Present Perfect & Past Simple & Past Continuous

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

VERLEDEN TIJD

verschillende mogelijkheden

Er zijn verschillende vormen van verleden tijd.

• Ik heb mijn haar geknipt.
• Hij sprak af met Truus.
  
• Zij waren aan het praten.
  

VERLEDEN TIJD

verschillende mogelijkheden

Er zijn verschillende vormen van verleden tijd.

• Ik heb mijn haar geknipt. (Present Perfect)
  
• Hij sprak af met Truus. (Past Simple)
  
• Zij waren aan het praten. (Past Continous)
  

VERLEDEN TIJD

verschillende mogelijkheden

Present Perfect 

        

1

Present Perfect

Present Perfect 

        

have / has + voltooid deelwoord

Has of have

1

Present Perfect

Have or Has? 

I have

you have

he/she/it HAS

we have 

you have 

they have

she/he/it 

(shit) =

HAS 

I/you/we/they =

HAVE

Has / have 2

hangt af van het onderwerp

 

Subject = het onderwerp van de zin: WIE wat doet  

SIGNAALWOORDEN

never

ever

since

for

just

already

yet

altijd 

de Present Perfect

2

SIGNAALWOORDEN

never

ever

since

for

just

already

yet

staan altijd tussen have / has en het voltooid deelwoord

SIGNAALWOORDEN

never

ever

since

for

just

already

yet

You have already sung a song.

I have never seen him before.

Has he ever jumped over a car?

We have lived in Deurne since 2005.

They .............never
jumped out of a plane

1. has
2. have

He....... never
ironed his clothes on a cliff

1. has
2. have

Wat is dat andere woord ook alweer?

(gezien, verhuisd, besproken)

    Regelmatig ww                             Onregelmatig ww

voltooid deelwoord

1

2

RWW

OWW

3

play - played

walk - walked

work - worked

want - wanted

voltooid deelwoord 

=

hele ww (stam) +(e)d

1: RWW    

50 regular verbs

I have never .......an icy mountain
(climb)

He ..........(never - cheat)
on a test

voltooid deelwoord = 3e kolom  

to do -  did - done

to fly - flew - flown

to fight - fought - fought 

2: OWW

  Infinitive (stam).            Past Simple                 Past Participle

Tegenwoordige Tijd        Verleden Tijd              Voltooid deelwoord

3 tijden / kolommen onregelmatige werkwoorden

to do                                    did                                           done

to fly                                     flew                                         flown

to go                                    went                                        gone

hele werkwoord

1

verleden tijd

2

voltooid deelwoord

3

I .......(never - fall) down
in public
fall - fell - fallen

I...........(never - see)
a ghost
see - saw - seen

I have never fallen down

I have never seen a ghost

Ik kan de Present Perfect toepassen

04

Do you think you understand the
Present Perfect?

Yes

It's easy

A bit

I really need more help.

No

Dit heb ik nodig om me te verbeteren hierin:

1. LessonUp nog een keer
2. Persoonlijke uitleg
3. Extra oefenen op papier
4. Extra digitaal oefenen

PAST SIMPLE

PAST SIMPLE

Past Simple

• Je leert:
• Wanneer moet je de past simple gebruiken?
  
• Wat is de regel?
  
• Uitzonderingen
  

Wanneer gebruik je de Past Simple?

• Iets is gebeurd in de verleden tijd.
• Het is begonnen en gestopt in de verleden tijd.
• Er staat een tijdsbepaling in van verleden tijd
• (yesterday, this morning, three years ago, etc.).

Wat is de regel?

TIP: kijk in elke zin naar het werkwoord.

• A year ago, I played the guitar.
  
• Mary sailed to England last year.
• We danced all night long.
• My boyfriend picked me up yesterday.

Wat is de regel van de PAST SIMPLE?
(wat doe je met het werkwoord?)

Wat is de regel?

rww + (e)d

bijv:

work   --> worked

dance --> danced

stomme 'e' weg ermee

oww + 2e kolom

bijv.:

eat - ate - eaten

see - saw - seen

My friends .......... me on my birthday last year. (surprise)

1. was surprising
2. were surprising
3. surprised
4. surprising

We .......... to school yesterday. (walk)

1. walked
2. walking
3. was walking
4. were walking

I .......... my dog. (love)

1. loving
2. loved
3. was loving
4. were loving

UITZONDERINGEN

:(

PAST SIMPLE - uitzonderingen

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN

1. Krijgen géén +(e)d;
2. Moet je uit je hoofd leren;
3. Je hebt de 2e kolom nodig

came

buy

sit

say

eat

come

bought

sat

said

ate

She .......... a car. (buy)

1. bought
2. buyed

We .......... dinner. (eat)

1. eaten
2. eat
3. ate

Past Continuous

Past Continuous

PAST CONTINUOUS

• Je leert:
• Wanneer moet je de Past Continuous gebruiken?
• Wat is de regel?

Wanneer gebruik je de

Past Continuous?

Iets duurde een tijdje om te doen in de verleden tijd.

Wat is de regel?

Tip: kijk in elke zin naar de werkwoorden.

• I was swimming at 8 o'clock.
• We were studying in the library all day yesterday.
• Peter was cleaning his room.

Wat is de regel van de PAST CONTINUOUS?
(wat doe je met het werkwoord?)

was

were

I

you

we

they

she/he/it

De regel van de

Past Continuous

1. was / were
2. ww+ing

I .......... late last night. (work)

1. were working
2. was working
3. work
4. worked

We .......... in the ocean last week. (swim)

1. swimming
2. were swimming
3. was swimming
4. swam

You ........... TV al night. (watch)

1. were watching
2. was watching
3. watch
4. watched