Johan de Witt Scholengroep

breuken vereenvoudigen en optellen

breuken optellen en vereenvoudigen

1 / 11

Slide 1: Tekstslide

RekenenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

breuken optellen en vereenvoudigen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Breuken vereenvoudigen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breuken bestaan uit...

Boven en onder

Teller en noemer

Naam en achternaam

Vier cijfers

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8 mensen van de 25 die er voorbij lopen,
dragen handschoenen.

Welk deel van de voorbijgangers draagt handschoenen?

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 2 5 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 5 ​}

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 2 5 ​ ​}{​ 8 ​}

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel spelers in het team zitten, heeft niks te maken met de verhouding!

Ons elftal heeft elf spelers en vijf reservespelers.
Eén op de vier voetbalspelers is geblesseerd.
Welk deel van de voetballers is geblesseerd?

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 1 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 1 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 6 ​}

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel spelers in het team zitten, heeft niks te maken met de verhouding.
De verhouding is 1:4

2/6 en 4/6
Zijn gelijknamige breuken

waar

niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij breuken optellen moet je de breuken gelijknamig maken

Waar

Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Breuken optellen

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} =

2/6

1/9

2/3

1/6

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Breuken...

1/5 + 2/5 =

1/5

4/5

2/5

3/5

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 breuken zijn hetzelfde

2/4

1/4

2/3

1/2

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies