Johan de Witt Scholengroep

3.7 Opvoeding of Aanleg

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Heb jij jouw intelligentie van jouw ouders?

Slide 2 - Woordweb

3.7 Opvoeding of aanleg
Leerdoelen:
  • begrippen nature en nurture kennen en kunnen gebruiken
  • het belang van tweelingonderzoek in de nature-nurture discussie kennen
  • epigenetica kennen en weten wat de invloed op erfelijkheid is

Slide 3 - Tekstslide

Sleep het kenmerk naar nature of nurture.
Nature
Nurture
Haarkleur
Met bestek eten
Gluten-
allergie
Lengte
Kunnen schrijven

Slide 4 - Sleepvraag

Nature / nurture
in biologie, psychologie en neurowetenschappen op zoek naar de oorzaak van eigenschappen:

Slide 5 - Tekstslide

Nature-nurture
Fenotype = milieu + genotype
Welke speelt een grotere rol?

Herhaling in generaties van: alcoholisme, huiselijkgeweld en misbruik.

Maar ook: creativiteit, verlegenheid, rekenvaardigheid.

Slide 6 - Tekstslide

Wat denk jij dat de grootste rol speelt bij het bepalen van eigenschappen?
A
Nature!
B
iets meer nurture dan nature
C
iets meer nature dan nurture
D
Nurture!

Slide 7 - Quizvraag

Nature vs. Nurture
- Nature: aanleg/erfelijkheid
- Nurture: omgeving/opvoeding
- Wolfskind
- Mowgly

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Waarom is onderzoek aan tweelingen zo interessant voor het nature/nurture debat?

Slide 10 - Open vraag

Bij een-eiige tweelingen is zowel nature als nurture identiek, bij twee-eiige tweelingen is nature verschillend, nurture identiek. Verschillen tussen die twee groepen in een eigenschap zijn dus het gevolg van nature.

Slide 11 - Tekstslide

Bij een-eiige tweelingen is zowel nature als nurture identiek, bij twee-eiige tweelingen is nature verschillend, nurture identiek. Verschillen tussen die twee groepen in een eigenschap zijn dus het gevolg van nature.

Kan je dit ook omdraaien om nurture te onderzoeken?

Slide 12 - Tekstslide

Epigenetica
Epi-=op/ bij/ aan/ boven/ voor
- Extra informatie bovenop het genotype (bovenop DNA-code).
- Epigenetica bepaalt óók kenmerken in fenotype.

Slide 13 - Tekstslide

Invloed van omgeving
-Zelfs de omgeving van ouders kan invloed hebben op DNA nakomelingen!
-Voeding: stoffen zorgen voor binding aan DNA en blokkeert  óf versterkt delen.

Slide 14 - Tekstslide

Epigenetica
In je celkern liggen chromosomen. 
Chromosomen zijn opgerolde DNA strengen om eiwit heen

Slide 15 - Tekstslide

Epigenetica
Op dat DNA liggen genen die coderen voor eiwitten. 
Als dat gen ''aan'' staat, wordt het gemaakt via de eiwitsynthese route. We noemen dit gen-expressie.
Staat het gen uit. Dan is er 
Geen expressie. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Genregulatie
-Methylering: toegevoegd molecuul op delen van DNA.
-Zorgen voor wel of niet aflezen gen.
-Ook versterking of zelfs blokkering mogelijk.(enhancing en silencing).

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Huiswerk 
Basisstof 3.7 : 75 t/m 80
 

Slide 21 - Tekstslide