Johan de Witt Scholengroep

H4 6.5 9-4-2024

Welkom :)

Wat is de wet van ohm?

Hoe heten deze schakelingen? En wat is het verschil?

1 / 16

Slide 1: Tekstslide

NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom :)

Wat is de wet van ohm?

Hoe heten deze schakelingen? En wat is het verschil?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Vandaag 6.5

serie en parallel - formules voor weerstand

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag:

Eerst theorie. Goed luisteren + aantekeningen maken. vraag? hand opsteken
Checkvragen maken
Opdrachten maken.
Controle & afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Serieschakeling

Serieschakeling noemen we ook wel een spanningsdeler
De bronspanning wordt verdeeld over de twee weerstanden
R_tot = R₁ + R₂
De stroom is overal gelijk! I_tot = I₁ = I₂

Slide 4 - Tekstslide

Een batterij van 12V staat in serie met twee weerstanden, ieder van 8,0 ohm. Wat is de spanning over de weerstanden?

A: allebei 12V

B: allebei 6,0V

C: allebei 8,0V

D: allebei 16 V

Slide 5 - Tekstslide

Een batterij van 12V staat in serie met twee weerstanden, ieder van 8,0 ohm. Hoe groot is de stroom?

A: 1,5 A

B: 0,75 A

C: 0,67 A

D: 1,3 A

Slide 6 - Tekstslide

Parallelschakeling

Bij een parallelschakeling wordt de stroom verdeeld
I_tot= I₁ + I₂
De spanning is overal gelijk! U_bron = U₁ = U₂
Voor de totale weerstand geldt:

Slide 7 - Tekstslide

Parallelschakeling

Bij een parallelschakeling wordt de stroom verdeeld
I_tot= I₁ + I₂
De spanning is overal gelijk! U_bron = U₁ = U₂
Voor de totale weerstand geldt:

\frac{​ 1 ​ ​}{​ R ^{​ t ​ ​} ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ R ^{​ 1 ​ ​} ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ R ^{​ 2 ​ ​} ​}

Slide 8 - Tekstslide

Hoe groot is de totale weerstand van twee weerstanden die parallel staan? R1 = 10 ohm, R2 = 20 ohm

30 ohm

10 ohm

0,15 ohm

6,7 ohm

Slide 9 - Quizvraag

gemengde schakeling

strategie: stapje voor stapje

Slide 10 - Tekstslide

Een batterij van 12 V staat in serie met twee weerstanden, van 8,0 en 25 ohm. Bepaal de spanning over de weerstand van 8,0 ohm

2,9 V

3,9 V

9,1 V

8,0 V

Slide 11 - Quizvraag

Opdracht

Maak: opdrachten 28, 30 op pagina 273

Werkvorm: zelfstandig, tijd

Klaar? ....

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten bespreken

Slide 13 - Tekstslide

Vooruitblik volgende les

lesdoelen

Slide 14 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 15 - Tekstslide

Klaar?

Moeilijke opdracht klassikaal, doorlezen, anders??