Horizon College
Word de beste versie van jezelf
‹Terug naar zoeken

Klima

Die Umgebung (Wortschatz)
Lernliste Niederländisch-Deutsch
1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 8 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

Die Umgebung (Wortschatz)
Lernliste Niederländisch-Deutsch

Slide 1 - Tekstslide

Weet jij de betekenis van deze Duitse woorden? 
Zet de juiste bij elkaar.
der Himmel
es gibt
der Ort
die Wälder
achten auf
Im Frühling
zelten
das Meer
der Fluss
die Nahrung
die Umgebung
die Insel
de rivier
in de lente
er is / er zijn
de omgeving
de plaats
de bosssen
de zee
de lucht
het eiland
de voeding
letten op
kamperen

Slide 2 - Sleepvraag

Präteritum
sein
A
ich bin
B
ich was
C
ich war
D
ich ware

Slide 3 - Quizvraag

Präteritum
sein
A
ihr seit
B
ihr wart
C
ihr waret
D
ihr seid

Slide 4 - Quizvraag

Präteritum
haben
A
du hattest
B
du hatest
C
du habtest
D
du habte

Slide 5 - Quizvraag

Präteritum
haben
A
wir hatten
B
wir habten
C
wir hattet
D
wir haten

Slide 6 - Quizvraag

Präsens
werden (worden)
A
ihr werden
B
ihr werdet
C
er werde
D
er wird

Slide 7 - Quizvraag

Präsens
werden (worden)
A
er werdet
B
ich werdt
C
du werdst
D
ich werde

Slide 8 - Quizvraag