Johan de Witt Scholengroep

periode 1

1 / 88
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 88 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
       
       Pak je map en je pen 
       Stop je telefoon in telefoontasje of uit in je tas
       Jas over de stoel/ tas op de grond
       

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorkennis 
maak de opdracht op blz 8
geestelijk en lichamelijke kenmerken 

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen dit jaar?
Periode 1: PTA 1
Periode 2: PTA 2
Periode 3: PTA 3
Periode 3: PO

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 1 
Aan het einde van de les kun je:

 
  • Uitleggen wat een organisme is.  
  • Negen levenskenmerken van een organisme benoemen

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Organisme
Biologen noemen alle levende wezens  organismen
Jij bent een organisme! 

zo ook....bacteriën, schimmels planten en dieren 

Slide 7 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Organisme
-Een organisme leeft als het 9  levenskenmerken heeft
*delen van een organisme kunnen dood zijn (vb mijn nieren werken niet meer).
-Iets wat nooit levenskenmerken heeft gehad is levenloos.

Slide 8 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Wat zijn levenskenmerken?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

9 levenskenmerken 
  1. groei
  2. ontwikkeling
  3. reageren op prikkels
  4. beweging 
  5. stofwisseling 
  6. voeding 
  7. ademhaling 
  8. uitscheiding 
  9. voortplanting  

Slide 10 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Romp
In de borstholte en de buikholte liggen onze organen
  1. Middenrif (die scheidt de romp in de borst en de buikholte)
  2. Borstholte (bovenste gedeelte van de romp hier ligt het hart en onze longen)
  3. Buikholte (het onderste gedeelte van de romp hier vind je de maag, lever de nieren en de darmen)

Slide 11 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Organen zijn delen van ons lichaam met één of meer functies.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Met deze tips 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
       
       Pak je map en je pen 
       Stop je telefoon in telefoontasje of uit in je tas
       Jas over de stoel/ tas op de grond
       Schrijf op je blaadje wat een organisme is en schrijf de 9 levenskenmerken op 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Geef je boek aan degene die naast je zit en pak een gekleurde pen. Samen kijken we het Huiswerk na.

Slide 15 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Leerdoelen les 2 
Aan het einde van de les kun je:

 
  • Uitleggen wat een organisme is.  
  • Negen levenskenmerken van een organisme benoemen
  • De organisatieniveaus binnen een organisme benoemen 
  • Tien orgaanstelsels van de mens benoemen 

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Orgaanstelsel
  1. ademhaling stelsel
  2. bloedvatenstelsel
  3. bottenstelsel (geraamte)
  4. hormoonstelsel
  5. spierstelsel
  6. uitscheidingstelsel 
  7. verteringstelsel
  8. voortplantingstelsel
  9. zenuwstelsel
  10. zintuigenstelsel

Slide 17 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Met deze tips 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 3 
Aan het einde van de les kun je:

 
  • Uitleggen wat een organisme is.  
  • Negen levenskenmerken van een organisme benoemen
  • De organisatieniveaus binnen een organisme benoemen 
  • Tien orgaanstelsels van de mens benoemen 

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Sleep de afbeelding naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalings-
stelsel
Spier
stelsel
botten
stelsel
bloedvaten
stelsel

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

5 organisatieniveaus 
  • Organen bestaan uit cellen 
  • een groep cellen met dezelfde vorm en functie heeft weefsel (vb spierweefsel)
  • tussen de cellen van het weefsel zit tussencelstof (vb kalk in beenweefsel, er zijn verschillende soorten tussencelstof.

Op volgorde van klein naar groot:
1. Cel 2. Weefsel 3. orgaan 4. orgaanstelsel 5.organisme

Slide 22 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de volgende onderdelen op volgorde van klein naar groot:
Orgaan
Cel
Orgaanstelsel
Weefsel
Organisme

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Met deze tips 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
       
       Pak je map en je pen  
       Stop je telefoon in telefoontasje of uit in je tas
       Jas over de stoel/ tas op de grond
       schrijf op je wisbordje wat een organisme is 
en de 5 organisatieniveaus

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 4 
Aan het einde van de les kun je:
 
  • Uitleggen wat een organisme is.  
  • Negen levenskenmerken van een organisme benoemen
  • De organisatieniveaus binnen een organisme benoemen 
  • Tien orgaanstelsels van de mens benoemen 
  • ken je de het verschil tussen dierlijke en plantaardige cellen en de 4 rijken 

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Cellen van dieren en planten
Delen die voorkomen bij cellen van dieren en planten:
  1. Celkern -die regelt alles wat in de cel gebeurt
  2. Cytoplasma -hiermee is de cel verder gevuld  (water met opgelostestof)
  3. Celmembraam -een dun vliesje over het cytoplasma

Delen die alleen voorkomen bij cellen van planten:
  1. Celwand - dat is een stevige laag om de cel/ celwanden zijn tussencelstof
  2. Bladgroenkorrels - groene korrels in het cytoplasma (bladgroenkorrels daar vindt de fotosynthese plaats)
  3. Vacuole -een met vocht gevuld blaasje in het cytoplasma

Slide 28 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Dierlijke en plantaardige cellen:
Korrels in het cytoplasma van plantaardige cellen. 

Bladgroenkorrels zorgen voor fotosynthese.

Kleurstofkorrels geven bloemen en vruchten een kleur. 

Zetmeelkorrels zijn kleurloos en slaan zetmeel op.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 rijken

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 rijken
Celkenmerken

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Met deze tips 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
       
       Pak je map en je pen  
       Stop je telefoon in telefoontasje of uit in je tas
       Jas over de stoel/ tas op de grond
       teken op je wisbordje de plantencel

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 5 
Aan het einde van de les kun je: 
  • Ken je de het verschil tussen dierlijke en plantaardige cellen en de 4 rijken.
  • Ken je het verschil tussen geestelijke en lichamelijk ontwikkeling
  • Ken je de verschillende levensfases van de mens.
  • kan je vertellen hoeveel chromosomen een mens heeft.

Slide 34 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
voorkennis 
4 rijken

Slide 35 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Welke cel onderdelen hebben plantaardige cellen en dierlijke cellen beide?
A
Alleen een celkern
B
celkern en cytoplasma
C
celkern, cytoplasma en celmembraan
D
celkern, cytoplasma, celmembraan, celwand

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4 rijken
Celkenmerken

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groei en ontwikkeling bij de mens
  • Lichamelijke groei (groei/ontwikkeling)
  • Geestelijke groei

Slide 38 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chromosomenn
  • In de celkern word alles geregeld wat er in de cel gebeurd.
  • In de celkern bevinden zich de chromosomen
  • Je chromosomen bepalen op je een jongen of een meisje bent je kleur ogen je haarkleur etc.

Slide 40 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Chromosomenn
Een gen is een stukje DNA. Elk gen beschrijft de code van een kenmerk, die (mee)bepaalt hoe u er uit ziet en hoe uw lichaam werkt. Normaal gesproken bevat iedere lichaamscel 46 chromosomen, verdeeld over 23 paren. Van elk paar chromosomen is 1 chromosoom afkomstig van de vader en 1 van de moeder.
X en Y een jongen
X en X een meisje 

Slide 41 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Schrijf op in je planner
SO vrijdag 15 september 1ste uur 
Hoofdstuk 1,2, 3en 4.
Hoofdstuk 3 ken je alleen de onderdelen van de microscoop


Gebruik je lesstof (digitaal) : 1.4 chromosomen

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Met deze tips 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 45 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
       
       Pak je map en je pen  
       Stop je telefoon in telefoontasje of uit in je tas
       Jas over de stoel/ tas op de grond
       schrijf op je wisbordje hoeveel chromosomen de mens heeft. aan wat zie je of het een man of een vrouw is? 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 7 
Aan het eind kan je 
  • organismen ordenen (4 rijken )
  • determineren

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorkennis 
Je kunt kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels,
planten en dieren.
• Een eencellig organisme bestaat uit één cel.
• Een meercellig organisme bestaat uit meerdere cellen.
• Een vertakkingsschema is een overzichtelijke manier om organismen in te
delen.
• Om organismen in te delen letten biologen op kenmerken van de cellen die
verschillen.
– In afbeelding 1 zie je de celkenmerken van organismen uit de
verschillende rijken

Slide 48 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Slide 49 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
SO
cijfer 
volgende week een terugkoppeling wat kan ik beter doen
begrippen oefenen 
samenvattingen leren 

Slide 50 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Slide 51 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Determineren 
Determinatie is in de biologie vaststellen tot welke soort een bepaald dier of plant hoort. Door dit vast te stellen kun je bijvoorbeeld ook nieuwe soorten ontdekken of zelfs een nieuw dier/plant.

oefening determineren 
Honden 
katten 
planten 
schimmels 


Slide 52 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
HW
Organismen ordenen BLZ 198 t/m 208
leren BLZ 209
Bacterien en schimmels BLZ 210 t/m112

Slide 53 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Afsluiting

Pak terug op de leerdoelen: hebben de leerlingen deze behaald?

Slide 54 - Tekstslide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 

Met deze tips 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 55 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
       
       Pak je map en je pen  
       Stop je telefoon in telefoontasje of uit in je tas
       Jas over de stoel/ tas op de grond
       schrijf op je wisbordje wat betekend determineren?

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
Determinatie: tot welke soort een bepaald dier of plant hoort. 
4 rijken
Organismen behoren tot 1 soort als ze vruchtbare nakomelingen kunnen voort brengen. Een populatie is een groep dieren van hetzelfde soort.

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 58 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 8 
Aan het eind kan je 
  •  uitleggen welke rol een bacterie heeft
  •  uitleggen  welke rol een schimmel heeft
  •  uitleggen dat het rijk van planten verdeelt is in drie afdelingen
  •  uitleggen hoe het rijk van de dieren is verdeeld in groepen 

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HET RIJK VAN DE BACTERIËN

 Bacteriën planten zich voor door deling. Ze voeden zich met dode resten van organisme. Ze ruimen ze in de natuur dus op. We noemen dat reducenten. Bacteriën kunnen ons voedsel bederven.
We kunnen bacteriën ook gebruiken voor ons voedsel. Zo wordt yoghurt bereid met bacteriën. Zuurkool trouwens ook. Ook gebruiken we ze bij de productie van hormonen en geneesmiddelen. Maar ze kunnen bij de mens ook infectie ziekte veroorzaken. Goede hygiëne kan dit voorkomen!


Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijk van Schimmels
Gisten zijn eencellige schimmels en planten zich voort door deling. Veelcellige schimmels bestaan uit draden (schimmeldraden). Ook schimmels ruimen in de natuur de dode resten van organisme op. Maar ook schimmels kunnen voedsel bederven.

Schimmels kunnen wel gebruiken voor ons voedsel. Zo wordt bier, wijn en schimmelkaas gemaakt van schimmels. Ook worden geneesmiddelen gemaakt door schimmels. Schimmels kunnen bij de mens infectie ziekte veroorzaken. Deze kunnen worden bestreden door antibiotica.


Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 62 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rijk van planten
Het planten rijk kun je indelen in drie afdelingen. 
Wieren, sporen planten en zaadplanten.

Wieren hebben geen wortels en geen stengels. Ook hebben ze geen bloemen en bladeren.
Sporenplanten hebben stengels, wortels en bladeren. Ze planten zich voort door sporen en ze hebben geen bloemen.
Zaadplanten planten zich voort door middel van zaden. Ze hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen.
Zaadplanten kun je verdelen in twee groepen. De Naaktzadigenen de bedektzadigen. De naaktzadigen kun je herkennen aan zaden die tussen de schubben te vinden zijn. De bladeren van de boom zijn meestal naaldvormig. Denk bijvoorbeeld aan een den of een spar.
Bedektzadigen zijn zaden die in de vruchten zitten. De bladeren zijn dan ook niet naaldvormig. Denk bijvoorbeeld aan een appelboom, een boterbloem of gras.






Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijk van de dieren
Hiervoor kun je beter in je boek even een kijkje nemen. Je kan de juiste informatie vinden op blz. 58 t/m 62 )

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 65 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rijk van de dieren
GELEEDPOTIGEN
We verdelen deze afdeling in vier groepen. Namelijk de duizendpoten, de kreeftachtigen, de spinachtigen en de insecten. De poten van de geleedpotigen zijn geleed. Dat wil zeggen dat ze bestaan uit kleine stukjes, de leden.

GEWERVELDEN
Gewervelden hebben een inwendig skelet, een onderdeel daarvan is opgebouwd uit wervels. Deze afdeling verdelen we in vijf groepen. Vissen, amfiebieën, reptielen, vogels en zoogdieren. Je kunt deze onderscheiden door de huid, lichaamstemperatuur, ademhalingsorganen, voortplanten en milieu waar ze in leven.

Reptielen: Hebben longen en eieren met een leerachtige schaal.
Vogels: Hebben longen en eieren met een kalkschaal.
Zoogdieren: Longen en brengen levendbarend de jongen ter wereld.

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijk, afdelingen, groepen etc..
Je hebt nu geleerd dat we organismen verdelen in rijken, afdelingen en soms in groepen. Dit kunnen we weer geven in een vertakkingschema, zoals je kan zien hieronder. Je kunt de gegevens determineren. Zo kom je erachter welk dier je nu echt voor je hebt. Een voorbeeld van zo’n tabel zie je op blz. 69








Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HW
Organismen ordenen BLZ 198 t/m 208
leren BLZ 209
Bacterien en schimmels BLZ 210 t/m112

Slide 68 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Afsluiting

Pak terug op de leerdoelen: hebben de leerlingen deze behaald?

Slide 69 - Tekstslide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 

Met deze tips 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 70 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
       
       Pak je map en je pen  
       Stop je telefoon in telefoontasje of uit in je tas
       Jas over de stoel/ tas op de grond
       schrijf op wat je wilt vragen

Slide 71 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis

Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
 Je kan een  
  • biologisch onderzoek  voorbereiden, uitvoeren en beoordelen. 
 









Slide 73 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 74 - Video

Deze slide heeft geen instructies

BIOLOGISCH ONDERZOEK

 Hieronder vindt je deze stappen:
1. Onderzoeksvraag
2. Veronderstelling
3. Verwachting
4. Werkplan
5. Waarnemingen
6. Conclusie













Slide 75 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BIOLOGISCH ONDERZOEK

 
Als je deze punt na gaat kun je makkelijk een verslag maken. Hieronder een uitleg met de boven genoemde begrippen.
1. Je vraagt je zelf af wat je te weten wilt komen. Je formuleert dat in een vraag.
2. Je schrijft bij een veronderstelling vast op van wat jij denkt dat het antwoord zal zijn. Je gaat bedenken wat het antwoord is op jouw onderzoeksvraag.
3. Veronderstelling is je verwachting
4. Als je dat hebt gedaan, is het slim om een werkplan op te schrijven voor je de proef gaat doen. Je moet je proef uitvoeren
5. Daarna komt de waarneming. Wat zie je dat tijdens de proef voor ontwikkeling optreed.
6. Daarna vul je de conclusie in. Wat is het antwoord op de hoofdvraag. Dat is ook het antwoord op de conclusie.










Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HW

Slide 77 - Tekstslide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Afsluiting

Pak terug op de leerdoelen: hebben de leerlingen deze behaald?

Slide 78 - Tekstslide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
Ben je blij met het resultaat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 79 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • organisme 

  • ...
  • ... 

Slide 80 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BEGRIPPEN UIT DEZE LES
...
...
...
...
...

Slide 81 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket (formatief evalueren)

Zie voorbeelden in de map TOOLS 
van de gedeelde map.

Slide 82 - Tekstslide

Formatief evalueren: 
Het werken met leerdoelen maakt effectief feedback geven mogelijk.
Gedurende de les wordt continue geëvalueerd in hoeverre de leerlingen de leerdoelen
beheersen. Leerlingen gaan pas aan de slag met het volgende leerdoel wanneer zij
aantonen de vorige te beheersen. De docent laat op verschillende manieren weten waar
leerlingen naartoe werken (feed-up), of zij goed bezig zijn (feed-back) en wat de volgende
stap is (feedforward). Deze feedback is niet alleen gericht op een taak/product, maar vooral
ook op hoe leerlingen op een juist antwoord zijn gekomen (proces). Enkele praktische tips
om met formatief evalueren aan de slag te gaan: https://toetsrevolutie.nl/?p=2298 &
https://hetdigitalewerkvormenboek.files.wordpress.com/2020/07/het-digitale-
werkvormenboek.pdf
Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 83 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Eerst dacht ik...,
nu denk ik...

Slide 84 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?
010

Slide 85 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ben je blij met het resultaat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 86 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer zou je mij geven voor deze les?
010

Slide 87 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 88 - Poll

Deze slide heeft geen instructies