Horizon College
Word de beste versie van jezelf

V2 unité 6 faire des courses

V2 unité 6 faire des courses
Je vais acheter 
du...
de la ...
de l'...
des 
Unité 6: Je vais faire des courses - 
ik ga boodschappen doen
Grammaire 2 (p    ) 

du  pain  =  brood              une bouteille de...  =   een fles ...
de la confiture    = jam       un kilo  de ...     =     een kilo ...
de l' eau  = water                 pas de   =               geen ...
des  pâtes  = pasta              beaucoup de ...     =     veel  ... 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

V2 unité 6 faire des courses
Je vais acheter 
du...
de la ...
de l'...
des 
Unité 6: Je vais faire des courses - 
ik ga boodschappen doen
Grammaire 2 (p    ) 

du  pain  =  brood              une bouteille de...  =   een fles ...
de la confiture    = jam       un kilo  de ...     =     een kilo ...
de l' eau  = water                 pas de   =               geen ...
des  pâtes  = pasta              beaucoup de ...     =     veel  ... 

Slide 1 - Tekstslide

Je prends = ik neem
Je voudrais  = ik wil graag
Autre chose? = (nog) iets anders?
Ça coute.... euros = dat kost ... euro
C'est ... euros = dat is .... euro

vingt euro cinquante centimes (20, 50 euro)
quinze euro vingt centimes (15,20 euro)
etc. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

prendre =
A
ik neem
B
nemen
C
ik koop
D
kopen

Slide 5 - Quizvraag

Tu prends une pizza?
A
Ga je pizza maken?
B
Neem je een pizza?
C
Verkoop jij pizza?

Slide 6 - Quizvraag

Je voudrais avoir un kilo de pommes.
A
Ik wil graag een kilo appels.
B
Ik wil graag een kilo aardappels.
C
Ik verkoop alleen appels per kilo.
D
Wat kost een kilo appels?

Slide 7 - Quizvraag

Autre chose?
A
Kies jij iets anders?
B
(Wilt u) nog iets anders?
C
Koop jij pindasaus?
D
Wie is er aan de beurt?

Slide 8 - Quizvraag

Je voudrais un kilo .... oranges
A
de
B
d'
C
des
D
de la

Slide 9 - Quizvraag

Je voudrais ... bananes
A
des
B
de
C
de la
D
de l

Slide 10 - Quizvraag

Une bouteille .... (water)
A
eau
B
de l'eau
C
d'eau
D
des eaux

Slide 11 - Quizvraag

Wat zeg je de winkel in komt
A
bonjour
B
au revoir
C
salut
D
bonne journée

Slide 12 - Quizvraag

Wat zeg je als je weg gaat
A
salut
B
bonjour
C
au revoir, bon jour
D
au revoir, bonne journée

Slide 13 - Quizvraag

je wilt 4 croissants en een stokbrood
A
Je veux 4 croissants et une baguette s.v.p.
B
Je voudrais 4 croissants et une baguette s.v.p.
C
J'ai 4 croissants et une baguette s.v.p.
D
J'achète 4 croissants et une baguette s.v.p.

Slide 14 - Quizvraag

heeft u ook water met prik?
A
Avez-vous aussi de l'eau gazeuze?
B
Avez-vous aussi eau gazeuze?
C
Avez-vous aussi d'eau gazeuze?

Slide 15 - Quizvraag

Ik wil graag 3 flessen cola
A
Je voudrais 3 bouteilles de la coca cola.
B
je voudrais 3 bouteilles de coca.

Slide 16 - Quizvraag

Nog iets anders?
A
Chaque chose?
B
Autre choix?
C
Autre chose?
D
Même chose?

Slide 17 - Quizvraag

Mag ik betalen?
A
Je peux payer?
B
Je peux gagner?
C
Je peux avoir mon argent?
D
Voulez-vous de l'argent?

Slide 18 - Quizvraag

du riz
A
de rijst
B
rijst

Slide 19 - Quizvraag

les tomates
A
de tomaten
B
tomaten

Slide 20 - Quizvraag

Veel water
A
Plus d'eau
B
Beaucoup d'eau
C
Plus de l'eau
D
Beaucoup de l'eau

Slide 21 - Quizvraag

pindakaas
A
du beurre de cacahuètes
B
le beurre de cacahuètes
C
Le beurre de pinda
D
du beurre de pinda

Slide 22 - Quizvraag