WFT Basis hoofdstuk 20 (Verzekeringsbegrippen)

• Praktische economie
• MBO
• Studiejaar 1

Verzekeringsbegrippen?

Je kunt drie categorieën verzekeren, welke van onderstaande is dat niet?

1. Materiële bezittingen
2. Vermogen
3. Psychisch
4. Gezondheid

Welk risico moet je verplicht verzekeren?

1. AVP
2. Rechtsbijstand
3. Verkeer
4. Ziektekosten

Als een bank geld wil ophalen voor langer dan twee jaar, dan doet hij dat op de...

1. Vermogensmarkt
2. Geldmarkt
3. Kapitaalmarkt
4. Obligatiemarkt

Wat is het idemniteitsbeginsel?

1. Dat je altijd je verzekerde bedrag krijgt uitgekeerd
2. Dat je nooit meer dan de daadwerkelijke schade krijgt uitgekeerd
3. Dat je meer krijgt uitgekeerd dan de daadwerkelijke schade
4. Dat je altijd minder krijgt uitgekeerd dan de daadwerkelijke schade

Twee stellingen, wat is juist?
1. Een sommenverzekering keert een bedrag uit dat op voorhand is bepaald als iets zich voordoet.
2. Een persoonsverzekering kan óók een sommenverzekering zijn.

1. Beide stellingen zijn juist
2. Alleen stelling 1 is juist
3. Alleen stelling 2 is juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Twee stellingen, wat is juist?
1. Bij onderverzekering krijg je als verzekerde minder dan de daadwerkelijke schade uitgekeerd.
2. Bij oververzekering krijg je als verzekerde meer dan de daadwerkelijke schade uitgekeerd.

1. Beide stellingen zijn juist
2. Alleen stelling 1 is juist
3. Alleen stelling 2 is juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Wat is een premier-risque?

1. Dat je als verzekeraar het eerste recht hebt op het onderpand
2. Dat je als verzekerde voor je partner komt
3. Dat jij de eerste betalende bent en niet je partner
4. Dat de verzekeraar nooit meer hoeft te betalen dan een x bedrag, als de schade moeilijk in te schatten is