Hub van DoorneCollege

Can of Could



_____ you _____ (to tell) the difference?
Can you tell the difference?
CAN / COULD 
HELE WERKWOORD
staat tussen haakjes; schrijf over zonder 'to'
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les



_____ you _____ (to tell) the difference?
Can you tell the difference?
CAN / COULD 
HELE WERKWOORD
staat tussen haakjes; schrijf over zonder 'to'

Slide 1 - Tekstslide

CAN

  • kunnen
  • mogen
  • vragen of iets mag / kan aan bekenden

CAN'T / CANNOT

  • niet kunnen
  • niet mogen
  • vragen of niet mag / kan aan bekenden

Slide 2 - Tekstslide

CAN

  • kunnen
  • I can speak 5 languages.
  • mogen:
  • You can use my car.
  • vragen of iets mag/kan aan bekende:
  • Can I leave the table?

CAN'T / CANNOT

  • niet kunnen:
  • I can't swim under water.
  • niet mogen
  • You can't have my ID.
  • vragen of niet mag/kan aan bekende:
  • Can't you meet me?

Slide 3 - Tekstslide

COULD


  • konden
  • mochten
  • zou kunnen
  • vragen / zeggen of iets zou kunnen / mogen
  • vragen of iets zou mogen aan een onbekende

COULDN'T

Geeft aan dat iets niet ZOU KUNNEN

  • konden niet
  • mochten niet
  • zou niet kunnen



Slide 4 - Tekstslide

COULD


  • konden:
  • She could ice skate when she was young. 
  • mochten
  • I could drive a car when I was 18.

  • zou kunnen:
  • It could be done.

COULDN'T

Geeft aan dat iets niet ZOU KUNNEN

  • konden niet
  • She couldn't ice skate when she was 8.
  • mochten niet
  • He couldn't drive a car when he was 15.
  • zou niet kunnen
  • It couldn't be fixed.



Slide 5 - Tekstslide

CAN / COULD


  • vragen / zeggen of iets zou kunnen / mogen aan bekende:
  • Can you lend me a pen?
  • vragen of iets zou mogen aan een onbekende:
  • Could you please tell me where the police station is?

Slide 6 - Tekstslide

.... you see those letters?
A
can
B
could

Slide 7 - Quizvraag

Vraag beleefd:
..... you repeat that please?
A
could
B
can

Slide 8 - Quizvraag

What do we use when we want to be polite (beleefd)?
_________ you tell me the way please?
A
Can
B
Could

Slide 9 - Quizvraag

What do we use when we want to say "kunnen"?
I ________ sing very beautiful.
A
Can
B
Could

Slide 10 - Quizvraag

Fill in the gap:
She _______ play the piano very well.
A
can
B
can't
C
could

Slide 11 - Quizvraag

Fill in the gap:
I am sick. I _______ come to your party, sorry.
A
can
B
can't
C
could

Slide 12 - Quizvraag

Fill in the gap:
Hello madame, _________ you tell me where the toilets are?
A
can
B
can't
C
could

Slide 13 - Quizvraag

Fill in the gap:
_____ you help me with my bags please?
A
can
B
can't
C
could

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video