Horizon College
Word de beste versie van jezelf

Rekenen 2F, examenvoorbereiding deel 2

Rekenen 2F
Examensommen
Deel II
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Rekenen 2F
Examensommen
Deel II

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel is 1/8 deel van 400

Slide 2 - Open vraag

Uitleg
18400=50

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel miljoen kilo kan een containerschip van maximaal 10.000 containers met ieder een gewicht van 25 ton vervoeren.

Hoeveel miljoen kilo totaal?

Slide 4 - Open vraag

Uitleg
Hier zou je een woordenboek bij kunnen gebruiken om op te zoeken wat een ton is. 
Betekenis 'ton' :

3 (Nederland) honderdduizend euro
4 gewichtsmaat: 1000 kg

10000 containers X 25 000 kilo is 250 000 000         Dus 250 miljoen

Slide 5 - Tekstslide

Sjaak heeft jonge 2 karpers gekocht. Hij houdt de lengte in mm van de karpers bij in een tabel. Beide karpers blijven elke week even hard groeien
Na hoeveel weken zijn de karpers even lang? 
Weken
23
24
25
26
27
Sjon
200
275
350
425
500
Hugo
350
400
450
500
550

Slide 6 - Tekstslide

Na hoeveel weken zijn de karpers even lang?

Slide 7 - Open vraag

Uitleg
Dus in week 29 
Weken
28
29
Sjon
575
650
Hugo
600
650

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de gemiddelde temperatuur van deze 7 dagen? Rond af op 1 decimaal.

Slide 9 - Open vraag

Uitleg
Het gemiddelde van een een aantal waarnemingsgetallen is de som van alle waarnemingsgetallen gedeeld door het aantal waarnemingsgetallen. 
in dit geval alle temperaturen opgeteld (120) gedeeld door 7

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het minst?
A
Een vierde van 160
B
Een achtste van 360
C
Een vijfde van 240
D
Een tiende van 390

Slide 11 - Quizvraag

Uitleg
15240=48
14160=40
18360=45
110390=39

Slide 12 - Tekstslide

114x493=

Slide 13 - Open vraag

Uitleg
X
400
90
3
100
40000
9000
300
49300
10
4000
900
30
4930
4
1600
360
12
1972
=====
totaal
56202
493
114
x
===
1972
49300
49300
======
56202

Slide 14 - Tekstslide

Je bent onderweg naar Rotterdam, je moet nog 79 kilometer.
Hoeveel Staat er op de kilometerteller als je in Rotterdam aankomt?

Slide 15 - Open vraag

Witgoedzaak het Ezelsbruggetje heeft Airpods 3 in de aanbieding 
van € 189,00 voor € 169,--

Hoeveel korting in % heeft zij gehad?

Rond af op een geheel getal
10%
11%
12%
13%

Slide 16 - Sleepvraag

Uitleg
Verhoudingstabel delen/vermenigvuldigen



Of je deelt het kortingsbedrag door de oude prijs x 100 dus:

Airpods
189
1,89
Korting
20
Procenten %
100
1
20:189100=10,58

Slide 17 - Tekstslide


De docent komt op maandag met de auto en dan is zijn gemiddelde snelheid is dan 45 km/u. Op dinsdag gaat hij op de elektrische fiets en is zijn gemiddelde snelheid 30 km/u.
De totale afstand is 18 kilometer. 
Hoeveel tijd is de docent dinsdags langer onderweg?
A
10 minuten
B
11 minuten
C
12 minuten
D
14 minuten

Slide 18 - Quizvraag

Uitleg
18 : 45= 0,4 x 60 min = 24 min
18 : 30 = 0,6 x 60 = 36 min
Het verschil 36 - 24 = 12 min. 

Slide 19 - Tekstslide

Verhouding
siroop : limonade= 1 : 8
Voor een schoolfeest moeten 640 glazen gemaakt worden. In een glas past 250ml.
Hoeveel liter siroop heb je nodig?

