In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Breuken
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het eind van deze les weet je wat een breuk is, ken je het verschil tussen de teller en de noemer, kun je de waarde van een breuk vergelijken en weet je hoe je een breuk moet uitspreken.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
1/4
Slide 4 - Tekstslide
uitspraak breuk
Slide 5 - Tekstslide
Breuken kun je ook opschrijven. Bijvoorbeeld "vier zesde". Welk getal/woord is hier de teller?
Slide 6 - Open vraag
In hoeveel stukken moet ik een taart verdelen bij de breuk "vijf negende"
Slide 7 - Open vraag
Welke breuk geeft aan hoeveel van deze cirkel groen is?
A
21
B
71
C
54
D
51
Slide 8 - Quizvraag
Welke breuk geeft aan hoeveel van deze cirkel groen is?
A
103
B
85
C
83
D
107
Slide 9 - Quizvraag
Kan ik de waarde van breuken direct met elkaar vergelijken?
A
Nee, dat kan alleen als de noemer hetzelfde is
B
Sowieso!
C
Ja, dat kan mits de noemer hetzelfde is
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Video
Welke breuk is groter?
A
31
B
74
Slide 12 - Quizvraag
Welke breuk is groter?
A
94
B
31
Slide 13 - Quizvraag
Denk een momentje na of
je nog vragen hebt?
Slide 14 - Tekstslide
Welke vragen over de basis van breuken heb je nog?
timer
2:00
Slide 15 - Open vraag
Zelfstandig aan het werk
Nu ga je aan het werk met de taken Rekenen in NUMO.