Horizon College
Word de beste versie van jezelf

Bloedgassen

Bloedgassen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bloedgassen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Bloedwaarden/ 4. Bloedgassen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een oorzaak voor metabole alkalose?
A
Hyperthyreoïdie
B
Brandwonden
C
Diarree
D
Circulatoire shock

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Welke stoornis verwacht men bij een COPD patiënt?
A
Respiratoire alkalose
B
Respiratoire acidose
C
Metabole alkalose
D
Metabole acidose

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Door uitscheiding van welke ionen in de urine regelt het lichaam het zuurbase evenwicht?
A
Ammoniak
B
Fosfaat
C
Waterstof
D
Alle bovengenoemde antwoorden zijn juist

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Een patiënt presenteert zich op de Spoedeisende Hulp met het volgende arterieel bloedgas: pH 7,32 , verlaagd HCO3 , normale pCO2. Hoe classificeer je deze zuurbasestoornis?
A
Metabole acidose
B
Metabole alkalose
C
Respiratoire acidose
D
Respiratoire alkalose

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Bij welke aandoening/situatie verwacht je een respiratoire alkalose?
A
Te diepe sedatie
B
Hyperventilatie
C
Diabetische keto acidose
D
Diureticagebruik

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Een patiënt heeft een alkalose als gevolg van braken. Op welke manier gaat hij compenseren, en hoe snel heeft dit effect?
A
Langzamere ademhaling, heeft snel effect
B
Langzamere ademhaling, heeft pas na een aantal dagen effect
C
Snellere ademhaling, heeft snel effect
D
Snellere ademhaling, heeft pas na een aantal dagen effect

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een normale pH waarde voor het bloed?
A
7,3
B
7,4
C
7,5
D
7,6

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Bij hyperventilatie gaat iemand meer ademen dan nodig, vaak door angst of stress. Wat is het gevolg op het CO2 gehalte van het bloed? En op de pH?
A
CO2 gehalte in het bloed en de pH stijgen
B
CO2 gehalte in het bloed en de pH dalen
C
CO2 gehalte in het bloed stijgt en de pH daalt
D
CO2 gehalte in het bloed daalt en de pH stijgt

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Sommige stoffen kunnen de ademhalingsfrequentie verlagen of verhogen. Welke van onderstaande stoffen verlaagt het ademhalingsritme?
A
Cafeïne
B
Adrenaline
C
Paracetamol
D
Opiaten

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Waar in het lichaam is de pH het laagst?
A
Speeksel
B
Maag
C
de PH is in het gehele lichaam gelijk
D
Bloed

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Welke twee organen spelen de belangrijkste rol in het constant houden van de pH in het lichaam?
A
Nieren en Longen
B
Nieren en Lever
C
Lever en Longen
D
Nieren en milt

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide