Hub van DoorneCollege

PW H7 - OEFENTOETS

Zeewater kun je niet drinken omdat er veel teveel zout in zit, maar hoe zou je van zeewater drinkwater kunnen maken?
A
door er suiker aan toe te voegen
B
door het water te koken en vervolgens de waterdamp weer vloeibaar te maken
C
je kunt geen drinkwater maken van zeewater
D
door het zout eruit te zeven met een heel fijn filter
1 / 26
volgende
Slide 1: Quizvraag
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zeewater kun je niet drinken omdat er veel teveel zout in zit, maar hoe zou je van zeewater drinkwater kunnen maken?
A
door er suiker aan toe te voegen
B
door het water te koken en vervolgens de waterdamp weer vloeibaar te maken
C
je kunt geen drinkwater maken van zeewater
D
door het zout eruit te zeven met een heel fijn filter

Slide 1 - Quizvraag

Hoe heet het water dat in de bodem zit?
A
grondwater
B
bodemwater
C
oppervalktewater
D
waterwingebied

Slide 2 - Quizvraag

Hoe heet water in sloten?
A
grondwater
B
bodemwater
C
oppervlaktewater
D
slootwater

Slide 3 - Quizvraag

Stoffen komen voor in maximaal drie fasen, welke zijn dat?
A
hard, zacht en wolken
B
vast, beweegbaar en los
C
ijs, water en damp
D
vast, vloeibaar en gas

Slide 4 - Quizvraag

In welke fase bevindt zich een wolk?
A
vaste fase
B
vloeibare fase
C
gasvormige fase
D
geen enkele fase

Slide 5 - Quizvraag

Welke fase-overgang vindt er plaats als je chocolade vloeibaar maakt in een pannetje?
A
condenseren
B
verdampen
C
smelten
D
stollen

Slide 6 - Quizvraag

Welke fase-overgang vindt er plaats als je brillenglazen beslaan?
A
condenseren
B
verdampen
C
smelten
D
stollen

Slide 7 - Quizvraag

Welke stof is een oplossing?
A
jus d'orange
B
ranja
C
slootwater
D
verf

Slide 8 - Quizvraag

Welke stof is een suspensie?
A
water
B
spiritus
C
cola
D
jus d'orange

Slide 9 - Quizvraag

op welke twee manieren kun je een suspensie scheiden?

Slide 10 - Open vraag

FILTREREN

Het .............. blijft achter op het filter.
A
filtraat
B
residu
C
suspensie
D
oplossing

Slide 11 - Quizvraag

Het filtraat is altijd helder en soms gekleurd.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Leg met het begrip dichtheid uit waarom een steen in water zinkt.

Slide 13 - Open vraag

Je giet olijfolie in water.

Wat gebeurt er dan?
          DICHTHEID
OLIJFOLIE:   0,92g/cm3
WATER:        1,00g/cm3

Slide 14 - Open vraag

Hoe haal je op een makkelijke manier opgeloste stoffen uit water?
A
filtreren
B
extraheren
C
indampen
D
destilleren

Slide 15 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van extraheren die je thuis wel eens gezien hebt

Slide 16 - Open vraag

Waarom gebruik je heet water bij het extraheren?
A
omdat dat lekkerder is
B
omdat stoffen dan sneller en beter oplossen
C
dat is makkelijker
D
geen idee

Slide 17 - Quizvraag

Met welke scheidingsmethode kun je drinkwater maken uit zeewater?
A
indampen
B
destilleren
C
extraheren
D
filtreren

Slide 18 - Quizvraag

Je hebt een mengsel van water met zout en zand. Je gaat dit filtreren.

Wat blijft er achter in het filter?
A
alleen zand
B
alleen water
C
zand en zout
D
een oplossing van water en zout

Slide 19 - Quizvraag

Je hebt een mengsel van water met zout en zand. Je gaat dit filtreren.

Welke stoffen zitten in het filtraat?
A
alleen zand
B
alleen water
C
zand en zout
D
een oplossing van water en zout

Slide 20 - Quizvraag

Welke scheidingsmethode lijkt het meest op de waterkringloop?
A
extraheren
B
filtreren
C
destilleren
D
indampen

Slide 21 - Quizvraag

Waarom is een takel zo handig als je een zware last moet optillen?
A
je kunt dan vanaf de onderkant trekken om de zware last naar boven te tillen
B
met een takel gaat het sneller
C
met een takel is minder kracht nodig
D
met een takel gaat het vloeiender

Slide 22 - Quizvraag

Met een vaste katrol....
A
verander je alleen de richting van de kracht
B
wordt het gewicht van de last kleiner
C
wordt het gewicht van de last groter
D
verandert er niets

Slide 23 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een.....?
A
vaste katrol
B
losse katrol

Slide 24 - Quizvraag

De doos in het plaatje weegt
100 Newton.

Met hoeveel kracht moet de persoon dan aan het touw trekken?
A
200 N
B
100 N
C
50 N
D
25 N

Slide 25 - Quizvraag

Je takelt de doos 1 meter omhoog.

Hoeveel touw moet je dan in totaal binnenhalen?
A
1 meter
B
2 meter
C
halve meter
D
50 cm

Slide 26 - Quizvraag