Horizon College
Word de beste versie van jezelf

Past Simple VS Present Perfect with warm up

Today:
We will:
- Do a warm up
- Work with the Past Simple and Present Perfect



1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Today:
We will:
- Do a warm up
- Work with the Past Simple and Present Perfect



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What has teeth but cannot eat?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jerry’s mom has 4 kids. The first kid’s name is Blue, because he has blue eyes. The second kid’s name is Green, because she has green eyes. The third kid’s name is Brown because he has brown eyes. What is the fourth kid’s name?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Past simple

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple
You use the past simple when something happened in the past and is finished.
The past simple is what we call in Dutch: de verleden tijd


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple 

Slide 7 - Tekstslide

The So as you can see in this slide, most verbs just get -ed behind it. 
Walk becomes walked
Play becomes played 
When we take a closer look at carry and study, we can see that they’ve got a consonant (medeklinker) before the -y, when this is de case the -y changes in -ies. 
Another thing we have to be aware of is that some verbs get a double consonant, like plan and stop. 
The Past Simple forms

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect & Past Simple

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple Present Perfect

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple vs Present Perfect

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple vs Present Perfect

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present perfect 
Wanneer je gebruik je de present perfect?

Iets is in het verleden begonnen en is nu nog bezig.
OF
Iets is in het verleden begonnen en daar zie je nu nog het resultaat van.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil present perfect en past simple
  • Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
  • Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

past simple
Is het al afgelopen?
nee
Present perfect
(have/has volt dw)
ja
Staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
ja
nee
Present perfect
(have/has+volt dw)
ww + ed /
2e vorm onr.

ja
no
No
ja

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect
                       


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden present perfect
for, yet, never, ever, just, already en since

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies