Hub van DoorneCollege

H2 Getallen K1

1 / 80
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 80 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg paragraaf 2.1


Nodig: 
Je wiskunde schrift, liniaal en een pen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAARDE CIJFERS
cijfers en getallen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een cijfer?
A
35
B
12
C
7
D
692

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarde van cijfers
Cijfers: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 

Getallen worden opgebouwd door cijfers. 

8235,46

Slide 7 - Tekstslide

We moeten eerst een onderschijt maken tussen cijfers en getallen.  

Getallen worden opgebouwd door cijfers. 

Een groot getal is heeft dus verschillende cijfers en zon cijfer heeft dan een bepaalde waarde. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de waarde van 5 in het getal:
4567,98
A
5 (eenheden)
B
50 (tientallen)
C
500 (honderdtallen)
D
5000 (duizendtallen)

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de waarde van 9 in het getal:
4567,98
A
90 (tientallen)
B
9 (eenheden)
C
0,9 (tienden)
D
0,09 (honderdsten)

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vermenigvuldigen & Delen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bereken zonder rekenmachine:
14,24 x 100 =
A
14,24
B
142,4
C
1424
D
1424,0

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken zonder rekenmachine:
10,03 x 10 =
A
100,3
B
103,0
C
130,3
D
133,3

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken zonder rekenmachine:
155,6 : 100 =
A
15,56
B
1,5
C
1,556
D
15560

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

GROTE GETALLEN

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel nullen heeft een miljoen?
A
5
B
6
C
7
D
9

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Miljoen
Biljoen
Miljard
Duizend
8000000000000
4000000000
3000
5000000

Slide 20 - Sleepvraag

Leerlingen maak deze sleep vraag.
de vraag is zet het goede getal bij de goede grote. 

Bedenk even voor je zelf als ik 6,2 miljoen als getal heb hoeveel nullen schrijf ik op. 
1,25 duizend
hoe schrijf je dat?
A
12500
B
1250
C
125
D
125000

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

schrijft in getallen
9,3 miljard
A
930.000.000
B
9.300.000.000
C
93.000.000.000
D
930.000.000.000

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

schrijft met alleen cijfers:
34 miljoen
A
34.000.000
B
3400000
C
34.000.000.000
D
340000

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
1. Teken de kantlijn in je schrift. 
2. Schrijf op: Hoofdstuk 2 Getallen
3. Schrijf op: 2.1 Getallen  
4. Kijk op de studiewijzer. 
5. Maak: som 1 t/m 5 + 9 + 10 blz. 58
6. Klaar: online nakijken.


timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delers en Veelvouden

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Delers
Veelvouden

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de delers van 10
A
1 , 5 en 10
B
2, 4, 5 en 10
C
1, 2 , 3 en 5
D
1, 2, 5 en 10

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk getal is GEEN deler van 6
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de eerste 6 veelvouden van 8
A
0,8,16,32,40,48
B
8,16,32,40,48,56
C
0,8,16,24,32,40
D
8,16,24,32,40,48

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf alle even getallen op tussen:
13 en 27

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf alle oneven getallen op tussen:
17 en 33

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Decimale getallen
  • Decimale getallen zijn alle getallen met een komma.
  • Alle getallen achter de komma noem je decimalen. 
  • 123 noem je een geheel getal

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel decimalen heeft het getal 823,2468?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
1. Teken de kantlijn in je schrift. 
2. Kijk op de studiewijzer. 
3. Kijk na: som 1 t/m 5 + 9 + 10 blz. 58
4. Maak: som 12 t/m 19 & 22 t/m 27 blz. 61. 
5. Klaar: Online nakijken. 
6. Klaar: Kubus plakken met touwtje, daarna spel malle getallen. 


timer
15:00

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel decimalen heeft het getal 13,94822?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond 1,496953 af op twee decimalen. Welk antwoord is juist?
A
1,49
B
1,50
C
1,51
D
1,497

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.2 Afronden decimale getallen
Omdat je soms hele lange antwoorden 
krijgt op je rekenmachine, ronden we af 
op een aantal decimalen. 

Hoe moet je 0,3820404 afronden 
op twee decimalen?



0,3820404

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 0,3820404 afronden op twee decimalen?




0 , 3 8 2 0 4 0 4

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 0,3820404 afronden op twee decimalen?




0 , 3 8 2 0 4 0 4

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 0,3820404 afronden op twee decimalen?




0 , 3 8 2 0 4 0 4

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 0,3820404 afronden op twee decimalen?




0 , 3 8 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 128,952932 afronden op één decimaal?




1 2 8 , 9 5 2 9 3 2

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 128,952932 afronden op één decimaal?




