Hub van DoorneCollege

Toets - Van start met M&M - H1 - Kader

Toets hst 1
Kader
taak 1,2,5,6 en 7
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Toets hst 1
Kader
taak 1,2,5,6 en 7

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar
Niet waar
1. Een grote wandkaart van de wereld in de klas is een navigatiekaart 
2. Het NW ligt tussen het westen en het oosten 
3. Teun is 1,50 m. groot. Hij wordt getekend in schaal 1: 50. Op de tekening is hij dan 5 cm groot. 
4. Om in de atlas op te zoeken waar Nias ligt gebruik je het register. 
5. De bladwijzer kun je bijvoorbeeld gebruiken om de kaart van Australië op te zoeken 

Slide 2 - Sleepvraag

Antwoorden:
1. fout
2. fout
3. fout
4. goed
5. goed

Sleep de 5 woorden naar de juiste plek!
Magma
Krater- pijp
Lava
Aswolk
Krater

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schuif de plaatbewegingen naar de juiste plaats.

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De zinnen over vulkanen staan in de verkeerde volgorde. Sleep ze zodat ze van onder naar boven in de juiste volgorde staan
1
2
3
Platen botsen tegen elkaar, er ontstaat een vulkaan. 
Lava vloeit uit de krater en stolt tot gesteente.
Magma stijgt omhoog.

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aardkorst
Mantel
Buitenkern
Binnenkern

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wonen er vaak veel mensen rond vulkanen?
A
In de buurt van vulkanen is het altijd warm.
B
In de buurt van vulkanen regent het bijna nooit.
C
In de buurt van vulkanen is de bodem vruchtbaar.
D
In de buurt van vulkanen is het goedkoop wonen.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


a Noem een overeenkomst tussen magma en lava.

b Noem een verschil tussen magma en lava.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk bron 2.
Welke beweringen zijn juist? Er kunnen meerdere antwoorden juist zijn.
A
Bron 2 toont parallellen en lengtecirkels
B
Parallellen zijn hele cirkels, die naar polen toe kleiner worden
C
Met paars staat de evenaar aangegeven; dat is de langste parallel.
D
Er is maximaal 180 graden breedte mogelijk.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noordelijk halfrond
Zuidelijk halfrond

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke plaats ligt op 30° NB?
A
Caïro
B
Mekka
C
Madrid
D
Durban

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke plaats ligt op 20° ZB en 40 °WL?
A
1
B
2
C
4
D
B

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij elkaar? Sleep de onderstaande begrippen naar het begrip wat er bij hoort
Lengtegraad
90° Z.B.
breedtecirkel
nulmeridiaan


Evenaar


Greenwich


Zuidpool


Parallel


Meridiaan

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk bron 4.

Bij welke letter staat de windstreek het ZW (zuidwesten)?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke soort kaart is hiernaast te zien?
A
Menukaart
B
Navigatiekaart
C
Thematische kaart
D
Overzichtskaart

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding. Wat voor soort kaart is dit?
A
Overzichtskaart
B
Thematische kaart
C
Plattegrond

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het goede begrip naar de juiste omschrijving
Verschil in hoogte
Noord, Oost, Zuid en West
Lijst met betekenis van kleuren en kaarttekens
Legenda
Windstreken
Reliëf

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding. Wat geven de kleuren op deze kaart aan?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kaart heeft een schaal van 1 : 800.000. Wat betekent dit?
A
1 cm op de kaart is 8 km in werkelijkheid
B
1 cm op de kaart is 80 km in werkelijkheid
C
1 cm op de kaart is 800 km in werkelijkheid
D
1 cm op de kaart is 800.000 km in werkelijkheid

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke begrippen horen bij de volgende omschrijvingen? Schrijf de juiste begrippen op.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het juiste productiemiddel?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een verschil tussen weer en klimaat?
A
periode van meten
B
klimaat gaat over kleiner gebied
C
weer is de gemiddelde toestand van de lucht
D
weer gaat over neerslag en klimaat niet

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weer of klimaat?

Morgen wordt het mooi weer. 25 graden en af en toe een klein buitje.
A
Weer
B
Klimaat

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke klimaatzone hoort deze grafiek
A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Het droge klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke vorm van neerslag zien we hier?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsdichtheid
De volgende vraag gaat over deze kaart

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt jou op als je kijkt naar de bevolkingsdichtheid van de wereld?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

toestand dat het economisch goed gaat met een gebied en zijn bewoners.
A
welvaart
B
microkrediet
C
commerciële landbouw
D
bestaansmiddelen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gebied met veel pluspunten, waardoor mensen er graag wonen
A
aantrekkingsgebied
B
afstotingsgebied
C
pullfactoren
D
pushfactoren

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bevolking groeit snel door?
A
Laag sterftecijfer, laag geboortecijfer
B
Laag sterftecijfer, hoog geboortecijfer
C
Hoog sterftecijfer, laag geboortecijfer
D
Hoog sterftecijfer, hoog geboortecijfer

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Migratie
Immigratie
Emigratie
Saskia verhuist van Amsterdam naar Parijs om bij haar vriend te zijn
Lotte uit Breda gaat in Emmen wonen.
Mehrean en Bizhan zijn een homostel uit Iran. Ze vluchten naar Nederland.
De Amerikaan David gaat in Rotterdam op vakantie,
Izaak verhuist van Brussel naar Wageningen. Hij gaat hier werken. 
Meneer Somers uit Middelburg gaat met pensioen. Hij koopt een huis in Spanje en gaat daar wonen. 

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik de grafiek aan om te bekijken. Hoeveel procent
mensen zijn er dit jaar tussen de 0 en 14 jaar oud.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het juiste begrip naar de zin
Elise moet kiezen, of op vakantie of een nieuwe laptop
Danny houdt bij hoeveel geld hij krijgt en uitgeeft
Jaap maakt een eigen cd
Twan koopt een nieuwe fiets
Budgetteren
Consumptie
Schaarste
Productie

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je nooit alles kunt betalen wat je wilt hebben noem je?
A
beroep
B
consumptie
C
productie
D
schaarste

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het kopen van goederen en afnemen van diensten noem je?
A
beroep
B
consumptie
C
productie
D
schaarste

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke afbeelding is de bevolkingsdichtheid het hoogst?
A
Afbeelding A
B
Afbeelding B
C
De bevolkingsdichtheid is gelijk

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bevolkingsdichtheid in de stad is....
A
hoog
B
laag

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat geeft het geboortecijfer aan?
A
Aantal geboortes
B
Levensverwachting bij geboorte
C
Levensverwachting
D
Bevolkingsgroei

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noord Amerika
Europa
Zuid Amerika
Azië
Afrika
Australië

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grote oceaan
Indische oceaan
Atlantische oceaan

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies