Johan de Witt Scholengroep

Herhaling H1

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Wat weet je nu van economie?

Slide 5 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Economie is meer dan geld
- Economie
- Behoeften 

- Producent
- Consument

Slide 6 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Behoeften
  • Alles wat je nodig hebt om te kunnen leven of..... 
  • Alles wat je wilt hebben  
  • Er zijn 2 soorten behoefte, namelijk:
  • Primaire behoefte:
  • Spullen die je nodig hebt en niet zonder kunt
  • Secundaire behoefte:
  • Spullen die je graag wilt hebben, maar wel zonder kunt

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komen we aan geld?
- directe ruil          een product ruilen voor een ander product
- indirecte ruil           producten ruilen voor geld
- ruilmiddel             bij kopen en verkopen gebruik je het geld

Slide 14 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Soorten geld
  • chartaal geld - contant geld




  • giraal geld - het geld dat op je bankrekening staat

Slide 15 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Hoe betaal je?
Betalen met chartaal geld  je overhandigt munten en bankbiljetten en als je te veel betaald, krijg je als wisselgeld terug 

Elektronisch betalenmet bankpas, telefoon of smartwatch

Slide 16 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Hoeveel staat er op je rekening?
- saldo: bedrag dat op je bankrekening staat
Giraal geld is onzichtbaar. Wel kun je op je bankapp je saldo zien.
Formule:
Nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten - uitgaven
Positief saldo = tegoed
Negatief saldo = tekort

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisbehoeften & overige behoefte
Basisbehoefte (primair) = noodzakelijke behoeften, zoals kleding, brood en onderdak

Overige behoeften (secundair) = luxe behoefte, die je leven leuker of makkelijker maken. 
Als je iets koopt om zelf te gebruiken ben je een consument. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behoeften
Basisbehoeften
Overige behoeften (luxe)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt niet alles consumeren door:
  • Niet genoeg geld
  • Niet genoeg tijd


Je moet dus kiezen wat je het belangrijkst vindt. Je moet prioriteiten stellen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prioriteiten stellen
= je kiest voor jezelf welke behoeften jij het belangrijkst vindt en welke minder.

1. Eerst voor basisbehoeften                                              
2. Dan pas de overige behoeften                                               

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Manieren om je behoeften te vervullen
1. Iets kopen
2. Gebruik maken van vrije goederen, zoals:
- zonlicht
- wind
- regenwater
3. Door zelfvoorziening: je maakt dan iets voor eigen gebruik

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goederen & Diensten
Goederen
(tastbaar)
Diensten
(niet tastbaar)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Procent uitrekenen
bedrag : 100 X procent

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productinformatie

Op de verpakking staat bijv.:

- de productnaam;

- de hoeveelheid;

- de naam van de producent;

- de ingrediënten;

- de houdbaarheidsdatum;

- de gebruiksaanwijzing.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De consumentenbond
Is het product echt zo goed als in de reclame?

De consumentenbond geeft:
  • Betrouwbare informatie over producten.  Daarvoor test de Consumentenbond allerlei producten van verschillende merken. Ze vergelijken die producten met elkaar en kijken daarbij vooral naar de prijs en de kwaliteit. Zo’n test heet een vergelijkend warenonderzoek.
  • Uitleg over de rechten van de consument.


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warenwet
  • Warenwet zegt dat een product niet schadelijk mag zijn voor je gezondheid of veiligheid.
  • Deugdelijk product:  en product dat bij normaal gebruik een redelijke tijd meegaat.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Garantie

Garantie= De belofte van een fabrikant dat het een goed product is.


De oplossing van de winkelier als iets kapot gaat binnen de garantieperiode:

  • Gratis reparatie of dan
  • vervanging of dan als laatste
  • het aankoopbedrag terug

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Wat: Maak nu de samenvattingsopdracht blz.36 en herhalingsopdrachten
Hoe: Zelfstandig in stilte
Tijd: 20 min
Klaar: Lees alle theorie goed door
Uitkomst: H1 nakijken
timer
20:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

    Begrippen uit deze les
Cornell methode:
Leerlingen schrijven alle begrippen en de  samenvatting.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies