Hub van DoorneCollege

Nederlands lj 2 H4 Taalverzorging - meewerkend voorwerp

Hoofdstuk 4
Taalverzorging
Meewerkend voorwerp
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
Taalverzorging
Meewerkend voorwerp

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
- Lesdoel
- Uitleg
- Opdrachten maken.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Einde van de les kun je het meewerkend voorwerp in de zin vinden.

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg
Zie filmpje uitleg Nieuw Nederlands

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan zinsontleding

Slide 5 - Tekstslide

Welk woord in de zin is de persoonsvorm?
Ik fiets op mijn fiets naar school
A
fiets(1e woordje)
B
fiets (2e woordje)
C
Ik
D
school

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 7 - Quizvraag

Wie heeft mijn scooter gerepareerd?

mijn scooter =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 8 - Quizvraag

Mijn moeder heeft mijn oma een nieuwe jas gegeven.
mijn oma =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Quizvraag

Wie heeft gisteren mijn konijn eten gegeven?
Wie =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 10 - Quizvraag

Wie heeft gisteren mijn konijn eten gegeven?
Mijn konijn =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 11 - Quizvraag

Huiswerk
- Maak de startopdracht en 1 + 2 + 3 + 5

Slide 12 - Tekstslide