Slide 20 - Open vraag

Uitleg
640 x 250 ml = 160 000 milliliter
Van ml naar liter is 3 stappen naar links. 
Dus 160 liter voor alle glazen in totaal. 
Nu wil je daarvan 1/8 deel weten. 
160/8=20

Slide 21 - Tekstslide

0,0234+0,702
A
00,936
B
000,072342
C
0,72342
D
0,7254

Slide 22 - Quizvraag

Uitleg
Zorg er altijd voor dat je de komma's goed onder elkaar zet en de cijfer voor en na de komma ook goed onder elkaar. 
  0,0234
0,7020
=====
0,7254

Slide 23 - Tekstslide

Hoeveel meter is het ongeveer van de Hertenkamp naar de Overloop?

Slide 24 - Open vraag

Zie de legenda voor de afstand !

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het gemiddelde aantal kilometers wat je per dag aflegt?
Ma 15 Di 18 Wo 20 Do 13 Vr 24

Slide 26 - Open vraag

Uitleg
Het gemiddelde van een een aantal waarnemingsgetallen is de som van alle waarnemingsgetallen gedeeld door het aantal waarnemingsgetallen. 
90 : 5 = 18

Slide 27 - Tekstslide


Hoeveel euro ontvangt iemand van 16 jaar gemiddeld aan zakgeld en kleedgeld per week?   (antw: xx,xx)

Slide 28 - Open vraag

Uitleg
Goed opletten hoeveel streepjes er 
staan tussen de euro's. 
Tussen 12 en 14 staan 5 streepjes,
de waarde tussen 12 en 14 is 2 en 
deze 2 is dus verdeeld door 5 streepjes.
€ 2 gedeeld door 5 = 40 eurocent 
Bovenstaande geldt ook tussen de €4 en € 6
Vanaf 12 zijn er nog 2 streepjes dat is dus
totaal € 12,80 kleedgeld en vanaf € 4 nog 4 streepjes
dus  € 5,60 zakgeld.

Slide 29 - Tekstslide

Een vierde van de leerlingen die VMB)-T-volgen op het DaVinci College wil doorstromen naar de HAVO.

Hoeveel leerlingen die VMBO-T volgen op het DaVinci College willen doorstromen naar de HAVO?

Slide 30 - Open vraag

Uitleg
een vierde= 1/4
aantal leerlingen vmbo T= 16% van 1200
1200 : 100 x 16 = 192

1/4 van 196= 192 : 4= 48

Slide 31 - Tekstslide

Een motor rijdt 35 meter per seconde.
Een auto rijdt 144 kilometer per uur.

Hoeveel kilometer per uur rijdt de motor?
Hoeveel meter per seconde rijdt de auto?

Slide 32 - Open vraag

Uitleg
Van meters per seconde naar kilometer per uur is x 3,6
m/s naar km/u = X 3,6
Van kilometer per uur naar meters per seconde is delen door 3,6
km/u naar m/s = : 3,6

Slide 33 - Tekstslide

Je krijgt een boete voor te hard rijden. De toegestane snelheid is 100 km/u
Je reed 114 KM/U. Deze snelheid wordt gecorrigeerd met 3 KM/U naar beneden.
De boete is de 1e 10 KM/U € 50,- elke kilometer tussen 10 en 20 KM/U is €14 + administratiekosten € 9.,- Wat moet je betalen?

Slide 34 - Open vraag

Wat is de oppervlakte in vierkante meters?
A
35
B
70
C
350
D
300

Slide 35 - Quizvraag

Je wil graag een hek om jouw land heen. Het hek kost per lengte meter €90,-- Wat gaat dat totaal kosten?
A
€3150
B
€6300
C
€27000
D
€360

Slide 36 - Quizvraag

Mo is 18 en werkt parttime in de horeca hij verdient nu per maand € 442,40
Wat gaat hij per maand meer verdienen als hij 19 wordt?

Slide 37 - Open vraag

Hier zie je een overdoos van het spel Twister. In deze doos zitten kleinere dozen met daarin elk 5 spelen. De kleine doos is 1200 cm3. Hoeveel spelen kunnen er maximaal in de doos?

Slide 38 - Open vraag