaatjes 
We kunnen heel veel onthouden door te denken in plaatjes. Als je de twee woorden uit de woordparentest samen wilt onthouden, kan dat door de woorden samen in één beeld voor je te zien.

Slide 11 - Tekstslide

  • Lees de tekst op de slide voor.


Hoe gekker hoe beter
Hoe gekker het beeld, hoe makkelijker je het onthoudt. Maak het plaatje daarom groot, grappig, sexy of bizar!

Slide 12 - Tekstslide

  • Lees de tekst op de slide voor.

We gaan het uitproberen

Pas het bedenken van plaatjes nu toe op 
de volgende woordparentest. Er komen weer 10 woordparen in beeld die je moet onthouden.

Slide 13 - Tekstslide

  • Lees de tekst op de slide voor.
  • De leerlingen hebben hiervoor weer een leeg blaadje nodig.

Vier tips
  1. Maak van de twee woorden één beeld in je hoofd.
  2. Maak het beeld zo gek mogelijk.
  3. Maak het niet te moeilijk.
  4. Herhaal NIET.

Slide 14 - Tekstslide

  • Lees de tekst op de slide voor.

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies


  • Pak je pen en papier 

  • Schrijf het woord op dat hoort bij het woord 
op het scherm. 
We gaan overhoren!

Slide 16 - Tekstslide

  • Lees de instructie op de slide voor.
  • Leg alvast uit hoe het straks overhoord gaat worden
Extra informatie
In het filmpje (op de volgende slide) komen één voor één 10 woordparen in beeld. Aan de leerlingen de taak om deze te onthouden. Vervolgens zal bij het tweede filmpje telkens één van de twee woorden worden getoond en moeten de leerlingen het andere woord opschrijven.
Voorbeeld: het woordpaar is trui - fiets. Dan krijgen de leerlingen bij het tweede filmpje alleen het woord 'trui' te zien en moeten zij dus het woord 'fiets' opschrijven.

Slide 17 - Video

  • Speel het filmpje af.
Kijk je antwoorden na
1. Sinaasappel - President
2. Yoghurt - Groen
3. Bal - Ninja
4. Laptop - Mama
5. Beer - T-shirt

6. Leraar - Tomaat 
7. E-mail - Chinees 
8. Explosie - Water 
9. Bank - Koffie
10. Rapper - Shampoo

Slide 18 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen hun antwoorden nakijken.


Heb je bij test 2 meer woordparen
onthouden dan bij test 1?
Ja
Nee

Slide 19 - Poll

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
  • Benoem dat het niet erg is als het nog niet beter is gegaan. Door te oefenen kan je er beter in worden!

Slide 20 - Tekstslide

Extra informatie
'Mijn experiment' is de laatste stap van het proces. Bij de check is de huidige aanpak duidelijk geworden. Bij het ervaren zijn ze aan de slag gegaan met een andere manier van leren. Nu is het tijd voor de leerlingen om te bedenken wat ze hiervan mee willen nemen om uit te proberen, verder mee te oefenen of een nieuwe, waardevolle gewoonte van te maken. Het helpt om dit plannetje zo concreet mogelijk te maken. Dat zorgt ervoor dat het makkelijker wordt om het experiment ook daadwerkelijk uit te voeren.
Wij geven steeds drie voorbeelden van passende experimenten, maar het is belangrijk dat leerlingen ook de ruimte voelen om zelf iets te kiezen, mits het concreet is.

ij geven steeds drie voorbeelden van passende experimenten, maar het is belangrijk dat leerlingen ook de ruimte voelen om zelf iets te kiezen, mits het concreet is. 
Voorbeelden van een experiment
  • Ik ga de woordjes voor mijn proefwerk Frans van volgende week onthouden door de woorden te visualiseren.
     
  • Wanneer ik woensdag voor geschiedenis leer, ga ik er hele gekke beelden bij bedenken.
     
  • Op het verjaardagsfeestje aankomend weekend ga ik alle namen proberen te onthouden door bij iedere naam een plaatje te bedenken.

Slide 21 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Laat de leerlingen een van de experimenten kiezen die zij de komende week gaan uitproberen.
  • Als de leerlingen zelf een goed idee hebben voor een experiment, kunnen zij dat ook kiezen. Daarbij is het wel belangrijk dat het concreet is.
  • De leerlingen kunnen op de volgende slide hun experiment invullen. 

Wat wordt jouw experiment?
Kies een van de voorbeelden of bedenk zelf een experiment

Slide 22 - Open vraag

  • Benoem dat het belangrijk is om het zo concreet mogelijk te maken.
  • Vraag een aantal leerlingen of ze hun experiment willen toelichten.
  • Wanneer een experiment nog niet zo concreet is, kan je erop doorvragen. ("Wat ga je precies doen?", "Wanneer ga je het doen?", "Wat is de eerste stap?"). 

Wat vond je van deze les?

Slide 23 - Open vraag

  • Laat leerlingen de vraag beantwoorden.
Extra informatie
Als je de les aan 'Mijn lessen' hebt toegevoegd en de les hebt gegeven, kan je achteraf bij 'rapportages' de antwoorden van de leerlingen op een later moment nog inzien.

Slide 24 - Tekstslide

  • Sluit de les op gepaste wijze af.