Hub van DoorneCollege

SAMENVATTING H8 FLASH

NOEM EEN NADEEL VAN HET
REIZEN MET DE AUTO

A
je kunt vertrekken wanneer je zelf wil
B
het is milieuvriendelijk
C
je kunt veel bagage meenemen
D
je kunt in een file terechtkomen
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

NOEM EEN NADEEL VAN HET
REIZEN MET DE AUTO

A
je kunt vertrekken wanneer je zelf wil
B
het is milieuvriendelijk
C
je kunt veel bagage meenemen
D
je kunt in een file terechtkomen

Slide 1 - Quizvraag

NOEM EEN VOORDEEL VAN
HET REIZEN MET DE FIETS
A
het is gezond
B
je kunt niet veel bagage meenemen
C
je kunt er in de stad overal mee komen
D
als je tegenwind hebt kom je niet snel vooruit

Slide 2 - Quizvraag

NOEM TWEE DINGEN DIE ER
VOOR ZORGEN DAT JE MINDER
GEWOND RAAKT BIJ EEN
AUTO-ONGELUK
A
autogordels en knipperlichten
B
knipperlichten en achteruitkijkspiegels
C
airbags en autogordels
D
airbags en profiel van je banden

Slide 3 - Quizvraag

AUTO’S MOETEN REGELMATIG A.P.K
WORDEN GEKEURD.

WAT BETEKENT A.P.K.?
A
algehele periode keuring
B
algemene plaats keuring
C
allemaal plaats keuring
D
algemene periodieke keuring

Slide 4 - Quizvraag

HOE NOEM JE DE GROEVEN DIE
JE ZIET IN EEN AUTOBAND?
A
profiel
B
gleuven
C
sleuven
D
ribbels

Slide 5 - Quizvraag

HOE NOEM JE HET ALS EEN
AUTO OVER EEN LAAGJE WATER
HEEN GLIJDT OF SLIPT?
A
aqua-skating
B
aqua-planing
C
aqua-gliding
D
aqua-skiïng

Slide 6 - Quizvraag

OP WELKE PUNTEN WORDT EEN
AUTO GECONTROLEERD TIJDENS
DE A.P.K. KEURING?
A
remmen en airbags
B
radio en hoofdsteunen
C
remmen en banden
D
verlichting en airbags

Slide 7 - Quizvraag

IN EEN NAVIGATIESYSTEEM ZIT
EEN COMPUTER EN EEN GPS.

WAT BETEKENT GPS?
A
global place system
B
general positioning surface
C
general place system
D
global positioning system

Slide 8 - Quizvraag

WAT IS EEN CONSTRUCTIE?

Slide 9 - Open vraag

WAT IS DE FUNCTIE VAN
EEN BUSHOKJE?
A
zo ziet de chauffeur waar hij/zij moet stoppen
B
het beschermt je tegen de regen en wind
C
in de constructie moeten driehoeken zitten
D
er moet een dak op zitten

Slide 10 - Quizvraag

EEN CONSTRUCTIE MOET STEVIG
EN VORMVAST ZIJN.
WAT BETEKENT VORMVAST?

Slide 11 - Open vraag

WELKE CONSTRUCTIEVORM IS HET MEEST VORMVAST?
A
rond
B
vierhoek
C
driehoek
D
stalen balk

Slide 12 - Quizvraag

EEN CONSTRUCTIE MET
VIERHOEKEN IS NIET STEVIG.
HOE MAAK JE DEZE STEVIG?

Slide 13 - Open vraag

WAAR OF NIET WAAR?

IJZEREN STANGEN, PALEN EN STAVEN KUNNEN DRUKKRACHTEN EN TREKKRACHTEN OPNEMEN.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

WAAR OF NIET WAAR?

IJZEREN KABELS, KETTINGEN EN TOUWEN KUNNEN DRUKKRACHTEN EN TREKKRACHTEN OPNEMEN
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

WAT GEBEURT ER MET EEN CONSTRUCTIE ALS DE MAXIMALE BELASTING OVERSCHREDEN WORDT?

Slide 16 - Open vraag

WAT IS DE EENHEID
VAN KRACHT?
A
gewicht
B
Newton
C
kilogram
D
massa

Slide 17 - Quizvraag

HOEVEEL ZWAARTEKRACHT
IN NEWTON HEEFT EEN VOORWERP
MET EEN MASSA VAN 1 KG?
A
1 Newton
B
10 Newton
C
100 Newton
D
1000 Newton

Slide 18 - Quizvraag

UIT WELKE VIER BESTANDDELEN
BESTAAT BETON?
A
cement, zand, staal en water
B
cement, zand, kiezel en staal
C
zand, water, staal en stenen
D
cement, zand, stenen en water

Slide 19 - Quizvraag

WAAR OF NIET WAAR?

BETON KAN GOED
DRUKKRACHTEN OPVANGEN
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

GEWAPEND BETON IS EEN
COMBINATIE VAN BETON
EN ……………………?

Slide 21 - Open vraag

WAAR OF NIET WAAR?

GEWAPEND BETON KAN OOK
GOED TREKKRACHTEN OPVANGEN
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag