In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
redactie toets 1
Slide 1 - Tekstslide
Bereken de som van 49 en 76 en 93
A
169
B
125
C
44
D
218
Slide 2 - Quizvraag
Koen heeft 20 dropjes. Hij eet er 7 op. Hoeveel houdt hij er over?
A
140
B
15
C
13
D
27
Slide 3 - Quizvraag
Aukje en Joke krijgen 18 snoepjes van hun moeder. Ze delen samen. Hoeveel snoepjes eten ze ieder?
A
36
B
9
C
16
D
20
Slide 4 - Quizvraag
Een meter en een decimeter zijn samen hoeveel centimeter?
A
1.100
B
110
C
90
D
100
Slide 5 - Quizvraag
Het fietsenhok van een school is 10 m lang en 2 m breed. Wat is de oppervlakte van dit fietsenhok?
A
10 vierkante meter
B
12 vierkante meter
C
20 vierkante meter
D
40 vierkante meter
Slide 6 - Quizvraag
Een secretaresse werkt 7 uur per dag. Op zaterdag werkt zij 4 uur. 's Zondags is ze vrij. Hoeveel uren werkt ze per week?
A
42 uur
B
35 uur
C
39 uur
D
28 uur
Slide 7 - Quizvraag
Sjoerd trekt van een getal 13 af. Dan krijgt hij 7. Welk getal had hij eerst
A
13
B
20
C
37
D
33
Slide 8 - Quizvraag
Robert heeft €15,60 in zijn spaarpot. Hij krijgt van zijn opa 80 eurocent. Hoeveel geld heeft robert nu?
A
€16,30
B
€14,80
C
€16,40
D
€15,40
Slide 9 - Quizvraag
De inkoop is €110,-. De winst €15,-- Wat is de verkoop?
A
€125,-
B
€134,-
C
€135,-
D
€85,-
Slide 10 - Quizvraag
Peter gaat met €100,- naar de markt. Hij geeft uit: bij de viskraam €9,90 bij de groentekraam€16,50 bij de kaaskraam €22,40 bij bloemenkraam €3,95 hoeveel geld heeft Peter over?