Horizon College
Word de beste versie van jezelf

lesson 4

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today's programme
- looking back at last week's lesson
- aanwijzende voornaamwoorden
- lezen en luisteren: ghost town
- woordenschat opdracht; the kitchen

ghosttown kan nog volgende week + puzzeltje of iets


Leerdoel: Je weet welke vier demonstrative pronouns er zijn en wanneer je welke moet gebruiken.
Je weet de betekenis van een aantal belangrijke woorden in de keuken.



Slide 2 - Tekstslide

Looking back at last week's lesson
- uitdrukkingen met 'see' and woordzoeker

Slide 3 - Tekstslide

This

enkelvoud (1)
dichtbij
That

enkelvoud (1)
ver weg 
These

meervoud (2 of meer)
dichtbij
Those

meervoud (2 of meer)
ver weg

Slide 4 - Tekstslide


Kies het juiste aanwijzende voornaamwoord, kies uit: 
this / that / these / those

1. Wait a second! That is my shirt,………………. one here is yours.
2. Owen is going to talk to ………………………….. girls over there.
3. I liked ………………………. trainers you were wearing yesterday.
4. ……………….. cinema on Bond Street is much better than this one.
5. Stay inside, ……………..thunderstorm over there is coming our way.
6. ………….. guests here at the front desk have a complaint about their room.
7. Look out! …… road is icy!
8. ……………………….house here is mine.
9. The cats are running to ……………trees over there.
10. ………is my cousin, Elsa.

Slide 5 - Tekstslide

What is a 'ghost town'?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Link

Officially, Monowi is
A
a ghost town
B
an unrecognized town
C
a small town

Slide 8 - Quizvraag

Eiler makes city plans because
A
she wants Monowi to be eligible for state money
B
she has a lot of spare time
C
she wants new people to move in

Slide 9 - Quizvraag

Eiler is happy living in Monowi because
A
she likes to be alone
B
she's hopeful that new residents will come
C
she gets to see visitors often

Slide 10 - Quizvraag

The kitchen

Slide 11 - Woordweb

Exercise 2
I will now hand out an exercise about kitchen vocabulary
the kitchen british english teacher

Slide 12 - Tekstslide

Je weet welke vier demonstrative pronouns er zijn en wanneer je welke moet gebruiken.

Slide 13 - Woordweb

Leerdoel: je weet de betekenis van een aantal belangrijke woorden in de keuken.

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent cupboard?

Slide 15 - Open vraag

Wat betekent drawer?

Slide 16 - Open vraag

Wat betekent sink?

Slide 17 - Open vraag

Wat betekent cooker?

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent fridge?

Slide 19 - Open vraag

Wat betekent shelf?

Slide 20 - Open vraag

Wat betekent bowl?

Slide 21 - Open vraag

Wat betekent woorden spoon?

Slide 22 - Open vraag

Leerdoel: Je weet welke vier demonstrative pronouns er zijn en wanneer je welke moet gebruiken.
Je weet de betekenis van een aantal belangrijke woorden in de keuken.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide