LOWAN thema 3 en 5
1 / 61
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
......blouse
A
De
B
Het
Slide 3 - Quizvraag
...... tante
A
De
B
Het
Slide 4 - Quizvraag
....... t-shirt
A
De
B
Het
Slide 5 - Quizvraag
..... gezin
A
De
B
Het
Slide 6 - Quizvraag
....... hemd
A
De
B
Het
Slide 7 - Quizvraag
.... kind
A
De
B
Het
Slide 8 - Quizvraag
........ slippers
A
De
B
Het
Slide 9 - Quizvraag
..... collega
A
De
B
Het
Slide 10 - Quizvraag
...... panty
A
De
B
Het
Slide 11 - Quizvraag
...... puber
A
De
B
Het
Slide 12 - Quizvraag
...... horloge
A
De
B
Het
Slide 13 - Quizvraag
.... liefdesverdriet
A
De
B
Het
Slide 14 - Quizvraag
...... ketting
A
De
B
Het
Slide 15 - Quizvraag
.... geboorte
A
De
B
Het
Slide 16 - Quizvraag
..... markt
A
De
B
Het
Slide 17 - Quizvraag
...... team
A
De
B
Het
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Wat is dit?
Slide 20 - Open vraag
Wie is dit?
Slide 21 - Open vraag
Wat is dit?
Slide 22 - Open vraag
Wie is dit?
Slide 23 - Open vraag
Wat is dit?
Slide 24 - Open vraag
Wie is dit?
Slide 25 - Open vraag
Wat is dit?
Slide 26 - Open vraag
Wat is dit?
Slide 27 - Open vraag
Wat is dit?
Slide 28 - Open vraag
Wat is dit?
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Tekstslide
Is dit het T-shirt?
A
Ja, dit is het t-shirt
B
Nee, dit is de onderbroek
C
Nee, dit is het t-shirt niet
D
Ja, dit is de onderbroek
Slide 31 - Quizvraag
Is dit de dochter?
A
Ja, dit is de dochter
B
Nee, dit is de zus
C
Ja dit is de moeder
D
Ja, dit is de zoon
Slide 32 - Quizvraag
Zijn dit de sandalen?
A
Ja, dit is de sandalen
B
Ja, dit zijn de sandaalen
C
Nee, dit zijn de slippers
D
Ja, dit zijn de sandalen
Slide 33 - Quizvraag
Is dit de oom?
A
Nee, dit is de oom niet
B
Ja, dit is de oom
C
Nee, dit is de vrouw
D
Ja, dit is de vrouw
Slide 34 - Quizvraag
Is dit een horloge?
A
Nee dit is een bril
B
Nee, dit is geen horloge
C
Nee , dit is een horloge niet
D
Ja, dit is een horloge
Slide 35 - Quizvraag
Is dit een schoolkind?
A
Nee dit is een schoolkind niet
B
Nee dit is een baby
C
Nee, dit is geen schoolkind
D
Ja dit is een schoolkind
Slide 36 - Quizvraag
Slide 37 - Tekstslide
Ik ……………………… aan mijn familie. (denken)
Slide 38 - Open vraag
Jullie ………………………… in een korte broek. (sporten)
Slide 39 - Open vraag
Jij …………………… naar de buurvrouw. (lopen)
Slide 40 - Open vraag
Hij ……………………… zijn schoenen ………………. (aantrekken)
Slide 41 - Open vraag
De man …………………………. liefdesverdriet. (hebben)
Slide 42 - Open vraag
Slide 43 - Tekstslide
Ik heb een stift
Het is ........ stift
Het is ........ stift
A
Jouw
B
Mijn
C
Jullie
D
Ik
Slide 44 - Quizvraag
Jij ............. een stift
Het is ............ stift
Het is ............ stift
A
hebt,jouw
B
heeft,jouw
C
hebt,mijn
D
heeft,mijn
Slide 45 - Quizvraag
Wij hebben een stift
Het is............ stift
Het is............ stift
A
Jullie
B
Onze
C
Ons
D
Hun
Slide 46 - Quizvraag
Zij heeft een stift
Het is ....... stift
Het is ....... stift
A
Uw
B
Zijn
C
Haar
D
Jouw
Slide 47 - Quizvraag
Slide 48 - Tekstslide
Hoe laat is
A
Kwart over zes
B
Kwart voor vijf
C
vijf uur
D
Kwart over vijf
Slide 49 - Quizvraag
A
twaalf uur
B
Half elf
C
Half twaalf
D
kwart voor twaalf
Slide 50 - Quizvraag
A
twaalf uur
B
acht uur
C
half acht
D
half twaalf
Slide 51 - Quizvraag
A
kwart voor negen
B
kwart voor tien
C
negen uur
D
kwart over tien
Slide 52 - Quizvraag
A
Kwart over zeven
B
Half zeven
C
Kwart over zes
D
Kwart voor zes
Slide 53 - Quizvraag
Slide 54 - Tekstslide
De kleuter loopt . . . . . . . . . . . . de oma.
A
Naar
B
Op
C
In
D
Naast
Slide 55 - Quizvraag
Wie praat . . . . . . . . . . . opa?
A
Naast
B
Met
C
In
D
Onder
Slide 56 - Quizvraag
Het schoolkind telt . . . . . . . . . . . 100.
A
Onder
B
In
C
Tot
D
Met
Slide 57 - Quizvraag
Slide 58 - Tekstslide
653
A
zeshonderdrieënvijftig
B
vijfhonderddrieënvijftig
C
zeshonderdvijfendertig
D
zeshonderddrie
Slide 59 - Quizvraag
1000
A
Douzend
B
Honderd
C
Hondert
D
Duizend
Slide 60 - Quizvraag
210
A
tweehonderdeen
B
tweehonderdtien
C
tweetien
D
eenentwintigtien