Johan de Witt Scholengroep

4mavo HS 12.2 HS 11.3

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht Periode #
  • Thema:
  • Benodigde lesmaterialen:
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10 
Week 11
...
...



...
...
...
...
...

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les besproken
Energiecentrale
Energieomzettingen
Energiebron is anders

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wind als energiebron


De wind laat de wieken van de windturbine draaien. 
De as van de generator , waaraan de bladen zijn bevestigd, draait mee.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wind als energiebron
  • Een generator zet bewegingsenergie om in elektrische energie. 
  • Een dynamo zit eenvoudiger in elkaar dan een generator, maar werkt volgens hetzelfde basisprincipe.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De windmolen als energieomzetter
Het grootste elektrisch vermogen dat de windturbine kan leveren heet Piekvermogen P= 5 MW (5 miljoen watt). Zo’n windturbine levert dus onder gunstige omstandigheden 5 miljoen joule (5 MJ) elektrische energie per seconde.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checklist:
  • Bepaal welke voorkennis relevant is voor de nieuwe lesstof.
  • Ontwerp een terugblik-opdracht die deze voorkennis activeert.
  •  Overweeg of en hoe thuistalen ingezet kunnen worden om de voorkennis te activeren.
Welke soort spanning produceert een generator (dynamo)?

Slide 11 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Dynamo maakt de wisselspanning
De spanning is een wisselspanning, er loopt dan een wisselstroom.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dynamo
Een dynamo zet bewegingsenergie om in elektrische energie
De magneet draait, waardoor er in de spoel een stroom opgewekt wordt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

    Energiecentrale 
  • Elektrische energie wordt vervoerd bij een zo hoog mogelijke spanning.
  • Hoe hoger de spanning, des te kleiner het energieverlies.
  • De Umax is 400 000 V .

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

    Wisselspanning transformeren
  • De wisselspanning kan gemakkelijk worden omgezet in een hogere of een lagere spanning. 
  • Het apparaat dat de spanning transformeert, heet een transformator.

  • De wisselspanning omlaag  transformeren.
  • van 0,4 MV naar de Netspanning 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checklist:
  • Bepaal welke voorkennis relevant is voor de nieuwe lesstof.
  • Ontwerp een terugblik-opdracht die deze voorkennis activeert.
  •  Overweeg of en hoe thuistalen ingezet kunnen worden om de voorkennis te activeren.
Hoe noem je de spanning van 230 V die je thuis gebruikt?

Slide 16 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
    Netspanning is wisselspanning 
  • Het lichtnet bij je thuis levert een wisselspanning van 230 V met een frequentie van 50  Hz. 
  • De spanning verandert volgens een golfpatroon dat zich vijftig keer per seconde herhaalt 
  • Symbool (BINAS)
Ueff wisselspanning voor de meeste toepassingen kan vervangen worden door een gelijkspanning van 230 V, zonder dat je een verschil merkt.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transformator
  • De transformator bestaat uit twee spoelen die om een weekijzeren kern zijn bevestigd.  
  • Een transformator maakt gebruik van een veranderend magneetveld, net als een dynamo:

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transformator
  • Je sluit de primaire spoel aan op de spanning die je wilt transformeren. 
  • Deze noem je de primaire spanning of Up. 
  • De secundaire spoel levert dan een (omhoog of omlaag) getransformeerde spanning.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vb. opdracht 2

  • De transformator van een deurbel heeft een primaire spoel met 800 windingen en een secundaire spoel met 32 windingen. De primaire spoel is aangesloten op het lichtnet (230 V).
  • Bereken de secundaire spanning.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerkingen opdr. 6

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak opdracht 6 blz 226
Checklist:
  • Expliciete instructie voor toepassingsopdracht: wat, hoe, hoe lang, klaar?
  • Afwisseling in oefentypes (herkneden van de lesstof)
  • Eerst voordoen, daarna begeleidt inoefenen, vervolgens zelfstanding en weer samen (ik--wij-jij/jullie-wij)
  • Het leren zichtbaar maken (zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode )
  • Differentiëren waar nodig: heterogeen en flexibel.

Slide 22 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Aan de slag
Oefenen met de leerdoelen:
Opdrachten 5,6 en 10 blz 134 t/m 137.
Klaar?
Opdrachten: blz 142 t/m 148  1 ,2,4,7 d niet.   opdr 9 
Klaar?
OPdrachten: 1 en 2 blz 156,157.
Opdracht 3 blz 184

Slide 23 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Leerdoelen
Je kunt rekenen met de formules:
E= P x t   (Joule en kWh)
P= U x I



E = verbrandingswarmte x V brandstof
E = verbrandingswarmte x m brandstof
 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen
  1. T1
  2. T2
  3. I


Checklist:
  • Het leerdoel is in leerlingentaal geformuleerd.
  • Het leerdoel is volgens de RTTI-methodiek geformuleerd.
  • Het leerdoel geeft een omschrijving van de context (inhoud).
  • Er wordt een werkwoord gebruikt in het leerdoel (gedrag).
  • De condities worden weergeven in het leerdoel (voorwaarden).
  • Er zijn succescriteria gekoppeld aan het leerdoel (norm).

Slide 25 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Instructie
Checklist:
  • Interactieve uitleg (responsief): wisbordjes, LessonUp check-vragen, Cornell-methode.
  • Een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren.
  • Meertaligheid functioneel inzetten.
  • Iedereen bij de les betrekken.

Slide 26 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 27 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Voorbeelden
Checklist:
  • Dual Coding (woord en beeld combineren)
  • Concrete voorbeelden
  • Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen

Slide 28 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Aan de slag
Checklist:
  • Expliciete instructie voor toepassingsopdracht: wat, hoe, hoe lang, klaar?
  • Afwisseling in oefentypes (herkneden van de lesstof)
  • Eerst voordoen, daarna begeleidt inoefenen, vervolgens zelfstanding en weer samen (ik--wij-jij/jullie-wij)
  • Het leren zichtbaar maken (zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode )
  • Differentiëren waar nodig: heterogeen en flexibel.

Slide 29 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 30 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Afsluiting
HW: HS 11 par 1 t/m 3 leren
OPdrachten: 
1,2,3  blz 182-184
1,2      blz 222-223
1,2      blz 250
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 31 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

    Begrippen uit deze les
  • Windcentrale
  • Transformator
  • Wisselspanning 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies