Johan de Witt Scholengroep

2.1 Sparen of beleggen? 1/2

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
1. Je kunt nu spaarmotieven van mensen benoemen.
2. Je kunt uitleggen wat rente is.
3. Je kunt voorbeelden van spaarvormen noemen.

4. Je kunt rekenen met enkelvoudige rente.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom sparen we?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Redenen om te sparen
Sparen voor een doel        Sparen uit voorzorg                     Sparen voor de rente
 



 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoudige en samengestelde rente
  • Enkelvoudige rente: je ontvangt alleen rente over het door jou gestorte (begin-) bedrag 

  • Samengestelde rente: je ontvangt rente over het door jou gestorte (begin-) bedrag én over de ontvangen rente tot dat moment. We noemen dit ook wel rente op rente 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde rente levert meer op dan enkelvoudige rente.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort rente krijgt je?
Bij een normale (internet)spaarrekening kun je constant geld opnemen. Dit geld is vrij opneembaar. Je krijgt variabele rente. Het rentepercentage kan elk moment veranderen.

Bij een spaardeposito kun je niet bij je geld. Je krijgt een vaste rente. Het rentepercentage staat vast voor een afgesproken periode. De rente is hoger dan bij een normale spaarrekening omdat de bank langer gebruik kan maken van jouw geld.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spaarvormen

Slide 8 - Tekstslide

Als je je geld van je betaalrekening naar je spaarrekening stort, vermindert je hoeveelheid giraal geld (Omdat geld op spaarrekeningen niet meetelt! Paragraaf 3.1)

Sparen op een spaarrekening kan op verschillende manieren, er zijn verschillende soorten spaarrekeningen.

We maken onderscheid tussen een gewone spaarrekening en een spaardeposito. 


Het geld dat je op een spaarrekening zet is vrij opneembaar, je kunt het wanneer je wil op je betaalrekening storten en vervolgens kun je ermee consumeren.

Het geld dat je op een spaardeposito zet is niet vrij opneembaar. Bij een spaardeposito spreek je met de bank een bepaalde tijd (bijvoorbeeld:5 jaar) af en tot die tijd voorbij is, kun je het geld niet gebruiken.


Op een gewone spaarrekening rust een variabele rente. Dat betekent dat de bank elk moment de rente die je krijgt kan veranderen, variabel betekent ook “veranderlijk”. Bij de meeste banken ligt deze rente nu (oktober 2018) onder de 0,5%.

Op een spaardeposito rust een vaste rente. Dat betekent dat je aan het begin van de looptijd met de bank afspreekt hoe veel rente je ontvangt en gedurende de hele looptijd blijft dat percentage gelijk. Bij de meeste banken ligt deze rente nu (oktober 2018) onder de 1%.


Omdat je bij een gewone spaarrekening ieder moment je geld op een betaalrekening mag storten om het te gebruiken, is de rente die je ontvangt laag: je hebt namelijk weinig risico dat je het geld niet meer terug krijgt.

Omdat je bij een spaardeposito niet zomaar ieder moment je geld op een betaalrekening mag storten, maar de gehele looptijd op je geld moet wachten, is de rente op deze rekeningen hoger dan die van een gewone spaarrekening. Je wordt beloond voor het feit dat je zo lang zonder je geld kunt.
Enkelvoudige interest




Ik heb €47,- spaargeld. Rente = 1,5%. Bereken de enkelvoudige rente na 2 jaar én na 3 jaar

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoudige interest
Kees-Jan stort 1.200 euro op een rekening. Het rentepercentage is 2%. Hoeveel rente ontvangt hij in totaal na 3 jaar?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sparen voor een doel
 Sparen voor rente
Sparen uit voorzorg

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maken: opgaven 1 t/m 9
Tijd: 17 min

Hoe: zelfstandig
Hulp: vinger opsteken
Klaar: blz. 58 opgaven 
1 t/m 3 maken
timer
17:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
1. Je kunt nu spaarmotieven van mensen benoemen.
2. Je kunt uitleggen wat rente is.
3. Je kunt voorbeelden van spaarvormen noemen.

4. Je kunt rekenen met enkelvoudige rente.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sparen uit voorzorg
Sparen voor de rente
Sparen voor een doel
Je spaart omdat je denkt dat je tablet binnenkort kapot gaat
Je spaart omdat je na je examen met je vrienden op vakantie wilt
Je zet geld op een spaarrekening om er inkomsten aan over te houden

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke spaarvorm staat de rente vast?
A
spaardeposito
B
gewone spaarrekening

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de enkelvoudige interest van een spaarbedrag € 12.000, dat 2 jaar uitstaat tegen 6,5% per jaar.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies