Fase 2: lidwoorden 3.2

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2

welcome!

today:

vocab - written check

Lidwoorden - Articles

listening

What is the correct grammar rule of word order?

1. 1.werkwoord 2.plaats 3.tijd 4.lijnend voorwerp 5.onderwerp
2. 1.onderwerp 2.werkwoord 3.lijdend voorwerp 4.plaats 5.tijd
3. 1. onderwerp 2.werkwoord 3.lijdend voorwerp 4.tijd 5.plaats
4. A, B en C

to the bank

every Friday at six

together

go

we

Articles - Lidwoorden

Articles

Wanneer je in het Nederlands de of het voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels the.

Wanneer je in het Nederlands een voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels a of an.

Articles        A / AN

a gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker.

an gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker.

a pet              a teacher            a bike

a car              a door                  a room

an ear           an investigation         an officer

an apple      an answer                     an English man

Articles        A / AN

Let op! Deze keuze hangt niet alleen af van of je dit schrijft, maar ook of dat je het hoort.

an hour (je hoort our)

a university (je hoort juniversity)

an M&M (je hoort em&em)

A / AN 

Articles        A / AN

moet je gebruiken bij...

- een beroep dat meerdere mensen doen;

She is a teacher.

- nationaliteiten en religies;

He is an English man.

She is a Christian.

A / AN 

Articles        A / AN

moet je NIET gebruiken bij...

een beroep / positie dat maar één persoon kan uitvoeren.

She is Queen of England. She is the Queen of England. 

Trump was president of the USA. He was the president...

A / AN 

Articles        A / AN

gebruik je sowieso NOOIT bij ...

MEERVOUDEN!

THE 

Articles        THE

moet je gebruiken als je specifiek verwijst naar...

- een bepaald gebouw;

Yesterday I had to go to the hospital in Almelo. 

- een bepaald moment of jaar;

I was born in the year 2000.

X 

Articles        X

Je gebruikt geen lidwoord als je ...

- (samenstellingen met) continenten, landen, plaatsnamen, straten en meren

Nigeria is a country in Africa

Let's take the bus to Oxford Street.

- tenzij de naam een lidwoord bevat

The Netherlands

Which one?
"We bought some cheese and ham. ... cheese was delicious."

1. A
2. The
3. X
4. An

Which one?
"Experts say that ... coffee can be good for your health."

1. A
2. The
3. X
4. An

Which one?
"He is ... engineer."

1. A
2. The
3. X
4. An

Which one?
"He thinks that ... love is what will save us all."

1. A
2. The
3. X
4. An

Which one?
"... president visited our school."

1. A
2. The
3. X
4. An

Denk je dit onderwerp nu onder de knie te hebben?

1. Ja! Ik kan zelfstandig aan de slag.
2. Jawel, maar ik ga er nog even mee oefenen.
3. Jawel, maar ik zou het toch nog eens samen willen doornemen.
4. Ik snap er niks van.

THE - A - AN - X

Work on your own

exercise 14  - page 33

My opinion on the way this lesson was taught

😒🙁😐🙂😃

Taalblokken > Leerroutes > Spelling & Grammar > 

B1 > Chapters 1, 2 and 3

Deadline: Wednesday 16th Februari 23.59