Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Hub van DoorneCollege
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
Vergelijkingen & Overtreffende trap
vergelijkingen
1 / 43
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
In deze les zitten
43 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
vergelijkingen
Slide 1 - Tekstslide
DOEL
Ik kan een vergelijking maken in het Engels
Ik kan een vergrotende trap maken
Ik kan een overtreffende trap maken
Slide 2 - Tekstslide
Waar ben jij net zo goed in als ik?
Slide 3 - Tekstslide
2 SOORTEN VERGELIJKINGEN
gelijkwaardige vergelijkingen
ongelijkwaardige vergelijkingen
Wat is een vergelijking?
Slide 4 - Tekstslide
GELIJKWAARDIGE VERGELIJKING
Jij bent
net zo
groot
als
ik.
Wij zijn
net zo
schattig
als
jij.
Hij is
net zo
grappig
als
zij.
=
Slide 5 - Tekstslide
This dog is
as
big
as
that dog.
This dog is
as
hairy
as
that dog.
This dog is
as
beautiful
as
that dog.
In het Nederlands:
net zo
groot; mooi; lekker; snel
als
In het Engels:
as
big; beautiful; nice; fast
as
Slide 6 - Tekstslide
Waar ben jij beter in dan ik?
Slide 7 - Tekstslide
ONGELIJKWAARDIGE VERGELIJKING
Slide 8 - Tekstslide
ONGELIJKWAARDIGE VERGELIJKING
als we dingen vergelijken en iets of iemand is
grot
er
/ snell
er
/ leuk
er
/ mooi
er
/ lekkerd
er
dan
groot groter
vergrotende trap
Slide 9 - Tekstslide
In het Nederlands zeg je
In het Engels zeg je
this dog is
small
er
than
that
one
:
grot
er
dan
:
bigg
er
than
Slide 10 - Tekstslide
In het Engels zet je net als in het Nederlands
-
er
achter het woord
klein - klein
er
small - small
er
fast - fast
er
high - high
er
small small
er
Slide 11 - Tekstslide
My sister has a ___ room than I have.
A
big
B
bigger
C
biggest
D
more bigger
Slide 12 - Quizvraag
I drive ___ than my husband.
A
safe
B
safer
C
safest
D
most safe
Slide 13 - Quizvraag
My dog is ............. than your pony
A
the bigest
B
the biggest
C
biger than
D
bigger than
Slide 14 - Quizvraag
Waar ben jij het beste in?
Slide 15 - Tekstslide
ONGELIJKWAARDIGE VERGELIJKING
als we dingen vergelijken en iets is
het
mooi
st
/ groot
st
/ lekker
st
/leuk
st
etc. dan noemen we dit de
overtreffende trap
groot grot
er
dan
het
groot
st
Slide 16 - Tekstslide
in het Nederlands:
het
..........+
-
ste
in het Engels zet je dan
the
..........+
-
est
fast
est
small
est
high
est
small small
er
than
the
small
est
Slide 17 - Tekstslide
Voor het woord zet je eerst
the
en achter het woord +
est
This is
the
small
est
dog they have.
Slide 18 - Tekstslide
He has .......... car in our family.
A
faster than
B
the faster
C
fastest than
D
the fastest
Slide 19 - Quizvraag
London is .............city in Europe.
A
largeer than
B
the largeest
C
larger than
D
the largest
Slide 20 - Quizvraag
The teacher likes to have the ___ talks.
A
dull
B
duller
C
dullest
Slide 21 - Quizvraag
3 Uitzonderingen:
woorden die eindigen op een -y
bijv : ugly, lazy, early, heavy
Bij de
vergrotende
/
overtreffende
trap verdwijnt de -
y
en verandert in:
an ugl
ier
dog /
the
ugl
iest
dog
a laz
ier
man /
the
laz
iest
man
a hair
ier
dog /
the
hair
iest
dog
1
Slide 22 - Tekstslide
2
woorden die eindigen op -e
bijv : safe, nice, large
Bij de
vergrotende
/
overtreffende
trap komt er een -
r
/ -
st
achter het woord
Slide 23 - Tekstslide
2
woorden die eindigen op -e
a
large
dog
a
larg
e
r
dog
the
l
arg
e
st
dog
Slide 24 - Tekstslide
Woorden van 1 lettergreep met 1 klinker die eindigen op 1 medeklinker
3
a
fat
dog
a
fat
t
er
dog
the
fat
t
est
dog
Slide 25 - Tekstslide
Woorden van 1 lettergreep met 1 klinker die eindigen op 1 medeklinker
3
bijv : big , fat, hot
Bij de
vergrotende
/
overtreffende
trap verdubbelt de medeklinker +
er
/
est
big
-
big
g
er
-
big
g
est
fat
-
fat
t
er
-
fat
t
est
hot
-
hot
t
er
-
hot
t
est
Slide 26 - Tekstslide
This is a nice cat. It's much ...............
my friend's cat
A
nicer than
B
niceer than
C
the nicest
D
the niceest
Slide 27 - Quizvraag
This joke was ....................
joke I've ever heard.
A
the funnyest
B
funnyer than
C
the funniest
D
funnier than
Slide 28 - Quizvraag
You look ........... yesterday
A
the biggest
B
the bigest
C
bigger than
D
biger than
Slide 29 - Quizvraag
Bij meer dan 2 lettergrepen
vergrotende
trap
more
..........
than
more
beautiful
than
more
intelligent
than
more
wonderful
than
more
exciting
than
the
most
beautiful
the most
intelligent
the most
wonderful
the most
exciting
overtreffende
trap
the most
Slide 30 - Tekstslide
Find the mistake!
Slide 31 - Tekstslide
een aantal woorden van 2 lettergrepen krijgen ook more en most
bijv. famous en boring
Slide 32 - Tekstslide
Deze rijtjes moet je uit je hoofd leren :
much / many - more - most
little / few - less - least
bad - worse - worst
good - better - best
Slide 33 - Tekstslide
This is .............
exercise on the worksheet.
A
the difficultest
B
the most difficult
C
the most difficultest
D
the more difficulter
Slide 34 - Quizvraag
Se is .......... teacher in the country.
A
the goodest
B
gooder than
C
the best
D
better than
Slide 35 - Quizvraag
Oh no, this is my ............ nightmare!
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst
Slide 36 - Quizvraag
My life is ................. yours
A
more boring than
B
more boringer than
C
the most boring
D
the most boringest
Slide 37 - Quizvraag
The weather today is even ___
than yesterday.
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst
Slide 38 - Quizvraag
My dad is the ___ dad ever!
A
good
B
goodest
C
better
D
best
Slide 39 - Quizvraag
Wat heb je van mij nodig om je te verbeteren?
Slide 40 - Woordweb
And now something completey different......
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Video
Leerdoel van deze les
Hoeveel sterren geef je jezelf?
Minimaal 1 ster (ik snap het niet, maximaal 5 sterren (ik snap het)
Ik ken de stappen van de overtreffende trap met 1 of 2 lettergrepen
Ik ken de stappen van de overtreffende trap met 3 of meer lettergrepen
Ik weet hoe ik een vergelijking moet maken
Ik snap wat vergelijkingen zijn en wat een overtreffende trap is.
Ik weet hoe ik ze kan maken in het Engels.
Slide 43 - Sleepvraag