BSM oefentoets

• Lichamelijke opvoeding
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

BSM oefentoets

Welkom klas

Dit gaat over: Hoofdstukken van het boek.

Bewegen en gezondheid

Hoofdstuk 1.1 Gezonde leefstijl

Wat is de definitie van: Gezonde leefstijl

1. Toestand van optimaal welzijn in geestelijk, lichamelijk en maatschappelijk opzicht, zonder ziekte of lichamelijke gebrfeken
2. Niet ziek zijn.
3. Factoren die zorgen dat je gezond blijft.
4. voldoende bewegen,gevarieerd en gezond eten en voldoende ontspanning nemen.

De hoeveelheid slaap die een mens nodig heeft is leeftijdsafhankelijk.

1. Waar
2. Niet waar

Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten. 

2.1 Communicatie

Deze vragen gaan over communicatie en leiding geven. 

Wat is de definitie van: Communicatie

1. Uitwisseling van informatie
2. Contact met mensen
3. Medium en ontvager
4. Verbale communicatie

Sleep de woorden in de goede volgorde naar links

1

2

3

4

Ontvanger

Medium

Zender

Boodschap

Verbale communicatie is onder andere: whatsappbericht

1. Waar
2. Niet waar

Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten. 

Verbale communicatie is onder andere: boos kijken

1. Waar
2. Niet waar

Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten. 

Non-verbale communicatie is onder andere: toonhoogte

1. Waar
2. Niet waar

Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten. 

Non-verbale communicatie is onder andere: kleur kleding

1. Waar
2. Niet waar

Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten. 

Non-verbale communicatie is onder andere: stemgebruik

1. Waar
2. Niet waar

Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten. 

Hoeveel fases heeft groepsvorming?

1. Is één proces
2. 3
3. 5
4. 8

Welke fase hoort bij: 'Er is nu sprake van presteren'.

1. Forming
2. Storming
3. Norming
4. Performing

Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten. 

Welke fase hoort bij: 'Iedereen probeert in deze fase zijn ideeen aan de man te brengen

1. Forming
2. Storming
3. Norming
4. Performing

Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten. 

Welke fase hoort bij: 'De fundering van de groep'.

1. Forming
2. Storming
3. Norming
4. Performing

Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten. 

Geef een voorbeeld van feedback met behulp van de 'sandwichmethode'

Noem 3 typen leiders

Welke leider hoort bij: 'Ik beslis alles, luisteren doen de anderen, maar ik niet'

1. Autoritaire leider
2. Consulterende leider
3. Democratische leider
4. Alle antwoorden zijn fout

Welke leider hoort bij: 'Ik luister naar de groep, maar uiteindelijk beslis ik'.

1. Autoritaire leider
2. Consulterende leider
3. Democratische leider
4. Alle antwoorden zijn fout

Welke leider hoort bij: 'Ik laat het aan de proffesionals over'

1. Autoritaire leider
2. Consulterende leider
3. Democratische leider
4. Alle antwoorden zijn fout

2.2 Begeleiden van activiteiten

Over de verschillende rollen bij het begeleiden van activiteiten

En over de verschillende fases van leren volgens Maslow. 

Wat is een instructeur? Begin je antwoord met: Een instructeur is ...

Wat is het vooral het doel van een trainer?

1. Vaardigheden verbeteren
2. Geestelijke en emotionele steun
3. Instructies geven
4. Alle antwoorden zijn goed

Waarvoor is een coach geschikt?

1. Begeleiden van het hele proces (sport en mentaal)
2. Geestelijke en emotionele steun
3. Instructies geven
4. A, B en C zijn fout

Kan je deze twee rollen goed combineren: Jury en deelnemer?

1. Ja
2. Nee

Kan je deze twee rollen goed combineren: Spelleider en trainer?

1. Ja
2. Nee

Kan je deze twee rollen goed combineren: Scheidsrechter en coach?

1. Ja
2. Nee

Maslow

4 momenten van leren

In de sleepvraag (volgende slide): Sleep de goede zin bij het juiste leermoment

Na 1e training

Als je ergens aan begint

Zonder na te denken sporten

Na veel trainingen, je kan het

2.4 Organiseren van bewegingsactiviteiten

Noem 3 vragen die je kan stellen voordat je aan een toernooi begint:

Een toernooi met teams op dezelfde school heet:

1. Intrascolair toernooi
2. Interscolair toernooi

De berekening voor het aantal wedstrijden in een halve competitie met 6 teams =

1. 6 x (6-1) = 30 : 2 = 15
2. 6 x (6-1) = 30
3. 6 X 6 = 36
4. (6 x 6) : 2 = 36 : 2 = 18

Leg uit of zoek een foto op van een: move-up / move- down systeem

Leg uit of zoek een foto op van een: Wedstrijdschema in poules

Leg uit of zoek een foto van een: Knock-out systeem

Ik denk dat de toets gaat lukken!

😒🙁😐🙂😃

Afsluiting:

Wat te leren voor de toets?

2.1, 2.2 en 2.4 Succes!