Je kunt de
vier overheidslagen noemen en uitleggen waarvoor zij verantwoordelijk zijn.
Je kunt uitleggen met welke vier maatregelen de overheid ons gedrag beïnvloedt.
Je weet wat het verschil is tussen de collectieve en de particuliere sector.
Je kunt uitleggen waarom de overheid zorgt voor collectieve goederen.
Je weet wat privatisering is en waarom de overheid sommige taken privatiseert.