Johan de Witt Scholengroep

appelstrudel

Welkom!
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

appelstrudel

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je vorige week gemaakt?

Slide 3 - Tekstslide

lesdoelen
je kan uitleggen hoe je de kwaliteit van fruit kan controleren
je kan de 4 stappen van brunoise terug vertellen
je kan het verschil tussen de begeleidende en snijdende hand terug vertellen

Slide 4 - Tekstslide

theorie
kwaliteit controleren= kijk, proef ruik
- stevig aanvoelen
- schil mag niet beschadigd zijn. 

bewaren:
- veel in de koelkast
- tropisch/citrus buiten de koelkast. (smaak/kleur)

Slide 5 - Tekstslide

noem 4 fruitsoorten die in Nederland groeien

Slide 6 - Open vraag

waarom worden bananen ingevlogen en groeit het niet in Nederland?

Slide 7 - Open vraag

waar controleer je fruit op?

Slide 8 - Open vraag

welk fruit hoort NIET in de koelkast?
A
sinaasappel
B
appel
C
druiven
D
framboos

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

techniek opdelen
opdelen = kleiner maken
snijtechnieken = geven van een mooie vorm

begeleidende hand = houdt het product vast
snijdende hand = houdt mes vast + snijdt

Slide 11 - Tekstslide

brunoise
0,5 cm X 0,5 cm

  1. schillen
  2. rechthoek snijden
  3. plakken
  4. repen
  5. blokjes

Slide 12 - Tekstslide

wat is de functie van de begeleidende hand?

Slide 13 - Open vraag

hoe zet een goede brunoise eruit?

Slide 14 - Open vraag

praktijkopdracht
  1. pak een aardappel
  2. schil deze
  3. snij de randen zodat je een vierkant krijgt. 
  4. snij plakken van 0,5 cm
  5. snij repen van 0,5 cm
  6. snij blokjes van 0,5 cm

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

vaktaal
  • paneermeel= gedroogd broodkruim
  • brunoise = blokjes
  • begeleidende hand
  • snijdende hand
  • goudreinet

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

voorbereiding
we gaan appelstrudel maken. 
We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

emmer sop
1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Slide 21 - Tekstslide

materialen
• Steelpan
• Snijplank
• Koksmes
• Dunschiller
• Bakpapier
• Bakplaat
• Invetkwast
• Verwarmde oven 220 graden
• vork

Slide 22 - Tekstslide

Ingredienten
• 2 plakjes bladerdeeg
• 1 goudreinet
• 1 eetlepel citroensap
• 30gr paneermeel (gebakken in boter)
• 30gr suiker
• 20gr rozijnen
• 1 snufje kaneel
• 10 gram boter

Slide 23 - Tekstslide

uitvoeren
je gaat nu de appelstrudel maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Slide 24 - Tekstslide

Stap 1
verwarm de oven. 

leg het bladerdeeg op het bakpapier.

Slide 25 - Tekstslide

Stap 2
smelt de boter in de steelpan.
doe 1 eetlepel gesmolten boter in een kopje. 

Slide 26 - Tekstslide

Stap 3
1. roer paneermeel +boter in je pan. 

2. leg je mengsel op je bladerdeeg

Slide 27 - Tekstslide

Stap 4 
1. schil de appel. 

2. Snij deze brunoise

3. roer het citroensap door de appel

Slide 28 - Tekstslide

Stap 5
1. leg de appel in het midden van je bladerdeeg. 
2. strooi de suiker/kaneel/rozijnen hierover

Slide 29 - Tekstslide

Stap 6
1. vouw de links over de appel. 
2. Vouw rechts over de appel. 
3.druk vast met de vork

Slide 30 - Tekstslide

Stap 7
1. smeer de boter uit je kopje op je strudel met de kwast. 
2. zet in de oven voor 30 min

Slide 31 - Tekstslide

afronden
na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

Slide 32 - Tekstslide

stap 1
Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

Slide 33 - Tekstslide

stap 2
maak je werkblad schoon

Slide 34 - Tekstslide

stap 3
Maak het fornuis schoon

Slide 35 - Tekstslide

stap 4
veeg en/of dweil de vloer. 

Slide 36 - Tekstslide

extra taak:
  • vloer vegen
  • vloer dweilen
  • kruidenkar
  • oven schoonmaken
  • temperatuur
  • werkbank raam
  • tafel schoonmaken
  • wasbak 1
extra taak:
  • wasbak 1
  • wasbak 2
  • wasbak 3
  • wasbak 4
  • producten afdekken/stickeren
  • bovenkast
  • kopkasten

Slide 37 - Tekstslide

vervoer
transport = vervoert product of personen
distributiecentrum = groot magazijn voor winkels

Slide 38 - Tekstslide

een distributiecentrum ligt vaak aan een snelweg op een centrale plek. Waarom zou dit zijn.

Slide 39 - Open vraag

hoe werkt een distributie en transportbedrijf samen?

Slide 40 - Open vraag

Nabespreken
kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 
zijn er ook dingen die je anders zou doen?
antwoord dit op de volgende slides

Slide 41 - Tekstslide

Hoe smaakte het gerecht?
A
lekker
B
niet lekker
C
een beetje lekker
D
ik heb het niet geproefd

Slide 42 - Quizvraag

Wat ga je de volgende keer anders doen?

Slide 43 - Open vraag

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Slide 44 - Open vraag