Johan de Witt Scholengroep

Havo-3 par. 2.2 = Heb je geld genoeg?

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

H2: Omgaan met geld

Slide 2 - Tekstslide

Par. 2.2: Heb je geld genoeg?


Programma:
  • Bespreken huiswerk
  • Lesdoelstellingen + theorie over Lenen (Heb je geld genoeg?)
  • Vragen maken/huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk = opgaven 14 ,16, 17 van paragraaf 2.1



Rekenen = oefenen!

Wie vindt het rekenen met rentes nog moeilijk?

Maak dan thuis opgave 4 & 5 op pagina 68 en mail mij deze! Dan kan ik zien wat je evt. fout doet.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen deze paragraaf
  • ik kan leenmotieven benoemen
  • ik kan de kosten van een lening berekenen
  • ik weet dat er beperkingen en voorwaarden zijn bij lenen
  • ik ken verschillende vormen van consumptief krediet
  • ik kan 2 verschillende hypotheekvormen benoemen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Leenmotieven
Dit zijn redenen om te lenen

Onverwacht geldtekort
Tijdelijk geldtekort
Koop van een gebruiksgoed
Koop van een huis (hypotheek)

Slide 7 - Tekstslide

Soorten consumptief krediet
  • Persoonlijke lening
  • Doorlopend krediet
  • Rekening-courant krediet
  • Koop op afbetaling
  • Huurkoop

Slide 8 - Tekstslide

Kredietvormen

Consumptief krediet (bank):

  • persoonlijke lening (lenen en terugbetalen in afgesproken termijnen);
  • doorlopend krediet (wat afgelost is mag opnieuw opgenomen worden);
  • rekening-courantkrediet (rood staan bij de bank).


Consumptief krediet (winkel):

  • koop op afbetaling (meteen eigenaar);
  • huurkoop (pas eigenaar na aflossing).


Slide 9 - Tekstslide

Kredietkosten berekenen
  • Krediet = lening
  • Kredietkosten = (aantal termijnen x termijnbedrag) - lening

    Slide 10 - Tekstslide

    Kredietkosten

    Als je geld leent, krijg je te maken met verschillende kosten:

    • aflossing: terugbetaling van het leenbedrag;
    • rente: een percentage van het leenbedrag als vergoeding voor het lenen.




    Slide 11 - Tekstslide

    • (24 x € 148 ) - € 3.000 = € 552
    Rekenvoorbeeld
    Ik leen € 3.000 en betaal terug in maandelijkse termijnen van elk € 148. Looptijd is twee jaar. 
    Bereken de kredietkosten.

    Slide 12 - Tekstslide

    Hypothecaire lening (hypotheek)





    Lening voor de aankoop van een huis of stuk grond.


    Kenmerken:

    • Het huis of het stuk grond is onderpand. Als je de termijnen niet kunt betalen, verkoopt de bank het onderpand om de hypotheek af te lossen.
    • Lage rente: de bank loopt minder risico dan bij een lening zonder onderpand. Daarom is de rente bij een hypotheek lager dan bij een gewone lening.


    Slide 13 - Tekstslide

    Lineaire hypotheek

    Slide 14 - Tekstslide

    Annuiteit

    Slide 15 - Tekstslide

    Zijn er vragen???

    Slide 16 - Tekstslide

    Maken/Huiswerk... 
    Vraag 18 t/m 32

     

    Slide 17 - Tekstslide

    Groepsopdracht... zelf beleggen! 
    Pak je I-pad en ga naar...

    https://www.beleggen.nl
    https://www.bitcoinmeester.nl/koersen

    Slide 18 - Tekstslide

    Groepsopdracht... zelf beleggen! 
    • groepen van 4 personen (ca).
    • iedere groep investeert EUR 10.000,-
    • 1 aandeel per groep, 1x een cryptomunt:





    - ING
    - Ahold Delhaize
    - ASML
    - Heineken
    - Randstad
    - Just Eat Take Away
    - cryptomunt


    Slide 19 - Tekstslide

    Uitleg... zelf beleggen! 
    • komende 2 weken ga je bijhouden:
    1. per dag de koers van het aandeel (in een tabel) --> niet in de weekends!
    2. per dag de waarde van je belegging (in zelfde tabel)
    3. winst/verlies per dag in procenten t.o.v. de vorige dag (in zelfde tabel)

    • Vandaag bepaal je:
    1. hoeveel aandelen kun je kopen voor EUR 10.000,-
    2. zoek je uit wat het bedrijf precies doet




    Slide 20 - Tekstslide

    Uitleg... zelf beleggen! 
    • over 2 weken krijg ik:
    1. de tabel + de koersgrafiek getekend op ruitjes-A4 papier van deze 2 weken (zie ook boek/website)
    2. het eindbedrag in Euro's en de gemaakte winst/verlies in Euro's en in procenten ten opzichte van de inleg

    Ik kan iedereen in het groepje willekeurig vragen naar het eindresultaat en hoe de berekeningen tot stand zijn gekomen! Dat bepaalt mede het resultaat (O/V/G in SOM als handelingsdeel --> 0-meting)!




    Slide 21 - Tekstslide

    Doelstellingen. Jullie... 

    - weten wat een belegging is;
    - weten dat beleggen risico’s met zich meebrengt;
    - weten dat je belegt met geld dat je voor langere tijd niet nodig hebt;
    - weten dat koersen kunnen stijgen en dalen;
    - kunnen enkele grote Nederlandse ondernemingen noemen;
    - weten wat de AEX is
    - kunnen de koersontwikkelingen volgen;
    - kunnen fictief beleggen en jullie winst/verlies berekenen;
    - kunnen jullie winst/verlies in procenten aangeven.

    Slide 22 - Tekstslide

    Slide 23 - Tekstslide