Startrekenen 1F H8 Verhoudingen les 1

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Doel

Aan het einde van deze les:

Weet jij wat een verhouding is.

Kun jij een verhouding in een tabel zetten.

Startopdracht

Jelle is jarig. Hij trakteert de klas op koekjes.

Jelle gaat naar de supermarkt. Hij ziet dat er 5 muffins in een pak zitten. Hij kijkt naar de prijs. 1 pak muffins kost 3 euro.

Er zitten 30 kinderen in de klas. 

Reken uit hoeveel Jelle moet betalen. 

Reken uit hoeveel Jelle moet betalen

Hoe zit het nou?

Jelle is jarig. Hij trakteert de klas op muffins. Er zitten 30 kinderen in de klas. Reken uit hoeveel Jelle moet betalen. 

30 kinderen : 5 muffins = 6 
Hij heeft 6 pakken nodig. 

Ieder pak kost 3 euro
3 euro x 6 pakken = 18 euro

Verhoudingen

Verhoudingen kom je iedere dag tegen.

het meest als je kookt.

Een recept voor een cake staat vol met verhoudingen.

ook in de bouw kom je verhoudingen vaak tegen. Denk maar aan het maken van cement. je moet dan de goede verhouding hebben tussen water, zand en mortel.

In een tabel

Dit kan ook in een verhoudingstabel geplaatst worden.

Aantal muffins	5	30
Euro	3	18

x 6

x 6

Met 1 fles cola kun je 7 glazen zetten.

Aantal flessen	Vak 1
Aantal glazen	Vak 2

In 4 dozen zitten in totaal 24 glazen.

Aantal dozen	Vak 1
Aantal glazen	Vak 2

3 pakken melk zijn bij elkaar 4,5 liter.

Aantal pakken	Vak 1
Aantal liters	Vak 2

BELANGRIJK

Als je rekent met verhoudingen, gebruik je altijd:

Vermenigvuldigen of

delen door

Nooit plus of min

maken

Opdracht 1, 2 en 3 op blz 160

Klaar? Samen nakijken

Rekenen met verhoudingen

Met verhoudingen in een verhoudingstabel kun je rekenen.

Dat zorgt ervoor dat je altijd precies de juiste ingrediënten haalt voor je recept of je precieste goede hoeveelheid metselzand aanmaakt.

In 1 doos zitten 12 eieren.
Hoeveel eieren zitten er in 3 dozen?

In 1 uur rijdt je 100 kilometer.
Hoeveel kilometer rijdt je in 3 uur?

3 broden kosten 6 euro.
Hoeveel kost 1 brood?

• In 1 doos zitten 12 eieren
  Hoeveel eieren zitten er in 3 dozen?
  
  
• In 1 uur rijd je 100 kilometer
  Hoeveel kilometer rij je per uur?
  
  
• Drie broden kosten €6
  Hoeveel kost 1 brood?

doos	1	3
eieren	12	36

uur	1	3
km	100	300

brood	3	1
euro	6	2

x3

x3

:3

Uitleg

Samen lezen en bekijken: blz. 161

Gebruik het stappenplan als je rekent met verhoudingen.

Op de volgende dia's staan sommen met een verhoudingstabel. Op je computer kun je natuurlijk geen tabel tekenen. Daarom staat in de dia alvast een tabel. De vakken van dit tabel zijn genummerd. Je geeft op de volgende manier antwoord:

enzovoorts

3 dozen kiwi's kosten 4 euro. Hoeveel kosten 9 dozen?

Aantal dozen	3		9
Aantal euro's	4		?

2 bioscoopkaartjes kosten 16 euro. Hoeveel kosten 10 kaartje?

Aantal kaarten	2		10
Aantal euro's	16		?

Er zitten 30 koekjes in 2 pakken. Hoeveel koekjes zitten er in 8 pakken?

Aantal koekjes	30
Aantal pakken	2		8?

maken

Opdracht 4 t/m 8 op blz 162 t/m 165

Klaar? Samen nakijken

Doen

Studiemeter 1F domein 2: oefeningen: verhoudingen

- verhoudingen vergroten

- verhoudingen verkleinen