Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Hub van DoorneCollege
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
Ontkenningen / Negations
questions
&
negations
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2-4
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
questions
&
negations
Slide 1 - Tekstslide
NEGATIONS / ONTKENNINGEN
DOEL
Je leert wat negations / ontkenningen zijn
Je kunt negations / ontkenningen maken
Je kunt negations / ontkenningen toepassingen
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een
negation
/
ontkenning
?
Een
negation
/
ontkenning
gebruik je om te zeggen
dat iets
niet
zo is.
Dat is
geen
mooie auto.
Het was
niet
een saaie les.
Je moet
niet
naar hem luisteren.
We hadden hem
geen
voetbal zien spelen.
Slide 3 - Tekstslide
Hoe maak je een negation / ontkenning?
Je zet achter hulpwerkwoorden het woordje
NOT
Slide 4 - Tekstslide
Eerst maar het easy peasy
TO BE
am
are
is
was
were
+ NOT
verkort
am
not
are
n't
is
n't
was
n't
were
n't
Slide 5 - Tekstslide
Eerst maar het easy peasy
have
has
had
+ NOT
verkort
have
n't
has
n't
had
n't
Slide 6 - Tekstslide
Eerst maar het easy peasy
may
should
could
will
must
cannot
+ NOT
verkort
may
not
should
n't
could
n't
wo
n't
must
n't
ca
n't
Slide 7 - Tekstslide
ALLE ANDERE WERKWOORDEN
DO
NOT
/ DON'T
DOES
NOT
/ DOESN'T
DID
NOT
/ DIDN'T
+
HELE WERKWOORD
this is the tough job....
Slide 8 - Tekstslide
I
believe
her.
She
sings
.
We
watch
Netflix.
You
eat
a sandwich.
They
saw
the queen.
He
walked
home
The train
arrived
.
You
wrote
a letter.
I
DO NOT
believe
her.
She
DOESN'T
sing
.
We
DON'T
watch
Netflix.
You
DO NOT
eat
a sandwich.
They
DIDN'T
see
the queen.
He
DID NOT
walk
home.
The train
DIDN'T
arrive
.
You
DID NOT
write
a letter.
Slide 9 - Tekstslide
LET OP
DOES
/
DOES NOT
/
DOESN'T
eet de '
S-jes
' op.
He see
s
her. - He
DOE
S
NOT
see
her.
She listen
s
. - She
DOE
S
N'T
listen
.
It rain
s
. - It
DOE
S
NOT
rain
.
Slide 10 - Tekstslide
Hoe pas ik een negation / ontkenning toe?
Je verandert niets aan de tijd waar de zin in staat.
Je plaatst
NOT
achter hulpwerkwoorden.
Je kunt ook wel eens een verkorting gebruiken
De meeste werkwoorden kun je niet ontkennend maken dan gebruik je
DON'T
/
DOESN'T
/
DIDN'T
+
hele werkwoord
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
She is nice.
A
isnt'
B
isn't
Slide 13 - Quizvraag
I'm ready.
A
am not
B
amn't
Slide 14 - Quizvraag
We can see the doctor.
A
can not
B
cannot
Slide 15 - Quizvraag
You ..... a new mobile.
A
have not
B
has not
Slide 16 - Quizvraag
I ..... like this film.
A
will not
B
won't
Slide 17 - Quizvraag
You ..... happy right now.
A
are not
B
arenot
Slide 18 - Quizvraag
I could drive this car.
A
couldn't
B
don't
Slide 19 - Quizvraag
DON'T / DOE
S
N'T / DIDN'T
Slide 20 - Tekstslide
They listen to the teacher.
A
don't
B
doesn't
Slide 21 - Quizvraag
He speaks English
A
doesn't speaks
B
doesn't speak
C
don't speaks
D
don't speaks
Slide 22 - Quizvraag
He sat down.
A
He don't sit down.
B
He doesn't sat down.
C
He didn't sat down.
D
He didn't sit down.
Slide 23 - Quizvraag
We liked the movie.
A
don't like
B
didn't like
C
don't liked
D
didn't liked
Slide 24 - Quizvraag
Sam cooks dinner.
A
don't cooks
B
didn't cook
C
doesn't cooks
D
doesn't cook
Slide 25 - Quizvraag
I do my homework.
A
didn't do
B
don't do
C
didn't
D
don't
Slide 26 - Quizvraag
You played with the dog.
A
didn't play
B
didn't played
C
don't play
D
don't played
Slide 27 - Quizvraag
It rains.
A
don't rains
B
doesn't rains
C
don't rain
D
doesn't rain
Slide 28 - Quizvraag
Ik snap hoe ik negatiions / ontkenningen moet maken.....
A
ja
B
nee
C
een beetje
Slide 29 - Quizvraag
Ik wil meer oefenen en ik wil graag.....
A
op papier
B
digitaal
C
leg het mij nog eens uit
D
anders
Slide 30 - Quizvraag