1 2 8 , 9 5 2 9 3 2

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 128,952932 afronden op één decimaal?




1 2 8 , 9 5 2 9 3 2

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden decimale getallen
Hoe moet je 128,952932 afronden op één decimaal?




1 2 9 , 0

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden op ronde getallen
Rond 6 639 af op een duizendtal. 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden op ronde getallen
Rond 6 639 af op een duizendtal. 6 639 ligt dichter bij 7 000 dan bij 6 000. We ronden dus af naar 7 000. 
6 639

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
1. Denk aan de kantlijn + titel. 
2. Kijk op de studiewijzer. 
3. Kijk online na: som 1 t/m 5 + 9 + 10 + som 12 t/m 19 & 22 t/m 27.
4. Maak: 30 t/m 33 + 37 + 38 blz. 70
5. Klaar: werk alvast 1 les vooruit. 



timer
15:00

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond het getal 13,94822 af
op twee decimalen.

Slide 54 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond het getal 1 499 999 af op miljoenen.

Slide 55 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afronden in de praktijk
Anneke wil ijsjes trakteren in de klas. 
Haar klas bestaat uit 19 leerlingen. 
In één doos zitten 6 ijsjes. 
Hoeveel dozen moet Anneke kopen?

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden in de praktijk
Anneke wil ijsjes trakteren in de klas. 
Haar klas bestaat uit 19 leerlingen. In 
één doos zitten 6 ijsjes. Hoeveel dozen 
moet Anneke kopen?
19 ÷ 6 = 3,166

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden in de praktijk
Je kunt geen 3,166 dozen kopen. En je wil
wel iedereen een ijsje kunnen geven.
Daarom heb je 4 dozen nodig. Anders heb
je niet genoeg. 
19 ÷ 6 = 3,166

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden met contant geld
Tegenwoordig hebben wij 
in Nederland geen 1 en 2 
centen meer, 5 cent 
hebben we nog wel. 
Daarom moeten bedragen 
worden afgerond. 

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je doet boodschappen bij de Jumbo en op het scherm staat een bedrag van €27,93.
Je wil contant betalen. Hoeveel reken je af?
A
€27,-
B
€27,90
C
€27,95
D
€28,-

Slide 60 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
1. Denk aan de kantlijn + titel. 
2. Kijk op de studiewijzer. 
3. Kijk online na: 30 t/m 33 + 37 + 38 
4. Maak: 40 t/m 47 blz. 74 --> B!!!
5. Klaar: Kijk alles online na van hoofdstuk 2. 
6. Klaar: - kubus in elkaar plakken
- Huiswerk/leren ander vak. 
- Spel malle getallen (bij mij ophalen).

timer
15:00

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische opdracht
Naar boven of naar beneden?

Linker muur = naar boven

Rechter muur = naar beneden?


Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op een heel getal:

8,6
A
Links = 9
B
Rechts = 8

Slide 64 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op twee decimalen:

18,169
A
Links = 18,17
B
Rechts = 18,16

Slide 65 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op twee decimalen:

108,191
A
Links = 108,20
B
Rechts = 108,19

Slide 66 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond af op een duizendtal

1296
A
Links = 2000
B
Rechts = 1000

Slide 67 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.4 Verhoudingstabellen

Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
1. Denk aan de kantlijn + titel. 
2. Kijk op de studiewijzer. 
3. Kijk online na: 40 t/m 47 blz. 74 
4. Maak: 51 t/m 55 blz. 77
5. Klaar: Kijk alles online na.
6. Klaar: - kubus in elkaar plakken
- Huiswerk/leren ander vak. 

timer
15:00

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 71 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhoudingstabel of niet?

Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 73 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
1. Denk aan de kantlijn + titel. 
2. Kijk op de studiewijzer. 
3. Kijk online na: 51 t/m 55 blz. 77
4. Maak: som 56 t/m 58 blz. 79
5. Maak: som 62 t/m 65. 
6. Klaar: Kijk alles online na.
7. Klaar: uitleg praktische opdracht. 

timer
15:00

Slide 74 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische opdracht 'koken'

Slide 75 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prijzen vergelijken

Slide 77 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
1. Denk aan de kantlijn + titel. 
2. Kijk op de studiewijzer. 
3. Maak: som 62 t/m 64 + 67 + 69 vanaf blz. 82.  
4. Klaar: Kijk alles na.
5. Klaar: begin aan de D-Toets blz. 88

timer
15:00

Slide 78 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 79 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
1. Denk aan de kantlijn + titel. 
2. Kijk op de studiewijzer. 
3. Nakijken D-Toets.
4. Maken: online oefentoets. 
5. Klaar: leren proefwerk. 

timer
15:00

Slide 80 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies