Horizon College
Word de beste versie van jezelf

Breuken en decimale getallen 7.5

1 / 7
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOBasisschoolMiddelbare schoolStudiejaar 1

In deze les zitten 7 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen
3/7 = 9/21 (want zowel teller als noemer keer 3)
1/10 = 5/50 (want zowel teller als noemer keer 5)
3/50 = 6/100 (want zowel teller als noemer keer 2)

Vereenvoudigen =
9/12 = 3/4 (want zowel teller als noemer gedeeld door 3)
4/100 = 1/25 (want zowel teller als noemer gedeeld door 4)



Slide 2 - Tekstslide

Vereenvoudig:
a. 4/40 =
b. 3/9 =
c. 5/20 =

Slide 3 - Open vraag

Van decimaal naar breuk
0,1: één cijfer achter de komma = één tiende
0,45: twee cijfers achter de komma = honderdsten
0,789: drie cijfers achter de komma = ??

Dus 0,1 = 1/10
Dus 0,45 = 45/100
Dus 0,789 = ??

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf als breuk:
a. 0,66 =
b. 0,9 =
c. 1,23 =

Slide 5 - Open vraag

Van breuk naar decimaal
5/10 = 0,5 (want één cijfer achter de komma = tienden)
23/100 = 0,23 (want twee cijfers achter de komma = honderdsten)

1/50 = 2/100 = 0,02
1/25 = 4/100 = 0,04

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf als decimaal
a. 3/5 =
b. 1/4 =
c. 3/20 =

Slide 7 - Open vraag