Johan de Witt Scholengroep

6.2 Toonhoogte en frequentie

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat weten jullie over geluid?
Geluid

Slide 5 - Woordweb

Noem 3 verschillende geluidsbronnen
timer
0:45
Geluidsbron

Slide 6 - Woordweb

Welke tonen kun je minder goed horen als je ouder wordt?
A
lage tonen
B
hoge tonen

Slide 7 - Quizvraag

In een opstijgend vliegtuig hoor je soms niet zo goed. Wat kun je eraan doen om weer goed te horen?
A
Niezen
B
Hoesten
C
Krabben
D
Gapen

Slide 8 - Quizvraag

Uitspraak 1: ‘De geluidssterkte wordt gemeten in decibel (A).’
Uitspraak 2: ‘Geluid kun je horen, omdat het trommelvlies meetrilt met de veranderingen in de luchtdruk.’
Welke uitspraak is juist?
A
Geen van beide uitspraken is juist.
B
Alleen uitspraak 1 is juist.
C
Alleen uitspraak 2 is juist.
D
Beide uitspraken zijn juist.

Slide 9 - Quizvraag

Geluid komt door trillingen en die trillingen kun je horen
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Trillingen met een frequentie boven 20 000 Hz kun je horen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Hoe heet de uitslag van de trilling van een stemvork?
A
Frequentie
B
Toonhoogte
C
Evenwichtsstand
D
Amplitude

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor geluidsterkte?
A
Toonhoogte
B
Frequentie
C
Decibel
D
Volume

Slide 27 - Quizvraag

Op een oscilloscoop zie je de golvende lijn van een geluid.
Hoe noem je de hoogte van de golven?

A
amplitude
B
frequentie
C
toonhoogte
D
trillingstijd

Slide 28 - Quizvraag

Als de frequentie omlaag gaat, gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet

Slide 29 - Quizvraag

Hoe noem je het aantal trillingen in 1 seconde?
A
amplitude
B
frequentie
C
geluidsterkte
D
toonhoogte

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de eenheid van geluid-sterkte?
A
decibel
B
frequentie
C
toonhoogte
D
volume

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide