Horizon College
Word de beste versie van jezelf

Lessonup Project 2

LessonUp Project 2 Fam. Verharen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 62 min

Onderdelen in deze les

LessonUp Project 2 Fam. Verharen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Is dit een goed voorbeeld hoe je een afspraak maakt?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

Wat zijn voorbeelden van non-verbale communicatie?

Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
De klant aanspreken met u
B
De klant vertellen dat de juiste kleur verf niet op voorraad is
C
Tijdens een gesprek met de klant met je armen over elkaar staan
D
Tijdens een gesprek met de klant oogcontact maken

Slide 5 - Quizvraag

Je wil tijdens een klus de bewoners van een flat informeren over geplande werkzaamheden. Een aantal bewoners van het flatgebouw is echter nooit thuis. Hoe kan dit probleem het beste worden opgelost? 
A
Door een kaartje in de brievenbus te doen, met het verzoek om contact op te nemen met de schilders.
B
Door als de mensen niet thuis zijn en niet reageren, hun huis niet te schilderen.  
C
Door de ramen en deuren dicht te schilderen zonder de sponningen te schilderen.
D
Door aan de buren te vragen of zij een sleutel hebben, zodat jullie toch naar binnen kunnen.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Wat kan je beter in zo'n gesprek doen?
A
Geef een telefoonnummer van klachtenlijn
B
Het gesprek ging goed
C
Laten merken dat je de klacht serieus neemt
D
De klant moet niet zo zeuren

Slide 8 - Quizvraag

In het kleurenplan is het RAL-nummer 1026 opgenomen. Je hebt hier dus met een gele kleur te maken
A
B

Slide 9 - Quizvraag

Maak een foto van iets met een de kleur Ral 5019

Slide 10 - Open vraag

Wie mogen hangsteigers opbouwen en afbouwen?
A
Leerlingen boven de 18 jaar
B
Alleen geschoolde steigerbouwers
C
Alleen de eigenaar van het bedrijf
D
Zowel leerlingen boven Leerlingen boven 21 jaar

Slide 11 - Quizvraag

Je mag best een hele dag op een ladder werken?
A
B

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer mag je een ladder gebruiken?

Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Als andere klimmaterialen te gevaarlijk zijn
B
Als er geen ruimte is om andere klimmaterialen te gebruiken
C
Als je alleen een ladder bij je hebt en je anders de klus uit moet stellen
D
Als je op 8 meter hoogte wilt werken

Slide 13 - Quizvraag

Tot welke hoogte mag je op een ladder werken?
A
3 meter
B
5 meter
C
8 meter
D
10 meter

Slide 14 - Quizvraag

Je ziet onderstaand symbool op je gereedschap staan. Wat betekent dit symbool?
A
Dubbel geïsoleerd gereedschap
B
Enkel geïsoleerd gereedschap
C
Niet geïsoleerd gereedschap
D
Gereedschap werkt op batterij

Slide 15 - Quizvraag

Hieronder zie je een raam. Hoeveel meter afplaktape heb je nodig om dit raam rondom af te plakken?
A
1.25 meter
B
6 meter
C
12,5 meter
D
600 meter

Slide 16 - Quizvraag

Je gaat bij een klant de binnenmuren schilderen. Van te voren wil je de verf bestellen. Welke informatie heb je nodig om de juiste hoeveelheid materiaal te kunnen berekenen?

Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
De afmetingen van de muren
B
De dikte van de verf
C
Het rendement van de verf
D
De kleur van de verf

Slide 17 - Quizvraag


Hoe kom je achter het rendement van de verf?
A
Dit moet je aan de klant vragen.
B
Dit moet je uitrekenen.
C
Dit vind je op het productinformatieblad.
D
Proeven opzetten

Slide 18 - Quizvraag


Welk plaatmateriaal is bijzonder geschikt om te gebruiken in de houtskeletbouw?
A
Hardboardplaat
B
MDF
C
Vurentriplex
D
Betonplex

Slide 19 - Quizvraag

Dilitatie
Lignine
Capillair

Slide 20 - Sleepvraag

Vochtproblemen kun je preventief aanpakken. Je voorkomt dan een probleem. Wat zijn voorbeelden van een preventieve aanpak?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.


A
Aangetast hout verwijderen
B
Een nieuw beschermend verfsysteem toepassen
C
Gezond hout impregneren
D
Verbindingen goed afdichten

Slide 21 - Quizvraag

Maak een foto van iets waarbij alle drie de primaire kleuren zijn gebruikt.

Slide 22 - Open vraag

Welk fenomeen zie je op onderstaande afbeelding?
A
Absolute vochtafsluiting
B
Relatieve vochtafsluiting

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Welke uitspraak over het gebruik van verdunningsmiddel is juist?
A
Als je meer verdunningsmiddel toevoegt, wordt de laagdikte van de verf beter.
B
Als je meer verdunningsmiddel toevoegt, wordt de weersbestendigheid beter.
C
Door het gebruik van verdunningsmiddel wordt de glans beter.
D
Aan blanke lak voor de tweede of volgende lagen voeg je nagenoeg geen verdunningsmiddel toe.

Slide 25 - Quizvraag

Waarom wordt de eerste laag van een vernis sterk verdund?
A
Om een betere weerbestendigheid te bereiken
B
Om een goede hechting met de ondergrond te bereiken
C
Om ervoor te zorgen dat het hout niet verkleurd
D
Om zo weinig mogelijk laagdikte aan te brengen

Slide 26 - Quizvraag